De 10 meest gelezen EduNext blogs in 2023

Het voorbije jaar publiceerden we via onze Linkedin pagina een 2-tal keer per week een blog. Dit zijn de meest gelezen artikels:

“Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk leraren zijn voor jonge mensen die in hun bestaan zoekende zijn” - Dirk De Wachter

Dirk De Wachter denkt dat het onderwijs de kerntaak heeft mensen te leren, maar even belangrijk is het sociale aspect om ergens in de wereld een plek te vinden. En om verbinding te creëren. Interview door Mischa Verheijden.

Foto Leen Wouters

Hoe je met verschillende brillen naar een school kunt kijken en zo de leidende pedagogische pedagogische principes op het spoor kunt komen

Tijdens onze schoolbezoeken gebruiken wij een kijkwijzer waarbij we volgens de wielen van het transformatierad naar de pedagogische aanpak kijken. Zo kijk je via verschillende invalshoeken naar een school en leer je hoe ze die systemisch met elkaar verbinden (of niet).

Hoe het Lab Sint-Amands de wielen van het transformatierad invult

Inclusief onderwijs is de motor van een inclusieve samenleving – Beno Schraepen

We denken nog te veel vanuit integratie. Daarbij is de mindset: de ander moet integreren; zij moeten zich aanpassen aan ons. Anders wordt het voor ons te lastig. Maar voor een aantal mensen lukt dit niet. Het is immers moeilijk om te integreren in een samenleving die dat niet wil of die daar geen inspanningen voor doet. Inclusie gaat uit van wederzijdse aanpassing. Als we inclusief denken moeten we alert zijn voor het nog alom tegenwoordige integratiedenken, zegt Beno Schraepen, orthopedagoog, ervaringsdeskundige in het buitengewoon onderwijs en docent/onderzoeker aan de AP Hogeschool.

‘De Studie’ als voorbereiding op levenslang leren

In opiniestukken maken mensen uit het onderwijs en daarbuiten zich terecht zorgen over de vraag of scholen voldoende leraren zullen blijven hebben. Als er geen leraar beschikbaar is, dan gebeurt het dat leerlingen naar ‘De Studie’ worden verwezen. In een groot lokaal brengen ze dan de tijd door onder toezicht van een leraar. Het uitgangspunt in de columns is dat de studie iets negatief is, een vermaledijde plek waar niet geleerd wordt, waar leerlingen zich vervelen en waar ze hun motivatie verliezen. Maar dit hoeft niet zo te zijn of te blijven.

Hoe we het lerend brein kunnen ontgrendelen – Steven Laureys

 Steven Laureys, professor en klinisch neuroloog aan de Universiteit van Luik, heeft een onderzoeksgroep die zich toelegt op de studie van de werking van de hersenen bij patiënten met ernstige bewustzijnsstoornissen. EduNext collega Dirk De Boe woonde een lezing bij tijdens Cevora Talks en stelde vast dat dit thema ook voor onderwijs heel toepasselijk is.

Steven Laureys tijdens Cevora Talks

Misschien wel de grootste uitdaging tijdens een transformatietraject. Hoe krijg je iedereen mee?

Bij een veranderingstraject is het belangrijk is om voldoende draagvlak te creëren in het lerarenteam. Je wacht daarmee best niet tot er al een of meerdere proeftuinen lopen. Voor de collega’s die niet rechtstreeks bij deze innovaties betrokken zijn, wordt het nadien immers zeer moeilijk om zich achter de vernieuwing te scharen. Hoe zorg je van meet af aan voor draagvlak?

Navigate – een gids voor leiders in complexe tijden – Philippe Bailleur en Annette Meulmeester

Dit werkstuk gaat over het navigeren op onbekend en complex terrein, een uitdaging waar heel wat organisaties vandaag mee te maken hebben. Het bevat heel wat interessante inzichten voor (begel)leiders die organisaties doorheen het woelig water van voortdurende veranderingen willen helpen loodsen. Dit is onze recensie.

Foto tijdens de boekvoorstelling in Amsterdam (in het midden Annette en rechts Philippe)

Tien ontwikkelingen in de maatschappij met grote impact op het onderwijs

In deze blog vind je enkele ontwikkelingen in de maatschappij die het onderwijs sterk beïnvloeden. Van geen enkele trend afzonderlijk schrik je wellicht. Maar de combinatie van deze ontwikkelingen kunnen wel veel impact hebben.

