Boekrecensie: groeien in executieve functies – Hoe? Zo! – Catherine Malfait

Meer en meer (en gelukkig) krijgen executieve functies aandacht in het onderwijs. Het zijn cognitieve processen die je in staat stellen om gedrag, gevoelens en gedachten te sturen en zo doelgericht en sociaal gedrag te stellen. Dat is in leven en werk ontzettend belangrijk en dient ook in het onderwijs meer aandacht te krijgen, vindt Catherine Malfait, docent en onderzoeksmedewerker aan de Odisee Hogeschool en auteur van het boek. “Zeker omdat executieve functies belangrijke sleutels zijn voor zelfsturing en leren leren”. Het boek richt zich voornamelijk tot lager onderwijs maar de principes zijn evengoed toepasbaar in secundair en hoger onderwijs. En eigenlijk zou ook elke leraar en volwassene deze functies onder de knie moeten hebben.

Groeien in executieve functies – Cathérine Malfait.jpg

Wat zijn nu die executieve functies?

Als een leerling executieve functies verworven heeft, kan hij zelf zijn gedrag sturen zodat hij eigenaar wordt van zijn handelen en er zo richting kan aan geven. Hij wordt zo stap per stap bestuurder van zijn gedrag. Die executieve functies ontstaan niet vanzelf, leerlingen moeten hierin goed begeleid moeten. Naarmate het zelfsturend vermogen toeneemt, kan de begeleiding afnemen.

Executieve functies stellen een leerling in staat om zijn leerproces in handen te nemen en om zijn gedrag zelf bij te sturen

Catherine Malfait splitst de executieve functies op in lagere orde en hogere orde functies. De lagere orde executieve functies ontwikkelen zich eerst (en ontwikkelen zich verder). Ze vormen het fundament van de hogere orde executieve functies.

Executieve functies overzicht catherine.jpg

Daarnaast zijn ze ook systemisch. De executieve functies zijn immers met elkaar verweven. Ze kunnen elkaar versterken of tegenwerken. Als een leerling bijvoorbeeld in staat is om informatie vast te houden, dan zal dat hem helpen als hij een beetje afgeleid is.

De executieve functies zelf vind je gemakkelijk terug in andere literatuur of op het internet. De meerwaarde van het boek zit hem in de focussen die de auteur meegeeft om in de executieve functies te groeien.

Begin bij jezelf

Belangrijk daarbij is dat je je als leraar zelf bewust wordt van hoe je je eigen gedachten, gedrag en gevoelens stuurt. Via zelfreflectie kun je weten welke strategieën je zelf hanteert. Voorbeeldgedrag is belangrijk omdat we als (jonge) mens heel veel leren door imitatie. Toch loopt het niet allemaal vanzelf en zullen executieve functies moeten aangeleerd en ingeoefend worden.

Denk luidop

Een belangrijke tip daarbij is om als leraar hardop te denken. Zo kunnen je leerlingen jouw denkproces meevolgen en zelf ook kopiëren. Dat kun je bijvoorbeeld goed toepassen bij instructies of bij uitgewerkte voorbeelden waarbij je stapsgewijs demonstreert hoe je een taak uitvoert of een probleem oplost.

Maak onbewust gedrag bewust

Deze groeistrategie toepassen kun je door het gedrag te benoemen. Dat werkt zowel bij gewenst als ongewenst gedrag. Alleen al het feit dat leerlingen er zich van bewust worden, vergroot de kans dat ze zichzelf bijsturen. Je kunt daarbij ondersteunen via de ‘scaffolding’ techniek. Je biedt de leerling tijdelijk een steiger aan omdat hij nog niet helemaal alleen kan klimmen. Je kijkt daarbij naar wat de leerling nog niet alleen kan maar wel kan leren dankzij jou. Door hen eerst maximale begeleiding te geven en naarmate hij oefent de begeleiding (en dus de steiger) af te bouwen, leert hij zich bijsturen (en alleen klimmen).

Catherine Malfait foto kind.jpg

Feedback

Een belangrijke factor om je leerlingen te laten groeien in executieve functies is hen terugkoppeling te geven. Die feedback wordt sterker als hij inspeelt op drie pijlers: groei, inzet en strategie:

Bij groei geef je feedback, feed-up en feedforward:

-        Feedback: waar sta je tegenover vroeger?

-        Feed-up: welk leerdoel wil je bereiken?

-        Feedforward: welke stap moet je nog nemen richting het leerdoel en het gewenste gedrag?

Daarnaast is het ook belangrijk om de inspanning die de leerling levert te benoemen en stil te staan bij de strategie die de leerling heeft gebruikt.

Focus

Leer de leerlingen zelf stilstaan bij hun denken en gedrag. Als je wil dat leerlingen hun gedrag kunnen sturen, dan is het belangrijk om hen tijd te geven om na te denken. Zo kunnen ze ook eerst voelen vooraleer ze handelen. En krijgen ze de ruimte om een antwoord te formuleren of een andere oplossing te bedenken.

Rust

Af en toe niets doen, dagdromen, is ook heel belangrijk. Terwijl we onze gedachten de vrije loop laten of juist even laten rusten, blijkt ons brein heel actief. Het gebruik deze tijd om zich te organiseren, om informatie te verwerken of om verbanden te leggen. Op die manier leer je leerlingen ook hoe ze hun onbewuste effectief kunnen gebruiken. Dat is onder andere zeer belangrijk bij het ontwikkelen van creativiteit.

