Hoe we het lerend brein kunnen ontgrendelen – Steven Laureys

Steven Laureys, professor en klinisch neuroloog aan de Universiteit van Luik, heeft een onderzoeksgroep die zich toelegt op de studie van de werking van de hersenen bij patiënten met ernstige bewustzijnsstoornissen. Het onderzoek in het domein van neurologische aandoeningen zet grote stappen vooruit en de resultaten zijn bemoedigend. Maar ook de dagelijkse werking van onze hersenen blijft een belangrijk onderzoeksdomein. Het is een mysterieuze wereld waarin nog veel te ontdekken valt maar waarvan we ondertussen toch al iets weten. De kracht van ons brein ligt niet alleen in het aantal neuronen (miljoenen) maar vooral in het aantal connecties tussen de neuronen en de kwaliteit ervan. Hoe de neuronen met elkaar verbonden worden, daar kun je invloed op uitoefenen. Via breincomputerinterfaces en artificiële intelligentie kunnen onderzoekers dat in kaart brengen. En zo kunnen ze het fascinerende geheim van het brein stap voor stap ontrafelen.

De emotieloze robot

Steven Laureys geeft aan dat zelfs de krachtigste robot nog altijd niets voelt. Zo bestaan er basketbalrobots die de bal vanop een afstand succesvol in de korf kunnen gooien en nooit falen. Ze zullen echter nooit de adrenaline kennen van een basketbalspeelster die onder druk een driepunter binnen gooit. We kunnen ons brein niet vergelijken met een computer, het is niet digitaal. Robots kunnen wel doen alsof ze empathie hebben maar ze voelen natuurlijk niets. Het is belangrijk om als mens geen robot te worden en veel flexibiliteit te creëren. Dit kan door een groot zelfbewustzijn op te bouwen, je empathisch vermogen te doen groeien en een gematigd ego te hebben. Dat laatste kan met ons aan de haal gaan maar het kan ook een kracht zijn.

Steven Laureys tijdens Cevora/Cefora Academy Talks

MediTatie en mindfullness als mentale gymnastiek

Tijdens de lezing doet de professor met het publiek een meditatie. Hij vraagt om de ogen te sluiten en om rustig in te ademen (via de neus) en uit de ademen (langs de mond). Hij wil dat iedereen zich concentreert op zijn ademhaling en iets langer uit dan inademt. En als er gedachten binnen komen, om die er te laten zijn en dan los te laten.

Vanaf het moment dat je focust, komt er een soort kalmte over jou die een positief effect heeft op je brein. Dit vraagt natuurlijk oefening maar onderzoek van zijn team toont aan dat als je elke dag twee keer twintig minuten mediteert, dit al na acht weken een wezenlijk verschil oplevert in onze hersenen. Er ontstaat een structurele verandering in ons brein. Bepaalde delen van ons brein zijn groter geworden. Afhankelijk van wat je doet ga je bepaalde gebieden zien veranderen. Zo heeft het aanleren van een vreemde taal een positieve impact op je abstract denken, op je wiskundig denken en zorgt dit voor een grotere plasticiteit van je hersenen.

Het blijkt dat mensen die een opleiding volgen met hun gedachten vaak elders vertoeven. Ze zijn dan dikwijls al aan het anticiperen en aan het nadenken over andere dingen. Focus leren houden is daarom cruciaal en meditatie is een van de mogelijkheden om die capaciteit te verhogen.  

Stress- en ouderdomspreventie

Het blijkt dat meditatie ook kan helpen tegen stress. Als er gevaar dreigt, dan bereiden we ons voor om te vechten of te vluchten. Dat is zeer gezond maar het kan te veel worden en leiden tot chronische stress. De sabeltandtijgers van vroeger zijn nu mails, vergaderingen of managers geworden. Langdurige en overmatige stress heeft een structurele impact op het brein. Daardoor kunnen onze hersenen hyperalert worden waardoor er een continue stroom van gedachten, percepties en emoties kan ontstaan. Het stemmetje in ons hoofd helpt ons om mooie dingen te verbeelden maar te veel is te veel. Je kunt op een bepaald moment in denkcirkels blijven hangen.

Ons denkend brein gebruikt zeer veel energie en heeft dus ook regelmatig nood aan rust. Zo vertelt de professor dat hij ’s ochtends een gesprek had met de decaan van de universiteit. Het liet hem niet los en toen hij ’s nachts samen met zijn vrouw in bed lag, lag de decaan er ook bij …

Als je de verkeerde rij neemt in de Colruyt of de langste file op de autosnelweg hebt gekozen, jaag je niet op en doe even een ademhalingsoefening
— Steven Laureys

Tegenwoordig geven mensen flink wat geld uit om niet ouder te worden. Meditatie blijkt een meetbaar effect te hebben op het verouderingsproces. Mensen die bijvoorbeeld risico lopen op dementie kunnen via mentale gymnastiek een collectieve reserve en flexibiliteit opbouwen.