Waarom vertrekken we bij het opleiden van mensen niet meer vanuit een droom of een passie? - Stefan Perceval

Elke dag komt theatermaker en acteur Stefan Perceval mensen tegen die in onze maatschappij gekwalificeerd zijn met een label of als ‘te moeilijk’ worden bestempeld, maar bij wie de meeste mensen niet verder kijken dan wat ze in eerste instantie waarnemen. Sterke leraren kunnen wel achter de muur kijken en daarmee leerlingen in hun kracht zetten, ook al kregen ze een label of werden ze als ‘te lastig’ bestempeld.

Stefan Perceval

Omarm de chaos of hoe je de onderstroom kunt leren voelen en ernaar handelen – Jan Rotmans en Mischa Verheijden

De auteurs richten zich in dit boek op de kern van de huidige wereldproblematiek: het kapitalistisch systeem. Er is volgens hen een reset nodig, een systeemtransitie. En die begint niet bij het systeem zelf of bij anderen maar bij onszelf. De systeemcrisis is een morele crisis en gaat over leiderschap, gericht op authenticiteit, kwetsbaarheid, verbinding en nederigheid. Dieper in onszelf zoeken wie we werkelijk zijn en een verbinding creëren tussen ons hoofd en ons hart. We lazen het boek voor jou.

Over welke thema zou je graag hebben dat we volgend jaar schrijven?

Ook in 2024 blijven we je graag inspireren en kruipen we met veel plezier in onze pen. Over welke onderwerpen zou jij graag meer willen lezen? Stuur een mail naar dirkdeboe@edunext.be en dan bekijken we het op ‘onze redactie’ ;-)









 

 

Hoe je met verschillende brillen naar een school kunt kijken en zo de leidende pedagogische pedagogische principes op het spoor kunt komen

Tijdens onze schoolbezoeken en scoutings gebruiken wij een kijkwijzer waarbij we volgens de wielen van het transformatierad naar de pedagogische aanpak kijken.

Leer kijken met verschillende lenzen

Je kunt via verschillende invalshoeken naar een school kijken en antwoorden zoeken op volgende vragen:

-        In welke mate geeft de school eigenaarschap aan leerlingen?

-        Hoe vertalen de leraren de leerdoelen in concrete lesinhouden?

-        Hoe verwerft de leerling de leerstof of hoe verzorgen leraren hun lessen?

-        Op welke manier sturen leerlingen en leraren het leren van leerlingen bij?

-        Hoe gaat de school om met de leertijd en met het lessenrooster?

-        In welke fysieke ruimtes kunnen en mogen leerlingen leren?

-        Welke mensen en organisaties worden er betrokken bij het leren?

-        Welk leermateriaal hebben leerlingen op school ter beschikking?

-        Hoe organiseert het schoolteam het onderwijs?

Als je met meerdere personen op schoolbezoek gaat, dan heb je meerdere stellen ogen. Als je daarna de bevindingen samenlegt, heb je wellicht een goede blik op hoe de school werkt en kun je het  pedagogisch concept van de school ontrafelen. En de daarbij horende leidende pedagogische principes.

ENKELE Voorbeelden

Hierbij 3 innovatieve scholen uit basis en secundair onderwijs bekeken via de wielen van het transformatierad:

Secundaire school - Lab Sint-Amands

Tienerschool Atheneum Bree

Basisschool K.A. Zottegem

Met de kijkwijzer naar je eigen school kijken

Je kunt deze leerwijzer ook toepassen om naar je eigen school te kijken en je huidige pedagogisch concept en je huidige leidende principes voor elk wiel in kaart brengen. Om daarna te kijken of deze principes nog tegemoet komen aan de uitdagingen waarmee je vandaag te maken hebt. Is dat niet het geval, dan kun je voor elk van de wielen van het transformatierad alternatieven bedenken, er een samenhangend geheel van maken, er draagvlak voor creëren en de nieuwe pedagogische principes implementeren.

Hierover in gesprek gaan?

Geef een seintje aan dirkdeboe@edunext.be of bel Dirk op 0474/949448

Hoe GO! tienerschool VONK! te Hoeilaart het vuur tot leren aanwakkert in elke leerling

Als co-curator voor Sett Vlaanderen hebben wij het genoegen om regelmatig nieuwe onderwijsconcepten te mogen scouten zoals VONK! in Hoeilaart. Het is geen tienerschool zoals die van Anderlecht en Bree (10 – 14 jarige leerlingen). Deze school heeft enkel een 1e graad secundair (ASO) en focust zich op twaalfjarigen voor wie de overstap naar het secundair onderwijs een spannende gebeurtenis is. Een nieuwe school, een nieuwe omgeving, nieuwe gezichten, een hele uitdaging. De school is aan haar 2e schooljaar bezig en startte vorig jaar – omdat de nieuwbouw nog niet af was - in het cultureel centrum van Hoeilaart. In januari van dit jaar namen ze hun prachtig nieuw gebouw in gebruik.

