De startende leraar – leraar worden en blijven - Johan De Wilde

Heel wat leraren stoppen in de eerste vijf jaar van hun loopbaan. In Nederland gaat het over 15%. Voor leraren jonger dan dertig jaar ligt het uitvalpercentage zelfs hoger. In het eerste jaar valt 23 procent uit, oplopend tot 31 procent na vijf jaar. In het Vlaamse secundaire onderwijs verlaat tot 44% van de leraren binnen de vijf jaar het onderwijs. Johan De Wilde, hoofd van de lerarenopleiding Kleuteronderwijs Odisee Aalst, doet al jaren onderzoek naar startende leraren en kwam tot twaalf puzzelstukken die de startende leraar en haar/zijn directeur of begeleider inspiratie aanbieden voor een mooie toekomst samen.

johan de wilde de startende leraar boekcover en auteur.png

De gouden formule om leraar te blijven

Het boek bevat twaalf hoofdstukken. Het zijn twaalf puzzelstukken die als het ware een spiegel bedekken waarin je als starter door de puzzelstukken een voor een weg te nemen jezelf scherp kan leren zien.

Elk puzzelstukje begint met een casus van een startende leraar die geconfronteerd wordt met een moeilijke situatie. Daarna volgt de wetenschappelijke onderbouw van wat je in een dergelijke situatie kunt doen. Met die inzichten gaat de casus verder en slaagt de startende leraar erin om de situatie positief tegemoet te treden. Elk puzzelstuk eindigt met een aantal concrete do’s en dont’s die de startende leraar helpen om valkuilen te vermijden, goede keuzes te maken en in zichzelf te geloven.

Het boek begint met het opbouwen van de eigen identiteit. Daarbij nodigt de auteur de startende leraar uit om stil te staan bij wie hij is en wie hij wil worden.

Het tweede hoofdstuk zal heel bekend voorkomen bij heel wat leraren: starten is zwemmen. Vroeger lieten directeuren startende leraren zonder ondersteuning het water in. Dat was geen goede strategie. Met het huidige lerarentekort nog veel minder. Zwemmen hoort erbij maar als startende leraar kan je heel wat dingen doen om niet te verdrinken: steun zoeken, erover praten, je eigen troeven kennen, je proactief opstellen en je professionaliteit tonen.  

Afkijken is het derde puzzelstukje. Leren van je collega’s, durven hospiteren, opgenomen lessen bespreken en gebruik maken van de talentenkaart, een methodiek die Hogeschool Odisee ontwikkelde.

In hoofdstuk 4 gaat het verhaal over een startende leraar die de veertig al voorbij is. De auteur heeft in het boek ook aandacht voor mensen die op latere leeftijd hun droom willen waarmaken.

Johan De Wilde heeft in het 5e puzzelstukje aandacht voor diversiteit bij startende leraren. Hoe ze zichzelf kunnen blijven en vanuit zichzelf kunnen blijven spreken.  

In hoofdstuk 6 spoort de auteur de startende leraar aan om rekening te houden met de realiteit van de klasvloer en het lerarenberoep niet te idealistisch aan te vatten. Het is elke dag hard werken.

Toch spoort de auteur de startende leraar in het volgende puzzelstukje aan om out of the box te denken en platgetreden paden te durven verlaten. Maar om ideeën wel te onderbouwen met bronnen.

Terecht besteedt Johan De Wilde in het volgende hoofdstuk aandacht aan levenslang leren (en lezen). Professionalisering is cruciaal. Leraar zijn is een metier. Het echte werk begint pas na je opleiding. En als je de kans krijgt om mee te doen aan een onderzoek, laat ze niet liggen.

We hadden het eerder verwacht maar politiek, machtsverhoudingen, loyaliteit, sociaal organogram, waarden en normen krijgen ook een plaats in het boek. De tips die de auteur hierbij geeft, zijn handig als je een school binnenstapt.

In hoofdstuk 10 spoort Johan De Wilde om reeds vroeg schoolleiderschap te tonen. Iets wat we vanuit EduNext heel hard toejuichen. Startende leraren hoeven geen vijf jaar te wachten om zich te laten horen. En om te durven springen.

Een mentor is daarbij onontbeerlijk. Daarover gaat puzzelstukje 11. Snel iemand zoeken die je als startende leraar eerlijke en kritische feedback kan geven zodat je tijdig kunt bijsturen. En bepaalde fouten niet hoeft te maken.

In het slothoofdstuk nodigt de auteur startende leraren met visie op om directeur te durven worden en om dit carrièrepad tijdig te bespreken en voor te bereiden.

Bij elk puzzelstukje staat ook een formule: leraar worden en blijven: (kunnen x willen) in het kwadraat. De auteur legt de formule uit bij de inleiding en laat ze telkens terugkeren in elk puzzelstukje terwijl het verschil niet helemaal duidelijk is. Dit voegt weinig toe aan het boek.

Conclusie

Dit boek zit boordevol concrete tips en is een must read voor elke startende leraar die zich zo kan voorbereiden op de toekomst en daardoor de kans verhoogt om in het onderwijs actief te blijven. Maar evengoed voor directeuren, buddy’s en mentoren die door de verschillende invalshoeken mogelijkheden hebben om startende collega’s goed te coachen.

charlotte struyve over de startende leraar.png

De auteur heeft duidelijk veel praktijkervaring in deze materie en beschikt over een vlotte pen. De puzzelstukjes zijn niet chronologisch. Je kan in het boek zappen en telkens een hoofdstuk lezen. Voor de startende leraar is het een waardevol vademecum dat hij de eerste jaren bij zich kan hebben. De vormgeving is mooi, enkel had een andere steunkleur (dan grijs), tekeningen of enkele krachtige quotes nog wat meer visuele dynamiek kunnen geven aan het boek.