Conclusie

Het boek is een aanrader voor leraren die met executieve functies aan de slag willen gaan. Het heeft een goede onderbouw en toont hoe je executieve functies groeigericht kunt inzetten. Het meest waardevol zijn misschien wel de vele praktische voorbeelden en eenvoudige werkvormen die je meteen in de klas kunt toepassen. Catherine Malfait heeft dit duidelijk zelf goed in de vingers. Er staat ook een checklist in hoe je je focus kunt kiezen. Als je een bepaald gedrag vaststelt, kun je terecht bij een aantal handige reflectievragen. Dit had wat vroeger in het boek mogen staan.

Wil je het Catherine zelf horen vertellen?

Dat kan op woensdag 28 oktober tijdens Sett Connect online. Luister hier wat ze daarbij zal vertellen.

Catherine Malfait video.png

Inschrijven kan via deze link. Ontdek hier het volledige programma.

Binnenkort krijgt haar boek ook een zusje. Catherines collega Sanne Feryn bezig aan een vergelijkbaar boek maar specifiek gericht op kleuteronderwijs.

Executieve functies kleuter.jpg

Op woensdagnamiddag 28 april zijn het dames die rocken op Sett Connect online!

De eerste editie van Sett Connect online vond in oktober vorig jaar plaats. EduNext is verheugd om ook mee het programma te hebben mogen cureren van de 2e editie. In het verleden kregen we nogal eens de opmerking dat er tijdens de EduNext inspiratiemomenten toch wel veel mannen op het podium stonden. Dat viel niet in dovemansoren. Samen met het Easyfairs team, stellen we op woensdag 28 april graag volgende vier gepassioneerde dames aan u voor. Omdat we binnenklasdifferentiatie, executieve functies, digitalisering en onderwijsinnovatie belangrijk vinden om leerlingen eigenaarschap over hun leren te laten nemen.

Veerle Kristien Catherine Katrien.png

Veerle Scheirs - Digitalisering: hoe als schoolleider een proces van digitale transformatie (co-)creëren?

Het digitaliseren van een school vraagt meer dan het aanbieden van online lessen of een laptop in de klas. Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden voor een succesvolle digitale transformatie? Hoe faciliteer je dit proces als directeur en hoe geef je dit vorm samen met je beleids- en lerarenteam? Veerle Scheirs, algemeen directeur van het Scheppersinstituut in Mechelen, ging er zelf aanstaan en heeft als schoolleider vanuit een duidelijke onderwijsvisie op co-creatieve wijze de transformatie naar een digitale leeromgeving vormgegeven. Benieuwd hoe ze dat heeft aangepakt?

Veerle Scheirs krantenartikel.jpg

Catherine Malfait - Groeien in executieve functies. Hoe? Zo!

Op je beurt wachten, gericht naar de instructie luisteren, de tijd nemen om een antwoord op de vraag te bedenken, reflecteren over wat je nodig hebt… Het zijn allemaal uitingen van executieve functies die volop in ontwikkeling zijn bij onze leerlingen. Cathérine Malfait, docent en onderzoeksmedewerker aan de Odisee Hogeschool, biedt in haar lezing inzicht in wat executieve functies zijn en hoe je deze kan herkennen in jouw klaspraktijk. Ze geeft daarbij voorbeelden over jouw executief functioneren en die van de leerlingen. Zo begrijp je niet alleen het belang van deze executieve functies voor zelfsturing en leren, je krijg ook praktische tips mee om de executieve functies van de leerlingen te ondersteunen en te versterken.

Catherine Malfait foto kind.jpg

Kristien Bruggeman (LAB) - Hoe organiseer je onderwijsinnovatie?

Het LAB was reeds eerder te gast op het EduNext leerfestival en op de eerste editie van Sett. Ondertussen zijn we een tijd verder en heeft de school niet stilgestaan. Vandaag telt de LAB school bijna 500 leerlingen en kan ze niet meer voldoen aan de inschrijvingsvraag. De school organiseert haar onderwijs rond het LAB-model, gebaseerd op de integratieve pedagogiek van Tynjala. Dit model biedt een uitgekiende combinatie van theoretische, ervaringsgerichte en persoonlijke kennis en zorgt ervoor dat de leerlingen én leraren met goesting blijven leren. LAB biedt elke leerling een individueel leertraject aan, betrekt ouders bij het persoonlijk ontwikkelingsproces van leerlingen en leidt haar leraren op tot leercoach. In de keynote vertelt oprichter en co-directeur Kristien Bruggeman hoe de school haar onderwijs organiseert, welke aandachtspunten er zijn als je ervoor kiest om je school radicaal anders te organiseren en welke effecten dit heeft op leraren en leerlingen. Klik hieronder op de link om te zien wat Kristien zal vertellen:

Kristien Bruggeman - LAB

Kristien Bruggeman - LAB

Katrien Struyven - Differentiatie in de klas: luxe of noodzaak

Leerverschillen zijn inherent aan elke klaspraktijk. Om positief om te gaan met deze verschillen binnen de leeromgeving biedt binnenklasdifferentiatie kansen. In deze presentatie gaat Katrien Struyven, coördinator van de Educatieve Masters aan UHasselt, in op de verschillen tussen leerlingen die er echt toe doen, de signalen die je alert moeten maken om differentiatie effectief in te zetten en op diverse praktijkvoorbeelden die je kunnen inspireren om er zelf actief mee aan de slag te gaan.  