Geen tijd?

Twintig minuten ’s ochtends en twintig minuten ’s avonds mediteren is een inspanning en misschien niet altijd haalbaar. Doe zoveel als je kan en weet dat je overal kan mediteren. Daarnaast zijn er ook informele oefeningen die je altijd kunt doen. Bijvoorbeeld enkele stiltemomenten inbouwen gedurende de dag of bij het begin van een vergadering kunnen veel deugd doen. Je kunt tijdens de middagpauze een mindful walk doen in plaats van op je smartphonescherm te scrollen. Tijdens die wandeling kun je aandacht hebben voor een sensoriële beleving. Wat zie je (misschien wel voor de eerste keer)? Wat voel je daarbij? Op die manier kun je wat afstand nemen van je gevoelens van de voormiddag.

Het effect van meditatie is vaak groter dan het effect van medicatie zoals angstremmers, antidepressiva en pijnstillers
— Steven Laureys

Cognitieve flexibiliteit

Dit is een belangrijke capaciteit om anders om te gaan met de realiteit. Het blijkt met een structurele verandering in het brein te correleren. Leiders die succesvol zijn in een sterk veranderende context blijken over een sterk bewustzijn te beschikken, vertrouwen erop dat het goed zal gaan en kunnen zich vlot aanpassen aan veranderingen.  

Degelijk dodo doen

Voor leren is naast kennis en vaardigheden ook het emotioneel welzijn en motivatie belangrijk. Een niet te onderschatten element is de kwaliteit van onze slaap. Wat je leert overdag, wordt ’s nachts verwerkt. Metingen met personen ‘s nachts tonen dat de hippocampus dan oplicht. Het reactiveert het geleerde. Niet goed slapen heef een negatieve impact op het leerproces en op het emotioneel welzijn. Het blijkt ook dat we - als we minder goed slapen - minder solidair zijn. Daarnaast vindt tijdens onze slaap ook in ons brein ook een natuurlijke detox plaats. Toen iemand de vraag stelde of ze vroeger moest opstaan om te mediteren, raadde de professor haar aan om toch te blijven liggen.

Balans geest en lichaam

Een mens is een systemisch geheel zoals in de dia hieronder mooi voorgesteld:

Steven Laureys tijdens Cevora/Cefora Academy Talks

We kunnen een heel leven lang iets doen aan onze gezondheid, onze vaardigheden en het behoud van onze hersenen. Steven Laureys adviseert om onderweg van het parcours te genieten en niet alleen te focussen op de mijlpalen. Het is belangrijk om zorg te dragen voor jezelf en om flexibel te blijven. Bewust zijn van je lichaam, meer bewegen en meditatie kunnen daarbij belangrijke hulpmiddelen zijn.  

Alternatieven

Er zijn ook meditatie-apps zoals Petit Bamboo of Headspace maar er zijn ook mensen die daar zenuwachtig van worden. Andere mogelijkheden zijn hypnose, cognitieve trance, ritmische muziek, mentale verbeelding, gebed, bodyscan en ook wearables zoals Moonbird. Ook regelmatig luisteren naar klassieke muziek kan een positieve impact hebben.

Le talent c’est d’avoir envie de faire quelque chose
— Jacques Brel

Breinbreker

In de goodiebag zit voor elke deelnemer een van de boeken van Steven Laureys. Dit wordt smullen tijdens de herfstvakantie!

Bedankt Cevora – Merci Cefora!

Boek Breinbreker - Borgerhoff & Lamberigts

Starten met een Professionele LeerGemeenschap  - PLG-Teams in het onderwijs - Maarten Bruns en Martin Bruggink

Meer en meer onderwijsprofessionals zijn ervan overtuigd dat goed samenwerkende en van elkaar lerende leraren de onderwijskwaliteit versterkt. Een van de manieren om dat te bereiken is om professionele leergemeenschappen te vormen.

Onderzoek toont aan dat heel wat professionele leergemeenschappen niet het gewenste resultaat opleveren. Redenen daarvoor kunnen zijn: geen goede focus, te weinig engagement, opgelegd van bovenaf, onvoldoende coaching of ondersteuning, geen concrete resultaten, te weinig quick wins …

In onderstaand boek geven Maarten Bruns en Martin Bruggink hoe je een PLG succesvol kunt opzetten en verduurzamen.