Meer info?

Het boek is uitgegeven bij LannooCampus.

Je kan het via deze link bestellen

Lees hier de inleiding en het eerste hoofdstuk.

Hoe scholen zich kunnen voorbereiden op zwarte zwanen

Stel dat we enkele maanden geleden hadden voorgesteld om scholen twee maanden te sluiten en de leerlingen van thuis les laten volgen. Het kot was te klein geweest. Inmiddels zijn heel wat leerlingen en leraren deze moeilijke klus zo goed en zo kwaad als het kan vanuit hun kot aan het klaren. Het vergt veel improvisatie, creativiteit en inspanning om dit op heel korte tijd te doen werken. Hoewel ze niet altijd zicht hebben op de effectiviteit van hun afstandsonderwijs, loopt het bij een aantal scholen behoorlijk.

afstandsleren.jpg

Andere scholen worstelen meer. Dat heeft niet alleen met de context te maken of met de mate waarin de school al eerder inzette op digitalisering.

Belangrijke succesfactoren

De ICT vaardigheden van leerlingen. Deze worden overschat. Leerlingen zijn in sociaal verband meestal digitaal vaardig maar niet noodzakelijk om ermee te leren. Daarenboven is er op dit vlak ook een grote kloof tussen leerlingen. Dergelijke vaardigheden moeten leerlingen (vooraf) dan ook aanleren.

Leerlingen die zelfstandig en zelfsturend kunnen werken en dat gewoon zijn. Leerlingen die zelf kunnen plannen en hun planning en leertempo kunnen bijsturen. Ook dit is een vaardigheid die leerlingen zich stap per stap eigen moeten kunnen maken.

De communicatie en de relatie tussen leraar en leerlingen. John Hattie kent aan het laatste een sterk leereffect toe (0,72). Het vertrouwen tussen leerlingen en hun leraren speelt hierbij een cruciale rol.

Intrinsieke motivatie van leerlingen. Leerlingen die leren om iets te kunnen en niet (louter) voor punten of voor het diploma, hebben het op afstand ook gemakkelijker om de energie op te brengen om te blijven leren.

Leerlingen die kunnen beschikken over eigen digitale leermiddelen (laptop, chromebook …), internetontvangst en een fysieke ruimte waar ze zich kunnen concentreren. In snel tempo werden in veel scholen bergen verzet maar het lukte niet overal. Dit structureel in orde brengen, is nodig. Anderzijds is er ook niets verkeerds aan analoog leermateriaal zoals werkbundels. Het is moeilijker te distribueren maar het zorgde de voorbije weken ook voor korte en warme fysieke contacten tussen leerlingen en hun leraren of leerlingenbegeleiders.

Een leerplatform waarbij leraren en leerlingen lessen, opdrachten en toetsen op een overzichtelijke manier met elkaar kunnen delen, bijhouden, bijsturen en evalueren. Ook hier liep niet alles van een leien dakje. Diverse leerplatformen moeten nog stappen zetten om leerlingen en leraren te geven wat ze echt nodig hebben.

Variatie in didactiek en werkvormen die leerlingen en leraren helpen om het boeiend te houden zodat ze het kunnen blijven volhouden. Dit behoort tot de toolbox van elke sterke leraar. Dit blijkt vanop afstand nog belangrijker.

Een vaste structuur en rooster die voor duidelijkheid zorgen. Vaste ankerpunten die houvast geven aan leerlingen en leraren.

Differentiatie tussen leerlingen. Dit is in de klas belangrijk, bij afstandsleren wordt dit nog uitvergroot. Elke leerling volgt bijna een individueel leerpad. Leerlingen die het al moeilijk hadden, dreigen nu nog verder achterop te geraken.

Leraren die in team kunnen, willen en durven samenwerken. Die dagelijks met elkaar overleggen en hun aanpak bijsturen. En die zich samen verantwoordelijk voelen voor alle leerlingen.

Betrokken directies die het ganse team motiveren, bij elkaar houden en waarderen. Die voor visie, inspiratie, expertise en middelen zorgen en de gekozen aanpak durven evalueren en herbekijken.

Afstandsleren … in de klas

Stel nu dat je, eens de scholen weer op de normale manier functioneren, de tijd kreeg om afstandsleren goed voorbereid aan te pakken? Dan zou je kunnen nadenken over bovenvermelde factoren. En ook nog andere elementen kunnen meenemen bij het ontwerp van je aanpak.

Als je dat plan uiteindelijk samen met het ganse team gemaakt hebt, hoe zou je het dan uitrollen? Veel kans dat je zou vertrekken vanuit de klas. In plaats van de leerlingen naar huis te sturen en het zo te proberen, zou je de nieuwe werking in de klas zelf kunnen simuleren.

Dag na dag zou je de afstand tussen leerlingen onderling en tussen leerlingen en leraren fysiek kunnen vergroten (en mentaal verkleinen). Het zou een uitdaging zijn om weinig in te boeten aan communicatie. Stap per stap zou je kunnen kijken hoe leerlingen en leraren hun ‘fysieke’ interacties kunnen reduceren tot ze het ook vanop afstand beheersen. Je zou week na week kunnen evalueren en bijsturen. Tot de leerlingen zelfstandig kunnen werken, geholpen door leraren in een andere ruimte.