Katrien Struyven foto kind.jpg

Gelukkig is er Hans …

Naast transformatie is technologie een belangrijk onderdeel van Sett. Sett staat immers nog altijd voor School Education Transformation Technology. Daarvoor zorgt collega Hans van de ICT praktijkdag. En hij zorgde ook voor mannen ;-) en super relevante thema’s zoals STEAM, de DIGISPRONG en INNNOVATIETECHNOLOGIE.

Kevin Bostoen - STEAM-challenges in lager onderwijs

In deze workshop maakt Kevin Bostoen, leraar wiskunde – techniek – fysica je bekend met verschillende STEAM-tools die gemakkelijk inzetbaar zijn in het lager onderwijs. Voor de eerste graad plaatst hij het ‘unplugged’ programmeren in de kijker. Voor de tweede graad gaat hij met de deelnemers met storytelling via het programma Scratch aan de slag. Voor de derde graad toont hij micro:bit kan helpen bij de invulling van STEAM. Je kunt hem hier horen zeggen wat hij gaat brengen.

Kevin Bostoen video.png

Ruben Vanderlinde - essentiële condities om de Digisprong te wagen

De Digisprong wordt de grootste ICT investering in het Vlaamse onderwijs sinds jaren. Onderzoek toont aan dat deze investering noodzakelijk is maar dat er ook randvoorwaarden of ondersteunende condities zijn om hiervan een succes te maken. Ruben Vanderlinde, professor aan de Vakgroep Onderwijskunde van Universiteit Gent, zal deze succescriteria tijdens zijn lezing toelichten:

1) het belang van visieontwikkeling ten aanzien van de plaats van ICT in onderwijs

2) het belang van een schoolbreed ICT-beleidsplan

3) het belang van effectieve ICT-professionalisering

Digisprong.png

GO! Atheneum Keerbergen (Lars Vandeput & Steven Hendrick):  Innovatietechnologie inzetten op de klasvloer: zin of onzin?

VR en 360 technologie vinden stilaan hun ingang in het onderwijs. Hoever staat deze technologie en biedt dit momenteel reeds een meerwaarde? In welke leergebieden kan deze technologie het pedagogisch proces ondersteunen? Hoe pak je dit organisatorisch en didactisch aan en waar en wanneer zet je deze technologie best in? Heel wat scholen overwegen een investering, maar een eenvoudig antwoord ligt momenteel niet direct voor de hand. In deze keynote lichten Lars Vandeput en Steven Hendrickx hun ervaringen hiermee vanuit concrete projecten toe.

Keerbergen.jpg

Goesting om dit inspirerende event samen met collega’s bij te wonen?

Naast deze sprekers kun je ook kennismaken met innovatieve exposanten en genieten van enkele straffe demo’s. Via deze link kun je je ticket reserveren.

Heb je een specifieke vraag voor EduNext? Breng gerust ook een bezoekje aan de online EduNext stand. Tot dan!

Tien geboden en vijf quotes uit de Inspiratiegids voor klasinrichting en scholenbouw (+School-onderzoeksproject)

Hoe kan de fysieke ruimte bijdragen tot een krachtige leeromgeving? Welke randvoorwaarden zijn noodzakelijk voor het ontwikkelen van 21e eeuwse vaardigheden? Je vindt de antwoorden in de unieke inspiratiegids van Lisa Herman van de VUB (promotoren: Jo Tondeur en Joost Vaesen). De gids biedt wetenschappelijke onderbouw, handvatten, een plan van aanpak, veel praktische voorbeelden en 24 fiches die de leeromgeving helpen afstemmen op de pedagogische noden. Hij is bovendien gratis te downloaden: Inspiratiegids voor klasinrichting en scholenbouw

Inspiratiegids full.jfif

Tien geboden

Het is een marathon, geen sprint

Zorg voor een goede voorbereiding. Vooraleer je aan het transformatieproces begint, stel je een integraal plan vanuit een goed doordachte schoolvisie. Hou rekening met pedagogische, infrastructurele en financiële aspecten

Vertrek vanuit een duidelijke visie op onderwijs

Zorg ervoor dat je weet waar je naartoe wil gaan zodat je daar steeds op kan terugvallen wanneer er twijfel ontstaat of bij het maken van keuzes. Vertrek vanuit je pedagogisch project.

Elke school is uniek, elk resultaat is contextspecifiek

Er bestaan geen twee dezelfde scholen. Gelukkig maar. Elke school heeft zijn eigenheid. Vertrek dan ook vanuit inspiratiebronnen en niet vanuit kant-en-klare oplossingen. Denk eerst goed na over van waaruit je vertrekt en wat de basisvoorwaarden zijn. Van daaruit kan je dan verder gaan. .

Pedagogiek en ruimte moeten elkaar versterken en aanvullen

Je kan een perfectie visie hebben en een gebouw die deze visie onmogelijk maakt. Je kan een perfect gebouw hebben maar gen visie om er goed onderwijs in te verschaffen. Zorg dat je pedagogiek en didactiek op orde staat en dat je infrastructuur klopt.