Het centrale thema van VONK! is vuur. De school wil het brandende verlangen van leerlingen om bij te leren ondersteunen en versterken zodat ze hun toekomst zelf mee vorm kunnen geven en tegelijk inhoudelijk sterk staan voor hun vervolgonderwijs. Overal komt dit terug, ook in de benaming van de ruimtes (Lucifer, Vulcanus, Archimedes …). De leraarskamer heet toepasselijk de ‘Vuurtoren’.

We merken tijdens ons bezoek snel dat een leerlinggecentreerde aanpak centraal staat in deze school. Het is niet alleen een tekst op hun website of een quote op het venster. Zo mogen leerlingen hun leraren met de voornaam aanspreken en is elke leraar er ook coach. Dit begint al bij de start van  het schooljaar met een kennismakingsweek. Hier leren leerlingen en leraren elkaar goed kennen. Op het einde van deze week geven de leerlingen via een top 3 voor welke coach ze kiezen. Daaruit bepalen de leraren hun stamgroepleerlingen. Alle leraren en medewerkers begeleiden samen alle leerlingen. Office Manager Brenda - die ons een rondleiding geeft - wordt evengoed aangesproken als gelijk welke vakleraar.

Leeromgeving

Elk leerjaar heeft zijn eigen verdiep. Daarin neemt het leerhuis een centrale plaats in. Het is een grote ruimte verdeeld in compartimenten die de leersfeer sterk bevordert. ’s Ochtends starten de leerlingen in kleine groepen waarbij ze de planning overlopen. Daarna verdelen ze zich over de verschillende locaties in functie van die planning. Naast het leerhuis zijn er instructielokalen (kleinere en grotere), een tribune, een stilteruimte, een leeshoek, een bistro en een pedagogische keuken. Er is ook een forum waar leerlingen samenkomen om met elkaar in gesprek te gaan over zichzelf, de school, de buurt en de wereld. Wat opvalt is dat alle leerlingen (eigen) pantoffels dragen. Dit zorgt voor meer rust. Er is ook een mooie sportaccomodatie (pingpongruimte, voetbalkooi, basketbalveld) en ze maken gebruik van de theaterzaal en sporthal van de gemeente. En er is zelfs een pluktuin.

Leervorm

Leraren beperken hun instructiemomenten tot 30 minuten. Daarin komt de theorie aan bod (v.b. meetkunde). Daarna zijn er 2 x 30 minuten lab-sessies waarbij de leerlingen de theorie interactief toepassen (v.b. met krijt meetkundige figuren tekenen op de speelplaats). Tot slot is er ‘Vonk on Fire’. Dit is begeleide, zelfstandige werktijd en kan met om het even welke leraar zijn. Een leraar moet in VONK! in staat zijn om regelmatig zijn vakpet af te zetten.

Per periode (telkens tussen 2 vakanties) is er project. Dat vindt elke week plaats op dinsdag en is met alle leerlingen (1e en 2e) samen. De leraren bepalen vooraf de projecten (v.b. het VONK! feest organiseren). Ze koppelen daar ook economische en wiskundedoelen aan. In de 1e periode van het schooljaar starten ze hiermee en is het nog meer geleid. Het zijn dan mini-projecten die om de 3 weken via een rotatiesysteem worden aangeboden en waarbij leerlingen een bepaalde activiteit volgen.

 Leerorganisatie

In VONK! werken ze met stamgroepen. Dit zijn groepen met maximaal 15 leerlingen met een bijhorende stamcoach. Per leerjaar zijn er 5 stamgroepen. Dit doen ze om het werkbaar te houden. Op maandagochtend heeft elke stamgroep samen met hun coach een moment waarbij de leerlingen algemene info over de school krijgen. Hiervoor maakt de school voor de stamcoaches een PowerPoint. Daarna volgt in elke stamgroep een planningsmoment.  In de agenda van de leerlingen  staat de begeleide werktijd vast ingeroosterd. Met behulp van hun studiewijzer plannen ze hun week verder in. De leraren geven zelf hun planning door vóór zondagavond 20u, elke leraar voor zijn eigen vak. De leraren hebben een algemeen VONK! lessenrooster met daarin alle leerlingen en hun routes (zie lager). Wat opvalt in VONK! is dat er er geen aparte zorgleraren zijn.