Om hierover na te denken, kun je gebruik kunnen maken van het transformatierad, een holistisch denkmodel om leerlingen eigenaar te maken van hun leerproces, gebaseerd op het curriculair spinnenweb van Jan van den Akker:

EduNext transformatierad met uitleg.png

Voor elk van de wielen zou je kunnen nadenken: hoe kan dit vanop afstand?

Leerinhoud: hoe kunnen we leerlingen vanop afstand betrekken bij hun te bereiken leerdoelen en hoe hebben leerlingen invloed op hun te verwerken leerstof?

Leervorm: op welke manier (instructies (verkort, verlengd, herhaald), begeleid zelfstandig, coöperatief, project) gaan de leerlingen de leerstof verwerken en hoe verhogen we hun autonomie?

Leerproces: hoe gaan leerlingen reflecteren op hun leren, welke coaching en feedback is daarbij vanop afstand nodig en hoe zit onze verhouding formatief/summatief evalueren?

Leertijd: hoe kan een leerling zijn eigen leertempo ontwikkelen en hoe zorgen we voor de nodige structuur?

Leeromgeving: welke omgeving (klas, thuis, elders) is nodig om afstandsleren mogelijk te maken? Kunnen we daarbij ook gebruik maken van de school zelf om leerlingen, die niet beschikken over een geschikte thuisomgeving, geïsoleerd en veilig te laten leren? Ook ‘s avonds?

Leernetwerk: wie kan je naast ouders, leraren en begeleiders betrekken bij het afstandsleren? Kunnen andere personen (zoals gastdocenten/coaches) hierbij online een rol spelen?

Leermateriaal: welk analoog en digitaal leermateriaal hebben leerlingen nodig om afstandsleren mogelijk te maken? Welke uitrusting is daarbij nodig?

Leerorganisatie: hoe organiseren we het afstandsleren? Hoe ziet het weekrooster er uit? Wat zijn de rollen van leraren, begeleiders, coördinatoren, directies en andere medewerkers? Hoe organiseren we de opvolging?

Het transformatierad kan een hulpmiddel zijn om niets te vergeten maar ook om vast te stellen of de oplossingen die je voor elk van de wielen bedenkt, elkaar ook positief versterken en of ze ook een consistent geheel vormen.  

Wanneer komt de volgende zwarte zwaan voorbij?

Nassim Nicolas Taleb schrijft in zijn boek ‘Black Swan’ over gebeurtenissen die onmogelijk te voorspellen zijn en toch een zeer grote impact hebben. Voorbeelden zijn 9/11, de financiële crisis, de Arabische lente, de terreuraanslagen in het Westen, de vluchtelingencrisis en Corona. Een voor een gebeurtenissen met een groot effect die we niet hadden zien aankomen.

zwarte zwaan.jpg

Wellicht zijn er nog zwarte zwanen in aantocht. We zouden ons nu ten volle kunnen richten op het afstandsleren en volgend jaar of het jaar nadien te maken krijgen met een andere zwarte zwaan.

Scholen die willen inspelen op dergelijke mogelijke gebeurtenissen kunnen zich volgende vragen stellen:

  • Hoe maken we onze school in de toekomst wendbaar en veerkrachtig?

  • Hoe maken we onze school antifragiel? (om het met de titel van een ander boek van Taleb te zeggen)

  • Hoe  maken we ons onderwijs onafhankelijk van tijd en ruimte ?

  • Welke cultuur is op onze school nodig om in te spelen op zwarte zwanen?

  • Over welke vaardigheden moet ons lerarenteam beschikken om voorbereid te zijn op een zwarte zwaan?

  • Hoe dringen we de ongelijkheid tussen leerlingen in onze school terug?

Heel wat onderwijsprofessionals ervaren vandaag een momentum. De kans dat het binnenkort verdwijnt omdat we er door de huidige crisis nu geen tijd voor hebben of maken, is reëel. Aan schoolleiders, coördinatoren, beleidsmedewerkers en leraren in de frontlijn om het te grijpen.

Wil je meer weten hoe je je school toekomstbestendig kunt maken? VZW EduNext inspireert en begeleidt scholen om zelf van binnenuit te veranderen. Schrijf je in voor een van onze webinars hierover of vraag een vrijblijvend intakegesprek aan.

Hoe directie Myriam terug baas werd over haar tijd en zo haar school vooruitstuwde

Om in een school tot daadwerkelijke verandering te komen, denken we vaak aan het belang van een inspirerende en gedragen visie, het creëren van urgentie bij het ganse team, het creëren van voldoende draagvlak of het realiseren van een innovatieve schoolcultuur.

Een belangrijke en vaak nog onderschatte voorwaarde om hieraan te kunnen werken, is tijd.