Betrek alle stakeholders in de school

Betrek iedereen die later in de leeromgeving zal werken of ermee in contact komen. Naast leraren dus ook leerlingen en ouders. Het kan wat langer duren maar de gedragenheid en de slaagkansen zullen groter zijn.

Communicatie is het sleutelwoord

Pas als je aan het scheppen van gemeenschappelijke betekenis voldaan is, kan je tot een eindresultaat komen waar iedereen tevreden over is. Geef na elke stap feedback en zorg voor inspraak bij de relevante betrokkenen.

Transformatie is een cyclisch proces

Een transformatieproces heeft geen vast begin en einde. Het is geen lijstje dat je afvinkt. Het is een leerproces met veel vallen en veel opstaan. er is wel een leidraad: visievorming, planning, transformatie en evaluatie

Durf hulp te vragen

Ga elders kijken. Schakel experten in. Het zelf doen is niet altijd beter. Ga eens praten met een architect. En misschien zitten er in je schoolnetwerk ook wel mensen met heel wat kennis.

Geef niet op voorhand op

Denk niet te gauw dat het in jouw school niet mogelijk is. Durf met een open geest naar verandering kijken, denk out-of-the-box en zoek creatieve oplossingen. Het ging in die andere scholen die de stap gezet hebben ook niet vanzelf.

Vergeet de technische kant niet!

Denk ook aan onderhoud, hygiëne, akoestiek, verlichting, verluchting en temperatuur. Vermijd achter verborgen ongemakken of zware kosten.

Lab 21.0 - Rhizo Lyceum - Kortrijk - Ocular bvba

Lab 21.0 - Rhizo Lyceum - Kortrijk - Ocular bvba

Vijf quotes

Klop eens een muur uit. Het is niet omdat die er al 50 jaar staat, dat die moet blijven staan!
Haal het lerarenbureau uit de klas. Dat zet de leraar tussen de leerlingen en geeft een heel andere dynamiek’
De onderwijskwaliteit lijdt er onder wanneer er geen afstemming bestaat tussen de fysiek leeromgeving en de nagestreefde pedagogie
De fysieke leeromgeving moet een plek zijn die aansluit bij het leerproces, eerder dan een plek waaraan het leerproces zich moet aanpassen
Vertrek vanuit de visie en ga dan pas nadenken over de fysieke leeromgeving

De Inspirodroom van het Inspirocollege in Houthalen-Helchteren: een hefboom voor uitdagend onderwijs en een plek waar leerlingen hun dromen kunnen najagen

Als je in het Inspirocollege te Houthalen-Helchteren binnenwandelt, kom je meteen in de Inspirodroom terecht, een grote open ruimte die prachtig ontworpen is en die in niets met een klassiek leslokaal te vergelijken is. Je verwacht een dergelijk design eerder bij Studio 100 of bij Mobile Vikings en niet in een secundaire school.

Inspirodroom intro foto.jpg

De Inspirodroom is een open leercentrum (400 vierkante meter) op maat van de leerlingen gemaakt. Er zitten maximaal vier klassen tegelijk samen.

De leerlingen gaan er op verschillende manieren met de leerstof om:

-        Groepswerk maken aan de grote tafels

-        Les krijgen in het instructielokaal

-        Presenteren op het podium

-        Taal oefenen in het taallabo

-        Lezen in de bibliotheek

Leerlingen krijgen hier meer vrijheid en ruimte en moeten niet de ganse dag stilzitten. Ze kunnen er ook na of voor school afspreken om bijvoorbeeld een spreekbeurt te maken. Of ze kunnen er in de pauzes of onder de middag chillen in een rustig hoekje.

Inspirodroom leerlingen.jpg
Ik vond de wiskundelessen vroeger heel saai maar als we nu wiskunde hebben in de Inspirodroom, ben ik heel blij. Als we dan een dag geen wiskunde hebben, dan is die dag minder leuk omdat ik dan niet hier zit
— Leerling Sara Boumjdoul

Een doordachte visie

De school zet bij haar visie in op vier principes:

Oog voor talent: streven naar een onderwijs dat jongeren zoveel mogelijk kansen geeft om hun eigen talenten, interesses, sterktes en zwaktes te leren kennen. Dit gebeurt vanaf het eerste jaar in de talenturen waar leerlingen op een creatieve manier begeleid worden bij een brede waaier aan interessegebieden en kennisdomeinen (theatertools, vloggen en bloggen, creatief met kunst, mode, inspiring English, sportmonitor, dans, houttechnieken …). Via succeservaringen ontdekt ieder waar zijn interesse meer of minder naar uitgaat, waar hij meer of minder aanleg voor heeft en welke studiekeuze hij het best kan maken.

Het gebruik van activerende werkvormen: de school streeft ernaar om jongeren zoveel mogelijk actief met de leerinhouden aan de slag te laten gaan. Via interactieve methodieken zijn leerlingen vanuit werkelijkheidsgetrouwe opdrachten actief betrokken bij hun eigen leerproces. Daarbij is er ook de ruimte voor creatieve en expressieve vormen van verwerking van leerstof. Afwisseling tussen verschillende activerende werkvormen maakt een les prettiger, versterkt de motivatie en betrokkenheid van de jongeren en schept ruimte voor differentiatie. Er is veel aandacht voor onderzoekend en samenwerkend leren waardoor het leren veel actiever verloopt.