Leerproces

De school werkt met een routesysteem voor Nederlands, Engels, Frans en wiskunde:

-        G-route (gestuurd)

-        B-route (begeleid)

-        Z-route (zelfstandig)

De leerlingen kiezen per vak welke route ze volgen en kunnen dus voor Nederlands bijvoorbeeld in een andere route zitten dan voor wiskunde. Na elke periode sturen leraren dit bij, vooral via bevragingen aan leerlingen tijdens coachinggesprekken. Daaruit blijkt dat de meeste leerlingen zich na wat oefening vrij goed kunnen inschalen.

Voor rapportage werken ze met kleurenschalen:

-        rood (niet behaald)

-        oranje (op weg)

-        groen (behaald)

-        blauw (uitstekend). 

Er heerst ook een sterke feedbackcultuur op school. Op elke taak of evaluatie krijgen leerlingen digitale of mondelinge feedback.

Tijdens het 2e planningsmoment op donderdag sturen de leerlingen hun planning bij en werken ze ook aan leren leren, coaching, motivatie.

Na elke periode is er een klassenraad van 1 dag waarna een er telkens een genstergesprek (oudergesprek) volgt. Het is de bedoeling dat de leerlingen dit driehoeksgesprek op termijn gaan leiden.

In de leerruimtes vinden leerlingen ook heel wat praktische middelen om hun leerproces in eigen handen te nemen of om eerst zelf het antwoord te zoeken alvorens het aan de leraar te vragen.

Leerinhoud

Voor elke periode maakt elke leraar een leerpad met de te behalen doelen inclusief de evaluaties. De leraren mogen zelf kiezen of ze al dan niet met een methode of met eigen materiaal uitwerken. 50% van de lesinhouden komen via een methode, de andere helft ontwikkelen de leraren zelf.  

Leerlingen hebben ook keuzevakken: STEAM/Latijn in 1e jaar, moderne talen/wetenschappen en STEM/wetenschappen in 2e jaar. Daarnaast krijgen ze anderhalf uur per week lichamelijke opvoeding (traditioneel) en is er ook 30 min sport en spel. Daarvoor zijn er 6 disciplines in lessen uitgewerkt (o.a. petanque). Voor talen en cultuur werken ze vakoverschrijdend met challenges. Zo is er voor Engels bijvoorbeeld een uitdaging om je eigen recept te creëren. Het winnende recept wordt bereid.

Leertijd

Leerlingen bepalen gedurende de week hun eigen tempo (zolang het maar klaar is op het einde van de week). Zo plannen ze in de voormiddag tussen 9.40u en 12.10u ook zelf hun pauze in. Sommige leerlingen gaan zodanig op in het leren dat leraren hen attent moeten maken om toch een break te nemen. En er zijn natuurlijk ook enkele leerlingen die daarbij in de gaten moeten gehouden worden. Elke donderdag stoppen de leerlingen om 14.30u. Dan is VONK!@home tijd. De leerlingen werken dan tot 17u thuis verder aan hun schooltaken. Dit zorgt wekelijks structureel voor 2,5 uur overlegtijd voor het lerarenteam. Drie keer per maand vindt het overleg plaats met het volledige team en éénmaal per maand is er ruimte voor zelfgeorganiseerd overleg. Op woensdag is er les tot 13.00 uur.

Leermateriaal

Elke leerling beschikt via hun laptop over een Google-agenda waarin ze hun eigen planning maken (instructiemomenten, werken aan taken, samenwerking …). Elke leerling heeft dus haar of zijn eigen lessenrooster. De leerlingen werken in Google Classroom waardoor het maken, verspreiden en beoordelen van opdrachten vereenvoudigt. Daarnaast werkt de school met Google Drive voor gedeelde documenten, lesfiches en mappen.

Wat ook opvalt ’s ochtends als de leerlingen op school aankomen, is dat ze hun mobiele telefoon in het GSM-hotel deponeren. Hun laptop is dus overdag hun enige scherm en sociale media zijn hierop uitgeschakeld. Omdat sommige leerlingen over een smartwatch beschikken, hebben ze daarover ook afspraken gemaakt.