Drawify illustratie

Een dag uit het leven van directeur Miriam anno 2017

Miriam is ‘s ochtends als eerste op school. Voor iedereen aankomt, wil ze nog wat werken aan het toekomstplan van de school. Maar er blijkt een probleem te zijn met de verwarming in de eetzaal. Ze gaat naar Eddy, de onderhoudsman, die naar een oplossing zoekt. Als ze in haar bureel terug is, is Anisa er al. Ze wil advies over een probleem in haar klas. Er gaat snel een half uur voorbij en dan is Eddy er opnieuw. Hij moet een onderdeel bestellen. Miriam tekent de bon en beantwoordt snel enkele dringende mails. Stilaan komen de eerste leraren aan. Ze gaat even een babbel slaan in de lerarenkamer. Daarna loopt ze naar de schoolpoort om er de binnenkomende leerlingen te begroeten. Na het belsignaal wordt zij onderschept door Ilse, die haar enkele facturen laat tekenen. Het is intussen tijd voor haar eerste vergadering. Samen met enkele leraren en de webmaster brainstormen ze over de nieuwe schoolwebsite. Na afloop krijgt ze telefoon van haar coördinerende directeur die informatie nodig heeft voor hun volgend overleg. Of ze niet snel een kleine presentatie kan voorbereiden. Bij dit werk wordt zij regelmatig onderbroken omdat mensen haar nodig hebben om een beslissing te kunnen nemen. Plots staat er een leerling voor de deur. Hij is uit de klas gestuurd. Het kost haar weer een half uur om uit te vissen wat er gebeurd is en welke sanctie ze zal nemen. Na de middag gaat een van de leraressen ziek naar huis. Miriam lost mee het roosterprobleem op. Dan volgt een vergadering over de voorbereiding van het kerstfeest en woont ze een bijeenkomst van de vakgroep wiskunde bij. Als zij terug op haar plaats komt, ligt er een briefje op haar tafel. Een ouder heeft gebeld en Miriam telefoneert meteen terug. Even later wordt ze naar de sportzaal geroepen waar ze voor de verbouwing materialen moet kiezen. Om vier uur staat Miriam terug aan de schoolpoort waar een ouder haar aanspreekt over de problemen van haar kind. Dan nog even naar huis, want ‘s avonds is er nog ouderraad. Van werken aan het toekomstplan van de school is vandaag niet veel terechtgekomen.
manusje van alles.jpg

Zijn bovenvermelde activiteiten dan niet belangrijk. Ja, zeker. De vraag is of de directeur ze allemaal zelf moet doen. Schoolleiders worden nog te vaak opgeslorpt door dagdagelijkse activiteiten. Het is moeilijk om aan je pedagogische project te werken als je slag om slinger gestoord wordt, overal bij wil zijn of te operationeel bezig bent. Dan rest er te weinig tijd voor het pedagogisch project. En dat is toch een van de kerntaken van een schoolleider. Een directeur die wil inzetten op verandering van zijn school, zal dus op zoek moeten gaan naar tijd. Tijd voor zichzelf maar ook voor zijn team. Dat is lastige opdracht. Maar niet onmogelijk.

DENK Proactief na over tijd

1.   Denk na over wat je in de toekomst niet meer gaat doen, gaat delegeren of anders invullen. Focus zoveel mogelijk op activiteiten die niet dringend zijn, maar wel belangrijk. Zorg voor tijdsblokken in je weekplanning waarbij je niet onderbroken wordt.

2.   Maak een analyse van de schoolactiviteiten en vraag je af of ze allemaal nodig zijn. Een filter daarbij kan zijn of de activiteit de leerling echt vooruit helpt.

3.   Verwijder administratieve ballast voor het ganse team. Vraag je af wie iets doet met bepaalde overzichten, formulieren of rapporten. En of bepaalde dingen echt op papier moeten staan.

4.   Zorg voor efficiënte en inspirerende vergaderingen. Stel alle vergaderingen in vraag. Welke zijn echt nodig? Hoe maken we ze actiever? Moeten ze zo lang duren? Moet iedereen aanwezig zijn? Kan je bepaalde informatie buiten de vergadering houden? Probeer eens een andere werkvorm uit.

5.   Zorg ervoor dat collega’s in de school zelf beslissingen leren nemen, dat ze hun problemen zelf leren oplossen en deze niet meer naar omhoog delegeren.

6.   Werk aan efficiënte processen en een goede omkadering om de werkstromen te kanaliseren, om opdrachten te organiseren en te delegeren.

7.   Werk aan een beperkt aantal en met elkaar verbonden schooldoelen. Vermijd te veel parallelle projecten.

8.   Voorzie tijd voor een beleids-/kern-/transformatieteam dat samen met alle collega’s de toekomst van de school uitstippelt.

9.   Rooster individuele coachingstijd, overleg- en  professionaliseringstijd structureel in.

10. Link thema’s van pedagogische studiedagen aan het gekozen pedagogisch project.  Kies niet lukraak voor een boeiende spreker of een interessante workshop.

Een dag uit het leven van directeur Miriam anno 2023

Miriam opent ’s ochtends haar mailbox niet en wordt tijdens de hele voormiddag geen enkele keer gestoord. Haar medewerkers weten intussen dat zij ’s ochtends liever rustig wil werken. Ze hebben geleerd om de meeste problemen zelf op te lossen. Ze nemen nu zelf beslissingen en tekenen documenten met ‘in opdracht’ zodat ze haar daar niet meer mee lastig hoeven te vallen. Miriam heeft de school de laatste jaren een nieuw gezicht gegeven. Het transformatieproject werpt zijn vruchten af. ’s Middags vergadert ze met haar transformatieteam om de presentatie voor het schoolbestuur door te nemen en om volgende stappen te bespreken. Er heerst een goede dynamiek in het team. Linda, de externe coach, is er ook. Zij heeft Miriam en het team enorm geholpen tijdens het traject. Zonder haar hadden ze het niet gered. Het tussentijdse resultaat oogt mooi. In een kwart van de klassen heeft de school een nieuw systeem ingevoerd. De klassen hebben een kleine instructieruimte en eilanden waar de leerlingen thematisch of autonoom werken. Leraren coachen en geven les in team. Het welbevinden van leraren en leerlingen is enorm gestegen en de leerlingen behalen mooie resultaten. Miriam heeft met de leraren afspraken gemaakt om geen leerlingen meer naar haar door te sturen. Ze voeren nu ook zelf leerlingen- en oudergesprekken. Miriam woont de ouderraad niet meer bij, dat doet nu Veerle. De dag nadien verneemt ze wat er is besproken en in hoeverre de school iets kan doen. Miriam was van plan om één dag per week thuis te werken, maar heeft daarvan afgezien. Aangezien de leraren van de omgevormde klassen nu 38 uur op school zijn om samen lessen voor te bereiden en te bespreken, wil ze het voorbeeld geven. Ze heeft haar werk nu zo georganiseerd dat ze ook op de school rustig en geconcentreerd kan werken.