Begeleid zelfstandig leren: hierbij delen leerlingen en leraar de sturing van het leerproces voor een bepaald leerstofonderdeel binnen een bepaalde tijd. Dat kan via een gedetailleerde planning, studiewijzers, sleutels of oplossingsbladen. Ook het differentiëren in ondersteuningsniveaus waarbij de leerlingen kunnen kiezen tussen meer of minder hulp bij het uitvoeren van een opdracht, is een mogelijkheid. Een belangrijk aspect is zelfreflectie. Leerlingen denken aan de hand van opdrachten, stellingen, of criteria na over hun aanpak, hun resultaten, hun werken in groep. Het proces naar zelfstandig leren verloopt stapsgewijs en op eigen tempo.

Participatie: de school houdt rekening met meningen, wensen, zorgen van de verschillende partijen (ouders, leraren, leerlingen). In en buiten de les kunnen leerlingen mee verantwoordelijkheid nemen, bijvoorbeeld via het leerlingenparlement. Leerlingen krijgen bijvoorbeeld de kans om tijdens hun schoolloopbaan minister van pers te zijn.

Deze principes hebben één zaak gemeen: de leerling is een actieve participant in zijn eigen leerproces. De school gelooft in het unieke van elke leerling in haar of zijn streven naar zelfrealisatie. Daarom wil ze mogelijkheden creëren voor de groei van iedereen. De nadruk ligt op de eigen activiteit, het ontdekken van de eigen talenten, het plannen, het werken in team en het in de hand nemen van het eigen leerproces. Het zijn stuk voor stuk elementen die de leraren bij elke leerling aanmoedigen. Op die manier creëert de school zoveel mogelijk een onderwijs op maat van elke leerling. Dat betekent dat de leraar niet langer alleen kennis overdraagt, hij begeleidt leerprocessen.

Ik kon moeilijk afscheid nemen van mijn stoffig krijtbord maar met dit concept, de visie er achter en enthousiaste leerlingen gaat dat moeiteloos
— Leraar Manu Costa

De leeromgeving als hefboom voor onderwijstransformatie

De school zocht naar een manier om haar visie te veruitwendigen en te realiseren.  Daarbij rees het idee om de leeromgeving volledig anders aan te pakken. Ze kwamen in contact met Deusjevoo, een decorbouwer in hart en nieren. Hun visie op leren en werken en die van creatief directeur Jo Peeters sprak de school enorm aan. Deusjevoo hecht immers veel aandacht aan de mensen die in de leeromgeving leren en werken. Via een enquête brachten ze de behoeften en belangen van leerlingen, leraren en ouders in kaart. Dat leidde tot belangrijke inzichten:

-        de grootste behoefte is een plaats is waar groepen kunnen samenwerken, discussiëren, of waar men gewoon even heel enthousiast en luid mag zijn. Maar evengoed moet de ruimte uitnodigen tot stilte en concentratie. Deze twee samenbrengen in één ruimte lijkt op het eerste zicht onmogelijk. Toch kon Deusjevoo dit dilemma oplossen en laten ze de ruimte communiceren met de leerlingen en de leraren. 

-        Verder hebben de leraren nood aan een ruimte buiten de klasmuren waar ze op een andere manier les kunnen geven. Net zo goed moet deze ruimte groepswerk faciliteren.

-        Technologie: een ruimte waar leerlingen alle beschikbare informatie ter wereld met één klik kunnen verkrijgen.

De conclusie is dat een school zoveel meer is dan een leerplan, dat iedereen andere behoeftes heeft en dat je die moet zien te integreren.

Inspirodroom kubussen.jpg

Een dergelijke vraag vereist een aangepaste infrastructuur en een creatieve, inspirerende leeromgeving. Het resulteerde in een open en multifunctioneel leercentrum waarin de vernieuwde onderwijsvisie met talentgericht onderwijs en activerende werkvormen centraal staan. Het is een plaats waar de leraren met de leerlingen in een rustige atmosfeer kunnen werken, zowel individueel als in groep. Leerlingen kunnen hier tijdens de lessen, in de vrije uren en na de schooluren terecht.

De Inspirodroom bevat een ovale arena waar je presentaties kan geven, naar een film kijken of een debat organiseren. Daarachter bevinden zich ronde tafels waarin iPads zijn ingewerkt om opzoekwerk te bevorderen. Leerlingen kunnen er samen aan een taak werken. Er is een apart instructielokaal waarbij er ongestoord les kan gegeven worden. Het is wel niet de bedoeling om deze ruimte op de klassieke manier te benutten. Meestal worden daar kortere instructiemomenten voorzien.

Leerlingen kunnen overal in de ruimte zitten. Alleen, met zijn tweeën of in kleine groepjes. Tijdens de lessen via een opdracht maar ook voorschools, tijdens de pauzes en na schooltijd, bijvoorbeeld via begeleide avondstudie. Want studeren moet je ook leren. Leerlingen kunnen in de Inspirodroom vragen stellen over de leerstof, krijgen studietips en leren een goede studiemethode en studieplanning aan.

Een fraaie bibliotheek zet leerlingen aan om in de vrije tijd of tijdens de lessen te lezen. Voor leerlingen is het een plek om zaken op te zoeken of een goed boek te vinden.