Leernetwerk

Externe samenwerking is belangrijk voor de school. Naast een goede samenwerking met de gemeente, werkt het schoolteam ook samen met andere scholen uit de scholengroep SCOOP zoals Tangram Vilvoorde en Impuls Dilbeek. Daarnaast is er ook een nauwe samenwerking met de moederschool (Atheneum Tervuren) waarmee ze een traject rond zelfregulerend leren lopen. Er zijn ook Erasmus + projecten waarin bijvoorbeeld leerlingen uit de Z-route Engels een stellingenspel organiseren. Jaarlijks brengt de school een bezoek aan de lokale imker. Daarnaast is er op maandagavond co-housing met het CVO en werkt de school samen met het Jongeren Advies Centrum (JAC).

Benieuwd hoe je tot een NIEUW onderwijssconcept komt en DAARVOOR DRAAGVLAK CREËRT?

EduNext heeft voor alle duidelijkheid VONK! niet begeleid bij dit traject. De school heeft het volledig zelf gedaan. We coachen wel heel wat andere scholen die nood hebben aan procesbegeleiding, een neutrale blik en inspiratie uit andere scholen. Dat doen we op verschillende manieren. Wil je weten wat de mogelijkheden zijn, dan is een gratis intake gesprek mogelijk. Mail naar dirkdeboe@edunext.be of bel Dirk op 0474/949448

Vormingsnamiddag Professionele LeerGemeenschappen over de schoolmuren heen

Op 8 en 23 november organiseerde veranderwijs.nu een studienamiddag Professionele Leergemeenschappen (PLG’s) over de schoolmuren heen. Vlajo en EduNext namen de organisatie en de inhoudelijke coördinatie voor hun rekening. Een 70-tal deelnemers vonden hun weg naar Aalst en Leuven en gingen een namiddag in co-creatie. Lees hieronder de samenvatting.

Starten met een professionele leergemeenschap

Maarten Bruns die in Nederland heel wat professionele leergemeenschappen heeft begeleid, leidde het thema in. Hij begon met enkele quotes van docenten die ook bij ons in Vlaanderen heel herkenbaar zijn.

‘We proberen wel samen aan onderwerpen te werken, maar het wordt snel een discussie waar weinig uitkomt’
— Hans, leerkracht P.O.

Wat is dat nu eigenlijk, een Professionele LeerGemeenschap?

Maarten benadrukt dat een Professionele leergemeenschap zich onderscheidt van andere professionaliseringsvormen zoals symposia, workshops, hackatons of intervisies omdat het gaat over structurele bijeenkomsten waarbij teams zowel kennis en ervaring delen en ook nieuwe kennis of producten creëren. Het is belangrijk om van bij de start te benadrukken dat het zal gaan over de inhoud, het leren van en met elkaar en dat het een duurzaam initiatief is met als doel samen het leren van leerlingen te versterken.

Zoek het niet altijd extern

We hebben soms de neiging om de kennis van buitenaf in te roepen. Voor een PLG is dat niet altijd of constant nodig. Als je het team goed samenstelt, dan heb je al heel veel kennis en expertise rond de tafel. Die competenties en vaardigheden zijn vaak groter dan je denkt. Het voordeel is dat je veel beter aansluit op de voorkennis, de overtuigingen en de werkwijze van de deelnemers. Voor specifieke expertise kun je er af en toe wel iemand bij halen.

80% van de input van een PLG komt uit de groep zelf
— Maarten Bruns

Zorg voor een duidelijke structuur

Je houdt het best dezelfde structuur aan voor elke bijeenkomst:

Illustratie uit presentatie Maarten Bruns

Je begin elke bijeenkomst steeds met een stand up. Daarin delen de teamleden waar ze mee bezig zijn geweest sinds de vorige bijeenkomst en wat de status van de activiteiten is. Dit kan via een teambord waar deelnemers in een halve cirkel rond komen staan. Dit hou je kort zonder ruimte voor vragen of discussie. Als mensen elkaar kunnen helpen of tips hebben, dan doen ze dat achteraf.

Daarna volgen drie fases waarover je de tijd gelijkmatig verdeelt:

-        Exploreren: de PLG deelnemers verkennen het onderwerp met elkaar op basis van eigen kennis en ervaring. Het is belangrijk om hierbij ook de tijd in de gaten te houden. Je hebt deelnemers die maar blijven exploreren terwijl anderen meteen aan de slag willen.

-        Condenseren: de teamleden vatten de belangrijkste bevindingen samen. Bijvoorbeeld door de output van de exploratiefase in een mindmap te zetten en daarna stickertjes te kleven bij de voorkeursideeën of door hen te laten stemmen.