Myriam achterna?


EduNext inspireert en begeleidt scholen om zelf van binnenuit te veranderen. Interesse om te weten hoe wij zo een begeleiding aanpakken? Vraag een vrijblijvend intakegesprek aan. Of neem contact op met Dirk (dirkdeboe@edunext.be - 0474/949448)

In de ESBZ school in Berlijn is onderwijs geen voorbereiding op het leven, het is er het leven zelf

Enkele jaren geleden vertelde Frederic Laloux in zijn keynote op het EduNext leerfestival over ESBZ, een Duitse innovatieve secundaire school, een van de voorbeelden uit zijn boek Reinventing Organizations. In de zaal zat leraar Christophe Keyenberg van het Heilig Graf in Turnhout. Hij was er zo door geïnspireerd dat hij besloot de school te bezoeken. Dat was de aanleiding om op het volgende leerfestival een zeer gesmaakte Skype workshock te houden met Christian Hausner, leraar op de school en een van de bezielers. Wat maakt deze school met 600 leerlingen en 60 leraren zo speciaal?

Wat is het doel van een school in de 21e eeuw?

Het hoger doel van ESBZ  is om hun leerlingen voor te bereiden op de 21e eeuwse uitdagingen, terug te vinden in de globale duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties:

Globale duurzaamheidsdoelen.png

Concreet vertaalt zich dat in vier doelstellingen:

-      Leren om kennis te verwerven

-      Leren om samen te leven

-      Leren om te zijn

-      Leren om te doen

Alles lessen  zijn opgehangen aan deze vier doelstellingen

Hoe gaat het concreet in zijn werk?

ESBZ lesrooster.png

Voor wiskunde, taal en wetenschappen zitten verschillende klassen door elkaar. Deze vakken zijn in modules opgedeeld en bij elke module horen flitskaarten met theorie, oefeningen en toetsen. De instructies zijn zelfverklarend opgesteld zodat leerlingen er zelfstandig mee aan de slag kunnen. Deze instructies werden, na feedback van leerlingen, stelselmatig verbeterd en mooier ontworpen. Dit was een zeer intensief proces waarin heel veel tijd is gekropen, een investering die zich nadien heeft terugverdiend.

flitskaarten ESBZ.jpg

De leerlingen bepalen hun eigen leertempo. Ze leren in hun eentje of in kleine groepen. Wanneer ze vragen hebben, dan stellen ze die eerst aan andere leerlingen. Alleen als die niet kunnen helpen, richten ze zich tot de leraar die zo meer tijd krijgt voor individuele coaching van leerlingen die het meer nodig hebben.

Als leerlingen klaar zijn, verbetert de leraar hun werk en geeft feedback, vaak schriftelijk. Hij heeft de taak om 24 leerlingen te begeleiden die elk een individueel traject volgen. Leerlingen kunnen ook zelf om testen vragen.

In elke klas zitten ook kinderen met autisme of met lichte of ernstige leerbeperkingen. In ESBZ kunnen ze naast andere leerlingen in eigen tempo werken.

Er zijn geen rijen. ’s ochtends of na pauzes gaan de leerlingen direct naar hun klas.

Elke leerling heeft een logboek waarin hij noteert waar hij staat. Hij krijgt duidelijke leerdoelen die hij moet bereiken en mag overtreffen. Hij krijgt de verantwoordelijkheid voor wat hij leert en mag zijn tijd zelf indelen. Het logboek wordt ook gebruikt bij communicatie met ouders die het ook tekenen.

Er zijn wekelijkse tutorgesprekken met zijn coach waarbij ze het logboek bekijken en nieuwe doelen bepalen. Samen bespreken ze de voortgang tijdens de voorbije week, problemen die zich hebben voorgedaan en de plannen voor de komende week. Ook bespreken ze eventuele emotionele en relationele onderwerpen waar de leerling mee zit. Hierdoor leren leerling en leraar elkaar op een dieper niveau kennen. Twee keer per jaar bepalen de leerlingen in een gesprek met hun begeleider drie doelen voor de komende maanden.

Elke tutor-leraar heeft 13 leerlingen die hij coacht. Dergelijke gesprekken vergen sterke communicatievaardigheden bij de tutors en helpen ook leerlingen zich beter uit te drukken.

Het is geen vrijheid-blijheid. Er zijn duidelijke verwachtingen van wat leerlingen aan het eind van het jaar zullen bereiken. Ze moeten de eindtermen halen.

De basis van leren is een goede relatie met iemand die je vertrouwt. Een leraar die je de kracht geeft om verantwoordelijkheid te nemen.

Challenges

Bij de oranje vakken in het rooster zitten de leerlingen in hun klasgroep.