Daarnaast hecht het Inspirocollege veel belang aan taal. Daarvoor is een multimedia taallabo voorzien. In deze ruimte krijgen leerlingen bijvoorbeeld luisteroefeningen in een bepaalde taal. De leraar kan bij uitspraakoefeningen elke leerling apart beluisteren en feedback geven zodat enkel die leerling de leraar hoort.

Inspirodroom taallabo.jpg

De grote glaspartijen brengen natuurlijk licht en vormen een directe verbinding met buiten. In de binnentuin is er ruimte voor overleg en ontspanning. Het gebruik van ronde en zachte materialen dragen bij tot meer respect, verdraagzaamheid en zorgt dat leerlingen en leraren op een aangename manier met elkaar omgaan. Overal in de ruimte is tapijt gebruikt dat even hygiënisch is als een tegelvloer. Daardoor is de Inspirodroom in tegenstelling tot veel klaslokalen geen akoestische nachtmerrie. Zachte materialen zorgen voor absorptie en maken de ruimte aangenaam.

Via grote lampen wordt er ook met het licht in de ruimte gespeeld. Als van de leerlingen verwacht wordt dat ze geconcentreerd werken, kleuren de lampen rood. De Inspirodroom is dan een studie- of een rustplek. Leerlingen kunnen zich dan terugtrekken in de bib of in het treinstel. Vandaar hebben ze zicht op de groene en rustgevende buitenomgeving. Als de Inspirodroom groen kleurt, dan wil de ruimte de communicatie bevorderen met de arena als grootste communicatiefacilitator. Het is een plek waar leerlingen presentaties kunnen geven voor klasgenoten en leren spreken voor een groep. Leraren kunnen er een gesprek modereren en gastsprekers uitnodigen. Het leerlingenparlement is voorzien van een spiraaltafel om communicatie te bevorderen of debatten te voeren in eigen of andere taal. Maar ook de directie en de leraren kunnen hier overlegmomenten houden.

Inspirodroom klaverblad.jpg

Bij samenwerken kleurt de ruimte blauw. De klaverbladtafels zijn ontworpen om samenwerking te faciliteren en zijn ideaal voor groepswerken en andere opdrachten waar leerlingen samen moeten werken om gestelde doelen te bereiken. Voor grotere groepen kan de arena gebruikt worden, het treinstel voor kleinere intiemere besprekingen.

Wat brengt de toekomst?

De Inspirodroom is geen eindpunt. Momenteel oogt het lesrooster nog vrij traditioneel en zijn de basismodules zijn nog steeds vakgericht. De school verplicht de leraren niet om in de Inspirodroom te komen werken. De ruimte heeft wel nog geen enkel uur leeg gestaan. Het zijn de leerlingen zelf die aan de leraren vragen om in de Inspirodroom les te mogen krijgen. Wat een sterke trigger is om de ruimte maximaal te benutten en om ook verdere innovatie in de school aan te wakkeren. En ondertussen stijgen de leerlingenaantallen.

De school werkt gestaag verder aan de toekomst. Momenteel zit de eerste graad in het nieuwe schoolgebouw, maar ook de andere graden krijgen een nieuw gebouw: op termijn wil de school twee nieuwe bouwprojecten aangaan, waarbij ze voor de 2° en 3° graad gelijkaardige ruimtes voor hun specifieke noden willen realiseren. Weer op basis van bevragingen bij ouders, leerlingen en leraren. En aan de Inspirodroom is ook een tuin gekoppeld om buiten te kunnen leren.

Verder zijn er ideeën om in de toekomst naast een Inspirodroom ook een Technodroom te bouwen. Aan dromen geen gebrek dus in het Inspirocollege. Stap voor stap is het schoolteam op weg naar een leeromgeving waarin leerlingen eigenaar kunnen worden van hun leren.

Je mag zijn wie je bent, Met fouten en gebreken

Om te kunnen worden wie je in aanleg bent

En je mag het worden op jouw wijze en in jouw uur

Bekijk de werking en opbouw via deze video’s

Walkthrough school

Opbouw inspirodroom

Video TV Limburg

Activeer in je school ook de derde pedagogoog en bouw zo aan een krachtige leeromgeving

De leeromgeving wordt ook al eens de 3e pedagoog genoemd, naast leerlingen en medeleerlingen, leraren en opvoeders. Uit onderzoek blijkt dat de omgeving waarin mensen vertoeven een enorme impact heeft op hun gedrag. Met andere woorden, de leeromgeving aanpassen kan een krachtige interventie zijn om verandering in je school te realiseren. Ben je bij de gelukkigen die binnen onafzienbare tijd over een nieuwbouw of renovatie kan beschikken? Dan is het belangrijk om de juiste stappen te zetten zodat de nieuwe leeromgeving voldoet aan je (toekomstige) wensen. Maar ook als dat niet het geval is, kan je via aanpassingen in de bestaande leeromgeving een grote impact creëren. Maar hoe begin je daar nu aan?