-        Maken: zorg dat de deelnemers aan een concreet product werken dat in de praktijk bruikbaar is. Een van de voorbeelden die Maarten aanhaalde is de plug-in bij een les. Dit is een kleine, praktische toevoeging die je als het ware inplugt op een bestaande les.

Je sluit de bijeenkomst telkens met een retro. Daarbij ga je in op hoe de samenwerking verliep en wat de deelnemers van het product vinden dat ze hebben opgeleverd.

goed startEN is goud waard

De startbijeenkomst is cruciaal voor het succes van de PLG en moet je goed voorbereiden:

-        Werk aan een relevant thema: je mag inhoudelijk sturen maar zorg voor gedragenheid van de thema’s door de teamleden.

-        Nodig 6 tot 12 mensen uit: kleine groepen werken vaak beter; anderzijds heb je steeds een bepaald aantal mensen nodig omdat je de kennis uit de groep wil laten komen.

-        Geef ruimte om te experimenteren: sta de deelnemers toe om fouten te maken.

-        Stel positieve verwachtingen: het is belangrijk dat collega’s bereid zijn om elkaar te helpen. Hogere verwachtingen zorgen vaak voor hogere resultaten.

-        Plan tijdig data en frequentie: zorg dat de PLG’s ingeroosterd worden bij de start van het schooljaar en dat deelnemers minimum 1 x per maand gedurende 2,5 à 3 uur samenkomen.

-        Zorg voor coaching: iemand die het proces in de gaten houdt, die vermijdt dat het bij een babbelsessie blijft en die zorgt dat er op het einde een product is.

-        Betrek de omgeving: nodig af en toe mensen uit van buiten de PLG en communiceer regelmatig over je resultaten. Zo bekom je meer draagvlak voor de implementatie.

Het boek der samenwerking

Tijdens zijn lezing liet Maarten ons rechtstaan en nadenken over onze beste samenwerkingservaring en wat daar dan zo bijzonder aan was.

Boek Der Verwachtingen - Aalst - Leuven

Dit is een oefening die je bij de start van een PLG kunt doen en waar je tijdens het verloop van de bijeenkomsten regelmatig kunt op terugvallen => zijn we nog wel in lijn met wat onze verwachtingen?

Verzamel een enthousiast team

Maarten adviseert om deelnemers zoveel mogelijk vrijwillig te laten deelnemen. Als ze er geen zin in hebben of het er echt niet bij kunnen nemen, dan worden ze beter geen lid. Anders verhinderen ze het ontstaan van een echte PLG. De passieve, negatieve houding van één teamlid kan de totale sfeer van de groep immers sterk beïnvloeden. Je hebt eigenlijk 3 type docenten:

Illustratie uit presentatie Maarten Bruns

-        Varkentjes zien de PLG volledig zitten en zijn bereid om er met hun snuit volledig in te duiken en zo de beste truffels te vinden.

-        Kippetjes moeten het eerst nog zien gebeuren en willen af en wel een bijdrage leveren maar twijfelen nog of dit allemaal wel echt nodig is.

-        Egeltjes worden liever met rust gelaten en hebben andere belangrijke zaken te doen. Ze geloven vaak ook niet in de aanpak of het thema.

Maarten raadt aan om in een PLG met de varkentjes aan de slag te gaan, de kippetjes er af en toe bij te halen en de egeltjes te weren. Daarbij moet je de varkentjes gemotiveerd houden en soms ook temperen. Door de kippetjes af en toe te bevragen, bekom je interessante input en creëer je ook draagvlak. De deelnemers in Aalst en Leuven stelden de terechte vraag of het wel oké is om de egeltjes erbuiten te laten. Op die manier hoeven ze nergens aan mee te doen maar kunnen ze achteraf wel kritiek hebben op de gemaakte producten. Hier valt geen eenduidig antwoord op te geven. Het hangt sterk af van de context. Maar leraren kunnen een of twee keer passen voor een PLG maar dat niet blijven doen. In dat geval moet er een gesprek plaatsvinden.    

Zorg voor tijd!

Een cruciale factor voor de slaagkans van een PLG is tijd. Zorg dat er in het lesrooster ruimte gecreëerd wordt zodat de PLG deelnemers bij elkaar kunnen komen en er ook tussendoor verder kunnen aan werken. Dat betekent dat de schoolleider hier verantwoordelijkheid moet nemen en de PLG(‘s) ook tijdig inplant. Liefst voordat de roosters voor het nieuwe schooljaar gemaakt zijn.