Daarin zitten ook uitdagingen die leerlingen mogen aanpakken, dingen die ze graag doen. Leerlingen krijgen de autonomie om deze projecten zelf te ontwikkelen.

Leerlingen doen twee grote projecten per jaar gebaseerd op een of meerdere globale duurzaamheidsdoelen. Tijdens het jaar zijn er meerdere kleinere projecten. Ze krijgen daarvoor bijna een dag per week.

De projecten zijn interdisciplinair opgezet en maakt leren in een authentieke context mogelijk. Ze zijn holistisch en verbinden hoofd, hart en hand.

Kinderen zijn meesters in het aangaan van uitdagingen. Je moet gewoon vertrouwen in hen hebben. Laat hen problemen oplossen en er heel veel uit leren. Iedereen kan een change maker zijn.

Centraal in het projectleren staan ​​zowel coöperatief als zelfgeorganiseerd leren. Door zelfgestelde doelen na te streven en te bereiken, kunnen leerlingen de effectiviteit van hun eigen ideeën en acties ervaren. Op hun weg naar zelfverzekerde en volwassen mensen, is dit een van de belangrijkste componenten. Op die manier levert de school een actieve bijdrage voor "leren in het leven".

Voorbeelden van onderwerpen zijn biodiversiteit, de Berlinale, identiteit en gemeenschap, dictatuur en democratie. De studenten voeren het ontwerp van het individuele projectwerk over deze onderwerpen zelf uit in overleg met hun projectdocenten.

ESBZ challenge.jpg

De pluimbijeenkomst

Elke vrijdagnamiddag komt de hele school een uur bij elkaar in een grote zaal . Ze beginnen altijd met zingen om een ‘samen’ gevoel te krijgen.

Het verdere verloop heeft geen agenda. Er staat een microfoon op het podium, het is een moment om elkaar te prijzen en te bedanken. Leerlingen en docenten die zich geroepen voelen, komen naar voren, pakken de micro en bedanken een andere leerling of collega voor iets wat ze die week hebben gezegd of gedaan.

Iedereen die aan het woord komt, vertelt een verhaal dat iets zegt over de verteller en degene die wordt geprezen. Dit heft op empathische wijze de grenzen tussen leraar en leerling op. Het zijn vaak grappige, ontroerende en welgemeende verhalen. Op die manier ontstaat er vertrouwen en een samenhorigheidsgevoel.  

De manier waarop we leerculturen ontwerpen heeft invloed op onze werkcultuur en omgekeerd

Elke klas komt ook wekelijks bij elkaar om de spanningen in de groep te bespreken en aan te pakken. De bijeenkomst wordt voorgezeten door een leerling. Gezien alle leerlingen en leraren getraind zijn in geweldloze communicatie, is de discussie steeds veilig. De leraar neemt deel als een leerling (niet als coach). Leerlingen krijgen er ook een rol (v.b. moderator).

Alle im Ausland (AiA)

Als leerlingen zestien zijn, gaan ze voor drie maanden naar het buitenland. Indien mogelijk naar een land naar keuze. Om daar te leven en te leren in een andere cultuur die ze voorheen niet kenden. Gedurende deze tijd zijn de studenten betrokken bij een zelfgeorganiseerd, lokaal, sociaal, ecologisch of duurzaam project.

De focus ligt niet op tijd doorbrengen in een zo aantrekkelijk mogelijk land maar op contact met andere mensen, met de natuur en werken aan een zinvol project.

Onderwijs is een sociaal proces. Onderwijs is groei. Onderwijs is geen voorbereiding op het leven, het is het leven zelf - John Dewey

De leerlingen worden bij hun planning nauw begeleid en ondersteund door hun respectievelijke docenten, de AiA-coördinatoren en een groot aantal betrokken ouders.

Het centrale aspect van het project is een zelfgeorganiseerde opzet, planning en uitvoering van het ongeveer drie maanden durende programma.

De diverse en spannende ervaringen worden bij het terugkomen uitgewerkt als onderdeel van drie gezamenlijke reflectiedagen en direct gepresenteerd aan de scholengemeenschap en alle andere geïnteresseerden.

ESBZ AiA.png

Drie weken om nooit te vergeten

Dit gaat over een activiteit die buiten Berlijn moet plaatsvinden. De jongeren plannen en bereiden de uitdaging zelfstandig voor met de steun van een coach en voeren deze vervolgens uit, over de lessen heen.

Veel kinderen gaan wandelen, maken een fiets- of boottocht of helpen mee op boerderijen. Overnachten in tenten en self-catering zijn vaak de grootste uitdagingen.

Voor deze activiteit hebben de studenten slechts een budget van 150 euro per persoon dat niet mag worden overschreden. De laatste drie jaar vindt dit plaats zonder smartphone. Hierdoor zijn de studenten afhankelijk van veelvuldige contacten met andere mensen. Dit gebeurt voorafgaand aan de uitdaging via overeenkomsten (bijvoorbeeld kost en inwoning tegen de uitvoering van kleinere taken) of tijdens de uitdaging zelf, bijvoorbeeld om beschutting te vragen tegen een storm.

Een opgeleide jeugdleider begeleidt de studenten tijdens hun weg maar grijpt alleen in bij ernstige conflicten en gevaar voor leven en ledematen.

De leerlingen leren zo met vooruitziende blik moedig en zorgvuldig te plannen, constructief om te gaan met fouten en andere moeilijkheden en innovatieve oplossingsstrategieën te ontwikkelen en te implementeren. De jongeren komen zichzelf tegen, gaan herhaaldelijk tot het uiterste en bieden sociale, fysieke en ontwikkelingspsychologische diensten waar ze trots op kunnen zijn.