Boekcover - Starten met een Professionele LeerGemeenschap - PLG-Teams in het onderwijs - Basalt

Volgens de auteurs is een professionele leergemeenschap (PLG) een team van leraren dat op regelmatige basis bij elkaar komt, hun kennis en ervaring met elkaar uitwisselt en van elkaar leert. De bedoeling is dat ze – vanuit zaken waar ze tegen aan lopen – een oplossing bedenken in de vorm van een concreet product. Dat kan een les zijn of een proces die ze gezamenlijk kunnen gebruiken ter verbetering van de onderwijskwaliteit. Door dit aansluitend uit te proberen in de klas, ervaringen met elkaar uit te wisselen en ervan te leren, kunnen ze het product beter maken en zo beter onderwijs verschaffen. Bij een PLG ligt de nadruk op het uitwisselen van kennis en ervaring en van elkaar leren. Het gaat over verbeteren én over het creëren van een lerend netwerk. Een PLG bestaat dus uit een hecht team dat naar een gezamenlijk doel streeft, zaken uittest en regelmatig feedback organiseert. Het komt minstens één keer per maand samen. Anders verlies je de kadans.

De schrijvers benadrukken dat een PLG meer is dan een intervisie. Een vaste groep (6 tot 12 deelnemers) komt volgens een afgesproken ritme samen en legt elkaar zaken voor waar ze de afgelopen tijd tegenaan gelopen zijn en proberen samen tot inzichten en tot oplossingen te komen. Het is steeds de bedoeling om een concreet product af te leveren, liefst iets gezamenlijks dat de deelnemers kunnen gebruiken ter verbetering van hun lessen of van de schoolwerking. Het is ook belangrijk om de producten zoveel mogelijk direct uit te proberen in de les en de aanpak te bespreken met collega’s en teamleiders. De feedback die ze daarbij ontvangen, brengen ze weer in de PLG zodat verdere uitwisseling van kennis en ervaring plaats kan vinden.

Vijf belangrijke stappen

Maarten Bruns en Martin Bruggink zien in elke bijeenkomst vijf gebeurtenissen:

1.      Stand-up: wat heeft iedereen getest en toegepast sinds de vorige bijeenkomst en welke hindernissen zijn de deelnemers tegengekomen?

2.      Exploreren: de deelnemers verkennen met elkaar het onderwerp op basis van eigen kennis en ervaring

3.      Condenseren: wat zijn de belangrijkste bevindingen uit de vorige bijeenkomst?

4.      Maken: de deelnemers werken aan een concreet product dat in de praktijk bruikbaar is

5.      Retro: hoe ging de samenwerking en wat vinden de deelnemers van het product dat ze hebben opgeleverd?

De auteurs benadrukken dat de PLG bijeenkomsten op zich niet voldoende zijn. Er moet tussen de bijeenkomsten ook verder gewerkt worden aan de producten en ze moeten ook toegepast en afgestemd worden met collega’s en andere betrokkenen. Dat betekent dat leraren hiervoor ook tijd zullen moeten maken of krijgen.

Uitgangspunten voor PLG Teams

In hoofdstuk 2 van het boek geven de schrijvers enkele richtlijnen:

-        Bepaal het gemeenschappelijke doel: zo kom je tot een gezamenlijke ambitie waar iedere deelnemer het nut van inziet. Dat motiveert en tegelijk wordt de weg naar het doel meer helder en begrijpen deelnemers beter wat hun rol is.

-        Besteed aandacht aan de groei van de PLG: het is belangrijk dat deelnemers zich voldoende op hun gemak voelen om hun mening en ervaringen te delen en om hun gevoelens te uiten. Dit betekent dat iedereen zich engageert om bij te dragen aan de PLG en ook iedere keer aanwezig is.

-        Pas toe en verbeter: gebruik de PDCA cirkel (plan, doe, feedback, pas aan). Zo vullen denkers en doeners elkaar aan.

-        Ga uit van de kennis en ervaring in de groep: die is vaak groter dan je denkt. Probeer eerst te verkennen wat de groep zelf al weet. Daarmee sluit je veel beter aan op de voorkennis maar ook op de overtuigingen en de werkwijze van de deelnemers. De regel is 80% uit de groep, 20% van buiten.7

- Laat de groep de agenda bepalen: als de teamleden gezamenlijk de onderwerpen bepalen zijn ze meer gemotiveerd voor het gekozen onderwerp. Bijvoorbeeld door het maken van een geprioriteerde lijst met het belangrijkste onderwerp bovenaan dat je eerst behandelt. Zo krijg je al meteen zicht op de agenda van de eerstvolgende bijeenkomst.  