Maak een integraal pedagogisch plan

Als je de leeromgeving als ingangspoort neemt voor verandering, dan start je het best vanuit een ambitieuze en gedragen visie. Waar wil je als school naartoe? Wat is de stip op de horizon? Welke graad van eigenaarschap wil je dat leerlingen erin zullen hebben? Welke leerlingen wil je aan het vervolgonderwijs, het werkveld of de maatschappij afleveren? Vanuit die visie kun je tot een pedagogisch concept met leidende principes voor de komende jaren komen. Het transformatierad kan daartoe een handig denkmodel zijn. De leeromgeving is immers een van de wielen van het rad. Je kan je de volgende vragen stellen:

- welke leerinhouden zullen er in de leerruimte aan bod komen?

- op welke manier zullen leraren er les geven of op welke wijze leren leerlingen er?

- hoe gaan leerlingen en leraren hun leren bijsturen?

- Hoe ga je slim om met de leertijd?

- Welk leermateriaal heb je in die toekomstige leeromgeving nodig?

- Wie zal er allemaal nog in deze leeromgeving actief zijn?

- Hoe ga je dit alles in de toekomst organiseren?  

transformatierad leeromgeving.jpg

EduNext transformatierad

Je kan daarbij in kaart brengen welke huidige patronen en gewoontes er in elk van de wielen van het transformatierad momenteel heersen en welke daarvan remmend zijn. Door er alternatieven voor te bedenken, kan je de negatieve patronen doorbreken. Uit die verschillende alternatieven kies je en kom je tot een geïntegreerd geheel. Daarbij maak je ook keuzes met betrekking tot het interieur. Dit doe je best alvorens dat je een (binnenhuis)architect of aannemer aanspreekt.  Het vergt immers een grondige analyse van welke ruimte je precies nodig hebt om tot excellent leren te komen.

Eerst vormen wij de leeromgeving, daarna vormt de leeromgeving ons

Denk goed na over alle parameters

Naast het pedagogische luik zijn er nog belangrijke parameters als je een nieuwe leeromgeving bedenkt. In het boek Inspiratiegids voor klasinrichting en scholenbouw vind je er een aantal waar je best een goed antwoord op weet:

-        Bezettingsgraad en groeipotentieel van de school (gebaseerd op demografische ontwikkelingen)

-        Capaciteit van de school gebaseerd op de fysische normen

-        Algemene ruimtelijke organisatie (kwaliteit inkom, binnen- en buitenruimtes)

-        Toereikendheid voor ICT gebruik

-        Risicopreventie (brandveiligheid, inbraak, vervuiling, bodem …)

-        Kwaliteit van de architectuur en de omgeving (erfgoed, karakter, eigenheid)

-        Staat van het gebouw (hoofdstructuur)

-        Kosten voor bediening en onderhoud

-        Inclusie (toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit)

-        Comfort en welzijn (thermisch, akoestisch, visueel, lucht, hygiëne)

-        Milieueffecten (energieverbruik, water, verspilling, biodiversiteit)

-        Stedelijke integratie (openbare voorzieningen, brede school, mobiliteit)

Kom tot een vlekkenplan

Je hebt nu een idee van waar je naartoe wil en je weet wat de actuele situatie is. De volgende stap is een programma van wensen, eisen en verlangens ten aanzien van de toekomstige ruimtelijke indeling. Alvorens je een plattegrond met ruimtes en beperkingen laat tekenen, maak je best eerst een vlekkenplan. Dat bestaat uit een of meerdere plattegrondtekeningen die beschrijven welke personen of groepen bij elkaar in de buurt zitten. Per groep vul je deze als een vlek in de plattegrond in op basis van de vereiste minimumoppervlakken en de gewenste relaties met andere groepen. Door een schematisch voorstel in vlekken (zones) op te maken, deel je de beschikbare ruimte in volgens de leerbehoeften. Daarbij kan je best denken vanuit leeractiviteiten: wat ‘doen’ de leerlingen: zo ontstaat er een ruimte waar ze instructie krijgen, waar ze zelfstandig werken, waar ze coöperatief bezig zijn, waar ze creatief aan de slag gaan, waar ze reflecteren of bezinnen, waar ze sociaal geconnecteerd zijn …

Een vlekkenplan brengt deze ruimte in kaart en toont de verbindingen ertussen, hoe de circulatie verloopt en in hoeverre ruimtes niet storend zijn voor elkaar. Vooraf moet het ook duidelijk zijn welke leerzones je wil en hoeveel leerlingen er maximaal aanwezig zullen zijn.

Door ronde vormen te hanteren, vermijd je dat het een grondplan wordt. Gebruik een legende op basis van symbolen, namen en ruimtebeschrijvingen. Het is handig om de relatie tussen de verschillende vlekken te beschrijven. Vergeet niet dat je  steeds vertrekt vanuit de activiteiten van de leerlingen. Daarbij is het belangrijk dat  alle leerlingen van het begin af aan toegang hebben tot alle aspecten van het leren.

Vlekkenplan basisschool De Glinster - OSK-AR architecten

Je kan het vlekkenplan ook uitbreiden tot een moodboard waarbij je foto’s van inspirerende leeromgevingen plakt. Dat is handig om in gesprek te gaan met de (binnenhuis)architect en/of aannemer. Het is wenselijk om een architect of aannemer te kiezen met onderwijsinteresse en -ervaring. Liefst iemand met een gelijklopende en toekomstgerichte onderwijsvisie. In dat geval kan je voldoende ruimte laten voor zijn of haar creativiteit. Naast het functionele is het ook belangrijk dat de ruimte er goed uitziet en dat de gekozen materialen en kleuren warm aanvoelen.