Drie weken om nooit te vergeten.png

Pulsars & workshops

Pulsars zijn meerdaagse interdisciplinaire en vaak meerjarige leermogelijkheden die worden voorbereid en begeleid door experten. Naast leraren kunnen dit ook leerlingen, ouders en externe partijen zijn (bijv. studenten of vertegenwoordigers van NGO's).

Aan de hand van een onderwerp bepalen de studenten, begeleid door de vakexperten, hun eigen focus op de inhoud, rekening houdend met het interdisciplinair karakter van deze leervorm. Zo kunnen belangrijke leerdoelen vanuit verschillende perspectieven worden ontwikkeld en verdiept. En testen leerlingen hun interdisciplinaire vaardigheden.

Aan het einde van de week presenteren de leerlingen via een feest de resultaten van de individuele specialisaties op creatieve manier aan elkaar. Ze bespreken dit vervolgens verder in kader van het hoofdonderwerp.

Voorbeelden van de afgelopen jaren zijn: ‘mannelijkheid’, ‘ballingschap literatuur’, ‘stadstuinieren’, ‘slam poëzie’, ‘circus’, ‘Brexit’, ‘muziek van de toekomst’ en ‘moleculaire keuken’.

Jongeren hebben rolmodellen nodig, mensen met echte boodschappen en change makers

Vanaf 16 jaar worden workshops over leven en werkvaardigheden meerdere dagen per schooljaar aangeboden. Hier leren de studenten strategieën en vaardigheden voor succesvol leren en werken in een schoolcontext en erbuiten.

Naast docenten nemen ook ouders, alumni en externen deel aan het verzorgen van een breed scala aan workshops.

pulsars.jpg

Lerarenteams

Bij ESBZ is onderwijs een teamsport. Elke klas heeft 2 begeleiders-docenten zodat leraren met zijn tweeën werken

Drie klassen vormen een mini-school, kleine eenheden die snel kunnen inspelen op de dagelijkse stroom van kwesties en kansen. Ze kunnen zelf beslissingen nemen zonder de goedkeuring van de directeur.

Leraren hebben ook geleerd om te coachen, goed te communiceren en los te laten. Dat is noodzakelijk om een dergelijk leerconcept succesvol te realiseren.

Ouderbetrokkenheid

De school is in 2007 door ouders opgericht en sindsdien zijn ze altijd zeer actief geweest.

Om de kosten te drukken, hebben ze besloten om elke maand drie uur van hun tijd in de school te stoppen. Ze organiseren regelmatig feestelijke weekends waarin ze samen de klas opknappen.

De oudervereniging initieert regelmatig nieuwe ontwikkelingen en ideeën, ook op pedagogisch vlak. Ze adviseren het  schoolbestuur en denken via verschillende werkgroepen na over de toekomstige ontwikkeling van de school.

School bezoeken?

Wie graag een bezoek brengt aan deze school, kan dat. Maandelijks worden er workshops voor externen georganiseerd. Voorlopig zijn die natuurlijk afgelast maar vanaf augustus verschijnen de nieuwe data.

Bronnen:

Presentatie Christian Hausner op EduNext Leerfestival

Verslag bezoek aan ESBZ door Christophe Keyenberg

Reinventing Organisations - Frederic Laloux

Website ESBZ: https://www.ev-schule-zentrum.de/

Gesprek met Christian Hausner tijdens de Ashoka leadership conference








Waarom je op 23 en/of 24 februari in Gent moet zijn. Het wordt moeilijk kiezen op Sett 2022. Tenzij je als team komt …

We zijn fier dat EduNext samen met het Sett team opnieuw curator mocht zijn van het grootste onderwijsevent in Vlaanderen. Lees hier in vogelvlucht waarom je best niet te lang wacht om een ticket te reserveren …

Praktijkvoorbeelden uit het Vlaamse en Nederlandse onderwijs.

EduNext geeft al jaren een podium aan scholen die leerlingen in het centrum van hun leerproces zetten. Op Sett trekken we die traditie door. Dit jaar zijn volgende basisscholen van de partij: Omnimundo Antwerpen, De Klimtoren Jabbeke, Go! Denderleeuw, Sint-Lukas Schaarbeek en de Nederlandse vernieuwende school De Wittering (Rosmalen - Nederland). Voor het secundaire onderwijs zijn dat het Inspirocollege Houthalen-Helchteren, De Met uit Leuven, Atheneum Merksem, Keerpuntsscholen Gent, Buso school Het Element en de Utrechtse school UniC.

De leraren van Don Bosco Sint-Denijs-Westrem tijdens de vorige editie van Sett

De leraren van Don Bosco Sint-Denijs-Westrem tijdens de vorige editie van Sett

Professionaliseren

We houden er aan om zo weinig mogelijk namen van vorig jaar opnieuw te programmeren. Tim Surma is een van de uitzonderingen. Deze keer zal hij het over toetsen hebben en hoe je die als leermechanisme kan inzetten. An Kennes vertelt hoe je Universal Design Learning kan inzetten om een leeromgeving te creëren voor elk kind terwijl Steve Daponte zal vertellen hoe videocoaching je kan helpen om je lessen beter te maken en Stijn Vanhoof vertelt hoe je deskundig feedback in de klas kunt geven. Sanne Feryn zal het hebben over hoe je executieve functies kunt ontwikkelen bij kleuters.