-        Maak het visueel: we zijn geneigd om alles vast te leggen in teksten. Een beeld geeft vaak meer houvast om een onderwerp te bespreken. Op die manier zien deelnemers gemakkelijker de samenhang tussen de onderwerpen. Het maakt dat mensen meer over de hoofdlijnen praten i.p.v. in details te vervallen. Hang het op zodat iedereen dit goed kan zien.

-        Kijk terug en verbeter: door regelmatig terug te kijken op het proces, gaat het samenwerken steeds efficiënter en wordt het steeds leuker.

Het gaat niet alleen over het verbeteren van dingen die niet goed gaan, het is ook een moment om te realiseren wat wel goed gaat.

Zorg voor een goede start

De investering in een goede startbijeenkomst betaalt zich dubbel en dik terug in het vervolg. Zorg alvast voor een goede plaatsing van het meubilair en blijf weg van de busopstelling. Werk bijvoorbeeld in een halve cirkel zodat iedereen elkaar goed kan zien.

De auteurs geven aan dat het belangrijk is om ook de werkwijze en de structuur goed aan te geven maar daarbij toch te zorgen dat het soepel blijft. Het is belangrijk om een ervaren begeleider te hebben die de PLG kan faciliteren. Dat betekent dat zij of hij inhoudelijk weinig inbrengt, zich focust op het proces en de tijd in de gaten houdt. Bespreek deze rol en ook die van de deelnemers (actieve deelname, acties doen tussen de bijeenkomsten door, tijdig aanwezig zijn …).

Schenk voldoende aandacht te schenken aan de gemeenschappelijke geschiedenis. Zo kun je bijvoorbeeld de achtergrond van het thema verkennen via een gezamenlijke tijdslijn zodat iedereen een beeld heeft van de historiek van dat thema. Het doel is om de gedachten die iedereen bij het thema heeft te synchroniseren.

Zorg dat de deelnemers hun verwachtingen met elkaar uitwisselen zodat ze dat van elkaar weten. Dit kun je ook al doen tijdens de selectie van de deelnemers. Door de gewenste toekomst te visualiseren en te bespreken wat je al hebt ondernomen op weg daarnaartoe, creëer je al meteen energie om ernaartoe te werken.

Ook de volgende bijeenkomsten hebben een goede start nodig. Zorg ervoor dat iedereen snel van elkaar weet waar hij of zij mee bezig is geweest in de tijd tussen de PLG bijeenkomsten in en wat de status van de activiteiten is. Je kunt dit staand doen via het DOE-bord. Vraag de deelnemers om er in een halve cirkel rond komen te staan en antwoord te geven op:

-        Wat heb je gedaan sinds de vorige bijeenkomst?

-        Welke hindernissen ben je tegengekomen?

De schrijvers suggereren om dit kort te doen en geen ruimte te geven aan vragen of discussie. Als mensen elkaar kunnen helpen of tips hebben, kunnen ze die na de bijeenkomst met elkaar bespreken.

Werkvormen en tools

Het sterke aan dit boek is dat er heel wat bruikbare werkvormen in staan. Zo kun je voor het exploreren gebruik maken van de vissenkom, persoonlijke piekervaringen of de 3-12-3 brainstorm. Voor het condenseren heb je de mindmap of de gouden cirkel. Voor het maken de plug-in, het doe-bord, de videoblog of stappen in de toekomst. Voor de retro zijn er de swimming lanes, eenwoordretro  en tips&tops. Ze staan in het boek in detail uitgewerkt.

Met de VOET vooruit

De auteurs hebben vinden het ook belangrijk om de impact van de PLG te meten. Daarvoor hanteren ze het acroniem VOET:

-        Vragen: hou je vraag open en minder persoonlijk (Vraag niet: ‘wat vind je van de nieuwe werkvorm die vandaag in de les is gebruikt?’ maar ‘kun je mij een tip en een top geven van de nieuwe werkvorm die vandaag in de les gebruikt is?’).

-        Observeren: zelf observaties doen v.b. via lesbezoek. Dit verhoogt de betrokkenheid bij elkaar en zorgt ook dat je elkaars blinde vlekken opspoort. Ook video-observaties hebben voordelen (realiteit stilzetten en terug bekijken). Het samen analyseren van een les leidt tot betere inzichten. Het PLG team kijkt neutraler naar de les dan de docent zelf.