Resultaten workshop

Met de inspiratie uit de lezing, mochten de deelnemers in teams nadenken over de uitdagingen waar ze mee te maken krijgen tijdens het opstarten en onderhouden van hun PLG’s. Dit zijn een aantal van hun uitdagingen:

-        Hoe kunnen we de basisprincipes van een PLG integreren in de bestaande overlegstructuren in onze school/leersteuncentrum?

-        Hoe kunnen wij kennis en inzichten uit het PLG team implementeren in de hele school (niet PLG leden)?

-        Hoe kunnen we binnen een PLG zorgen voor een onderzoekende houding waardoor we een positieve impact krijgen op de leerresultaten van leerlingen?

-        Hoe maken we tijd vrij voor onze PLG? Hoe gaan we van georganiseerd naar zelfgestuurd? Hoe creëren we draagvlak? Wat doen we als het fout loopt?

-        Hoe kunnen we de bezieling houden tijdens de PLG sessie en tussendoor?

-        Hoe kunnen we in de PLG structureel overleg voorzien tussen verschillende scholen?

-        Hoe komen we tot één gedragen en gemeenschappelijk doel?

Hierop gingen de teams divergeren en convergeren om daarna aan elkaar hun oplossingen te presenteren:

Uitgewerkte ideeën van de studienamiddag in Aalst

Uitgewerkte ideeën van de studienamiddag Leuven

Meer lezen over PLG’s?

Maarten Bruns schreef samen met Martin Bruggink een praktisch boek over PLG’s met daarin ook interessante werkvormen. EduNext schreef er deze recensie over.

Maarten Bruns vanuit Campus Corso in Leuven terug naar Nederland

Futurotopia! Laten we onze jongeren leren om de onzekere toekomst te omarmen

Begin oktober dompelde de POM West-Vlaanderen (Provinicale Ontwikkelings Maatschappij) samen met TUA West (Technische Universitaire alliantie) tijdens Futurotopia ondernemers en onderwijsspecialisten onder in de fascinerende wereld van strategisch toekomstdenken.

Illustratie - visualharvesting.com

Houston, we have a problem!

De openingsavond begon met een lezing van Peter Bischop, Associate Professor Strategic Foresight aan de universiteit van Houston en oprichter van Teach The Future. Deze organisatie heeft als doel om toekomstdenken naar de school- en klasvloer te brengen.

Peter Bischop zegt dat als we over de toekomst spreken, we vaak taal uit het verleden gebruiken. We leven in de 21e eeuw en werken toch met modellen van de 20e eeuw. Zo proberen we vanwaar we komen (data en kennis uit het verleden) te extrapoleren om de toekomst te voorspellen. Maar dat is onmogelijk, daarvoor is de wereld veel te complex en disruptief geworden. De kans dat je door extrapolatie een goed beeld krijgt van de toekomst is uiterst klein. Je kunt de toekomst niet voorspellen of bestuderen omdat ze nog niet bestaat. Je kunt ze wel verkennen en de juiste vragen leren stellen.

Peter Bischop zegt dat leerlingen toekomstgeletterdheid bijbrengen een belangrijke taak is voor alle leraren in de wereld. We moeten de toekomst insluiten in onze scholen. Leerlingen leren nadenken over mogelijke toekomsten. Het doel van ’toekomstkunde' als vak is dan ook om jongeren te leren omgaan met onzekerheid en verandering. Hen helpen nadenken over de gevolgen van mogelijke toekomstscenario’s zodat ze vandaag en later betere beslissingen nemen.

De toekomst is niet zoals het verleden maar het rijmt erop
— Marc Twain

We moeten op een andere manier nadenken over de toekomst. De professor vergelijkt het met een toneelspel in drie bedrijven waarvan we nu op het einde van het tweede bedrijf zitten:

1.      Drama: wat is er gebeurd?

2.      Complex: waar zijn we nu?

3.      Collaps: waar zullen we zijn?

Het is belangrijk om de toekomst te leren verbeelden. Door te denken aan mogelijke toekomstige gebeurtenissen die vaak eenvoudig zijn en zich soms verbergen in volle zicht. Je kunt ook nadenken over wat de toekomst zou kunnen zijn, zowel vanuit negatief als vanuit positief oogpunt. Het is vaak geen bestemming en ook niet één mogelijke toekomst maar allemaal tegelijk. De valkuil is om er de onzekerheid uit te willen halen. Maar dat kan niet, de toekomst is immers onzeker. Steeds meer zullen er zwarte zwanen opduiken. Gebeurtenissen met een enorme impact die vooraf niet te voorspellen waren.