Het belang van teams

In sport is het normaal dat je enkel kan winnen als je samen een team vormt. We laten Dominique Baeyens, gewezen coach van de Red Dragons, de nationale volleybalploeg, graag vertellen hoe je aan een dergelijk team bouwt. Wouter Schelfhout, professor aan de Universiteit Antwerpen, zal ons de meerwaarde van het werken met leergemeenschappen toelichten. Lisa Verhelst zoomt in op hoe je teamteachen deskundig aanpakt terwijl Simon Ettikoven samenwerkend leren in de kijker plaatst. Willy Wijnands komt vertellen hoe Eduscrum je van leraar-gestuurd onderwijs naar leerling-gestuurd en leerling-georganiseerd onderwijs brengt. Hans Vanderspikken zal ons uiteenzetten hoe Klasse haar onderwijscommunicatie vanuit een positief waarderend team aanpakt. Elisabeth Rosseel, kleuterleidster en lerares in De Ark Leuven, zal het hebben over hoe innovatie de schoolcultuur positief kan veranderen.

Dominique Baeyens, hier te zien als bondscoach van de Red Dragons

Dominique Baeyens, hier te zien als bondscoach van de Red Dragons

Leiderschap, gedragsverandering, verbinding en succes

Volgens Professor Jeroen De Flander is er wetenschappelijk bewijs voor succes. Hij zal ons uitleggen dat drie elementen daarvoor zorgen: passie, meesterschap en veerkracht. Peter Rosseel, directeur van Management Consulting Research, zal spreken over een andere driehoek: visie, leiderschap en cultuur en hoe je gedragsverandering kunt realiseren. Architect Jo Peters vertelt hoe je een leeromgeving kan creëren waar geluk, gezondheid en groei centaal staan en hoe dat kan leiden tot een cultuursswitch.

Peter Rosseel, expert in leiderschap, teamcultuur en transformatie en gastdocent aan de KU Leuven

Peter Rosseel, expert in leiderschap, teamcultuur en transformatie en gastdocent aan de KU Leuven

Talentontwikkeling

Als leraren samen willen lesgeven, is het belangrijk om elkaars talenten te kennen en complementair in te zetten. Talentenfluisteraar Luk Dewulf zal in zijn lezing diverse handvatten aanreiken om met talent op je school aan de slag te gaan.

Luk Dewulf - talentenfluisteraar, talent- en burnout-coach en strategisch adviseur bij Kiezen voor talent

Werkplekleren

Een thema dat meer en meer aan belang wint en dat dit jaar op Sett zeker niet mag ontbreken. We laten twee praktijkvoorbeelden aan het woord: Kogeka Geel en De Wijnpers uit Leuven.

Je weg vinden in onderwijs en in onderwijsinnovatie  

Johan De Wilde, lerarenopleider en onderzoeker, heeft een resem tips voor startende leraren. Zodat ze de aanvang van hun loopbaan goed in kunnen zetten. Annelies Steenacker maakt leraren en directeuren wegwijs in de duizenden ideeën rond transformatie en technologie voor modern en innovatief leren

Technologie en data enhanced learning

In dit luik zitten heel wat lezingen die door Hans Defour werden gecureerd zoals die van Fredo De Smet, curator VRT-Media Fast Forward, die het zal hebben over artificial stupidity en Clo Willaerts over digitaal als het nieuwe normaal. Dewi Van De Vyver, CEO bij Flow Pilots, zal de nood aan genderevenwicht bij het ontwikkelen van technologie en bij STEM opleidingen onder de aandacht zal brengen. Tom Fleerackers van Karel De Grote Hogeschool helpt ons de belangrijkste ontwikkelingen in Edtech en de rol van artificiële intelligentie in onderwijs ontdekken. Daarnaast ook een aantal praktijkgetuigenissen zoals die van Ann Dejaegher van Atheneum Ieper. Zij hebben lang voor de Digisprong al hard ingezet op innovatie via digitalisatie.

POP-UP KLASSEN

Wij zijn blij om terug twee innovatieve scholen met leerlingen en al naar Sett Gent te kunnen halen. HEHAschool uit Sint-Gillis Dendermonde zet zeer sterk in op creatief en probleemoplossend denken. Dankzij technologie in de vorm van Chromebooks, programmeermateriaal en 3D-printers, stimuleren ze hun leerlingen om via samenwerking zelfregulerend aan de slag te gaan. GO! Technisch Atheneum Keerbergen zal tonen hoe ze hun leerlingen via blended learning, VR en AR klaarstomen voor de wijzigende omstandigheden op de werkplek.

Workshops

Naast heel wat technologieworkshops, zijn er ook enkele transformationele workshops. Bij Steven Mannens en Heidi Verlinden gaan de deelnemers met Lesson Study aan de slag. Lies Pycke leert je hoe je deskundig feedback kunt geven en ontvangen, acteur en regisseur Stefan Perceval (ook op het podium via een keynote) geeft inzichten over hoe je op co-creatieve wijze met kwetsbare doelgroepen aan de slag kan gaan en Erik Devlies zal vertellen hoe je gebruik kan maken van je digitale co-teacher.

Meer informatie over het volledige programma vind je hier. In de projectzones zullen twee innovatieve pop-up klassen te zien zijn waar leerlingen in hun authentieke leeromgeving op Sett twee dagen lang onderwijs zullen maken.

Het zal onmogelijk zijn om zelf om alle sessies waar je interesse in hebt, bij te wonen. Maar samen met je collega’s lukt dit vast wel! Bij deze een warme oproep om je (als team) in te schrijven.