Zorg voor een dynamsich, flexibel en innovatief concept

Het is een open deur. Je kan je nieuwe of aangepaste leeromgeving nog zo toekomstgericht ontwerpen, ooit komt er een dag dat je ze wil veranderen. Dan is het handig als de inrichting niet te vast is. Daarom is een modulaire en flexibele opbouw cruciaal. Een leerinfrastructuur met beweegbaar meubilair, multifunctioneel gebruik van ruimtes, aanwending van diverse werkvormen, beschikbaarheid over nieuwe technologieën, die de buitenwereld binnen brengen en omgekeerd. Het zijn lokalen met ruimte voor aanpassing en waar een waaier van werkvormen mogelijk zijn: doceren, vertellen, onderwijsgesprekken, klasgesprekken, hoekenwerk, zelfstandig begeleid werk, ICT-ondersteunend audio-visueel leren, projectwerk en zelfstudie

Waar jongeren graag vertoeven

Zorg voor een stimulerende leeromgeving die spannend, eigentijds, ondersteunend, bezielend en inspirerend is. Een omgeving waarin je wordt gestimuleerd om graag te leren en waar je je thuis voelt. Als het ware een tweede thuis: een veilige, warme en stimulerende plek.

 Geef ons een plek waar we graag zijn

Lorenze Ramalho – voormalig leerling scholengroep Adite

En tegelijk kan deze ruimte ook een multifunctioneel werkplek voor leraren en ondersteunend personeel zijn.

Op zoek naar mosterd?

Je hoeft het niet allemaal zelf uit te vinden. Zo vind je in de eerder vermelde inspiratiegids ideeën om je eigen scenario uit te bouwen. Daarbij hou je rekening met een pedagogische as en een architecturale as. Voor elk van die assen zijn er een aantal uitgangspunten. Afhankelijk van je gekozen visie kan je een of meerdere van die uitgangspunten kiezen.

Rhizo Lyceum Kortrijk - Lab 21.0

Rhizo Lyceum Kortrijk - Lab 21.0

Een andere sterke inspiratiebron zijn de scholen die de Nederlandse ontwerpster Rosan Bosch vanuit Kopenhagen ontwerpt. Zij creëerde reeds heel wat innovatieve scholen, voornamelijk in Scandinavië. Zij gelooft in de fysieke leeromgeving als strategisch tool, als ruimtelijke interventie in onderwijskundige gebouwen om gemotiveerde leerlingen en creatieve probleemoplossers te vormen. Design als inspiratiebron voor verandering en als motivatie om nieuwe leerscenario's te ontwikkelen.

Rosan Bosch Vittra School Telefonplan.png

Rosan Bosch hanteert zes design principes:

-        Mountain Top: een ruimte voor individuen om een groep aan te spreken of te bereiken;

-        Cave: een stille ruimte voor persoonlijke concentratie, focus en reflectie. Vaak voorheen ongebruikte plaatsen in de school

-        Camp Fire: een flexibele ruimte voor leersituaties in groep en kleine teams. Focus op dialoog, brainstormen, debatteren en samenwerken.

-        Watering hole: combineert informele ruimtes met uitwisseling met voorbijgangers en storingen. Het is een ruimte waar leerlingen verrassende ideeën en verbazingwekkende vaardigheden ontdekken

-        Hands-on voegt een extra non-verbale communicatiedimensie toe aan de hierboven beschreven principes

-        Movement integreert beweging als een natuurlijk deel in alle ruimtes.

Deze design principes kan je gebruiken voor een nieuwbouw maar je kan deze ruimtes evengoed in elke bestaande school integreren.

Waar je ook nog inspiratie kan opdoen is in Niekée Roermond, de school die een tiental jaar geleden volledig verbouwd werd en waar in Agora leerlingen een persoonlijke leerroute doorlopen. Ex-directeur Sjef Drummen was een van de ontwerpers en volgens hem is een goede school een mix van:

-        Harvard (ruimte om cognitief aan de slag te gaan)

-        Een boeddhistisch klooster (ruimte voor reflectie, contemplatie, zingeving)

-        Een marktplaats (interactie met de buitenwereld)

-        Een atelier (waar je dingen kunt doen en maken)

-        De Efteling (waar je kan spelen, ontdekken en verwonderd zijn)

Niekée Roermond

Niekée Roermond

Ondersteuning nodig?

Misschien heb je bij de stap naar een nieuwe of aangepaste leeromgeving hulp nodig. EduNext inspireert en begeleidt scholen om van binnenuit te veranderen. Neem vrijblijvend contact op met Dirk De Boe op 0474/949448 of mail naar dirkdeboe@edunext.be

Geraadpleegde bronnen:

Klas met een hoek af - Inge Nuyens

The Third Teacher – 79 ways you can use design to transform teaching & learning

Blueprint for tomorrow – redesigning schools for student-centered learning – Prakash Naïr

Designing for a better worlds starts at school – Rosan Bosch

EduNext, transformeer je school van binnenuit – Dirk De Boe

Inspiratiegids voor klasinrichting en scholenbouw – Jo Tondeur en Lisa Herman

De ultieme gids voor transformatie van je school - Dirk De Boe en Peter Van de Moortel