Nadenken over de toekomst is zoals een kind opvoeden. Je kunt een plan voorbereid hebben. Veel geluk ermee!

De toekomst verkennen is geen top-down spreadsheet maar eerder een relatie, een co-creatie met de wereld, met de gemeenschap, met collega’s. Ook als we nadenken over onze eigen (privé) toekomst, denken we vaak aan één toekomst of uitkomst.

Herinner de toekomst

Na de lezing van Peter Bischop volgde een knappe documentaire waarbij een aantal specialisten en stakeholders hun visie geven over hoe we met de toekomst kunnen omgaan.

We leven in een versnelling van de versnelling. De toekomst is onzeker omdat er veel variabelen zijn. Toekomstdenken is nadenken over: ‘als dit zich zou voordoen, hoe zou ik daar op anticiperen?’ Je kunt dit bijvoorbeeld doen via horizon scanning: zoeken naar signalen die je nu al om je heen ziet en kijken hoe deze in de toekomst evolueren. De priesters van de Nijl keken naar signalen om te weten hoe hoog het peil van de Nijl zou komen. Zo vraagt Thomas D’hooghe, futurist, docent en onderzoeker aan Hogeschool Vives, zijn studenten om de toekomst te tekenen. Meestal is dat een homogeen resultaat: robots, vliegende auto’s, wereld in brand … Het is belangrijk dat ze meerdere scenario’s leren bedenken en hun perspectief kunnen openen om vorm te geven aan de toekomst.

Toekomstbeelden worden natuurlijk beïnvloed door tech-bedrijven zoals die van Elon Musk met hun specifieke belangen. Deze gaan vaak voorbij aan democratische principes. Door iedereen een stem te geven, openen we de mogelijkheid om te verbreden en te co-creëren. En dat is heel hard nodig want we zijn als mensheid onze eigen apocalyps aan het voorbereiden. Hopelijk gaat het sociale leven niet verder achteruit. Maar gelukkig zijn er nieuwe krachten die een nieuwe samenleving nastreven en is er veel activisme.

De meeste mensen zijn bang voor de toekomst omdat die onzeker is en mensen houden daar niet van. We hebben bijvoorbeeld schrik voor wat artificiële intelligentie voor ons zou kunnen betekenen. Het maakt ons even argwanend als de automatisatie enkele tientallen jaren geleden.

We mogen er niet bang voor zijn maar er wel bewust stil bij staan. Wat zijn de voordelen? Wat zijn de nadelen? Daarbij niet alleen doemscenario’s bedenken maar ook omdenken naar een positief toekomstbeeld. En zo hoop creëren. In Wallonië was er een gigantische overstroming waar ze totaal niet op voorbereid waren. Deze oefening vooraf had veel ellende kunnen besparen.

Tegenwoordig zijn er veel complexe problemen die je enkel kunt oplossen door creatief te denken. We kunnen de toekomst enkel verbeelden. Het is belangrijk om opnieuw positieve toekomsten voor te stellen. Kijken naar de waarde van de verbindingen die we met elkaar maken.

Een strategie om rekening te houden met de toekomst is de toekomststoel. De lege stoel. Op het moment dat je een beslissing neemt, vraag je het aan de lege stoel die de toekomstige generaties voorstelt. Ze werk je op lange termijn en neem je betere beslissingen.

Het is belangrijk om jongeren hierin te begeleiden. Zij zijn immers de toekomst, zij gaan het verschil maken. We moeten jongeren meer voorbereiden op het leven en hoe ze daarin zichzelf kunnen zijn. Daarom moet het onderwijs meer inzetten op creativiteit zodat jongeren wendbaarder worden en vlotter leren samenwerken. Het is belangrijk om les te geven over de toekomst, jongeren te leren vooruitdenken, hen leren verantwoordelijkheid nemen over wie willen ze worden. En dat kan in veel verschillende vakken op school. We hebben een inhaalbeweging nodig voor toekomstdenken in België. Zo kunnen onze ondernemingen lerende organisaties worden, ons enige duurzaam voordeel in een snel veranderende wereld.

Laten we in plaats van een wetende een lerende organisatie worden

Je kunt hier zelf de documentaire (26’) bekijken.