-        Ervaren: door mensen zelf te laten aangeven hoe ze het ervaren, kun je goed inschatten wat het effect is.

-        Toetsen: mini-toets op einde van de les, leerlingen zelf een samenvatting laten maken van de belangrijkste leerpunten. Zo kun je inschatten of ze het begrepen hebben of beter zijn gaan presteren.

Maarten Bruns en Martin Bruggink raden aan om de resultaten ook zichtbaar te maken voor de andere schoolteamleden. Dit is ook een reden om data te verzamelen. Je kunt ze in een PLG bespreken waardoor de uitwisseling voeding krijgt. De onderzoekende houding van het PLG team zorgt ervoor dat je resultaten naar boven haalt en daarmee ook laat zien wat het effect is van wat je doet. Het doen en denken van leerlingen moet daarbij zoveel mogelijk centraal staan.

Tips voor de begeleider

De schrijvers geven ook bruikbare tips voor de coach van een PLG:

-        Doe zelf niet te veel inhoudelijk bijdragen (zeker als je zelf inhoudelijk betrokken bent) en focus op het proces

-        Laat je niet uit het veld slaan door weerstand of een kritische houding ten aanzien van je aanpak. Trek je het zeker niet persoonlijk aan.

-        Geef heldere instructies bij de werkvormen: wat verwacht je precies van de deelnemers en hoeveel tijd hebben ze ervoor? Geef aan wat het resultaat moet zijn.

-        Voorkom dat je de deelnemers te veel keuzes geeft. Dat kan resulteren in onduidelijkheid

-        Pas je aanpak niet meteen aan, anders dreig je de essentie overboord te gooien.

 Conclusie

Starten met een Professionele LeerGemeenschap  - PLG-Teams in het onderwijs  is een vlot en helder boek met veel praktische tips. Het is een aanrader voor iedereen die aan een PLG wil beginnen of die een lopende PLG nieuw leven wil in blazen. We lazen nog een aantal andere sterke boeken over PLG’s. Dit werk is zowel toepasbaar voor PLG’s in de school en voor PLG’s over de schoolmuren heen.

Gratis studiedag!

Veranderwijs.nu organiseert in samenwerking met Vlajo vzw en EduNext vzw op woensdagnamiddag 8 november (Aalst) en donderdagnamiddag 23 november (Leuven) een studiedag over hoe je een professionele leergemeenschap over de schoolmuren heen duurzaam kunt opzetten. Maarten Bruns geeft een keynote waarna EduNext een workshop zal begeleiden waarbij we de inzichten uit de lezing vertalen in concrete acties. Het is een gratis event maar er zijn een beperkt aantal plaatsen. Verzeker je deelname via deze link https://events.clicla.me/EventTool/event/3134/

Foto Maarten Bruns

Hoe we structureel anders om kunnen gaan met tijd

Vroeger mensen leefden zonder uurwerk volgens het ritme van de natuur. Naarmate mensen meer gingen samenwerken en daarover afspraken moesten maken, werd de kloktijd uitgevonden. Zo werd de tijd de organisator van ons bestaan. Tegenwoordig bepaalt de tijd het leven van iedereen. Maar dat hoeft niet continu zo te zijn. De kunst bestaat erin om regelmatig uit de tijd te treden.

Twee soorten tijd

Volgens de oude Grieken zijn er twee soorten tijd. Er is de kloktijd Chronos die je effectief kan meten. Het is de tijd die we allemaal het best kennen. Een minuut van 60 seconden, een lesuur van vijftig minuten, een dag van 24 uur, een jaar van 365 dagen. De mens heeft geprobeerd om controle te krijgen op de tijd door hem in te delen. Door uurwerken en klokken zorgen we dat iedereen op dezelfde tijd staat wat de organisatie van onderwijs, maatschappij en economie een stuk vereenvoudigt. Natuurlijk zijn er ook nadelen aan verbonden. Mensen kunnen zich op een bepaald moment slaaf voelen van de tijd. Wie acht uur tegen zijn zin in een fabriek gaat werken bijvoorbeeld, voor zo iemand is tijd geen vriend tenzij het weekend is.

De andere tijd volgens de oude Grieken is Kairos. Dat is de tijd die duurt. Kort of lang, naar gelang van de omstandigheid. Ben je met vrienden op café aan het kaarten, dan kan het opeens uren later zijn. Sta je op de trein te wachten, dan kan de tijd kruipen. Het is de subjectieve tijd, afhankelijk van jezelf of van de omstandigheid.

We leven veel te vaak in de Chronos tijd waarbij we zelf niet vrij zijn. Als we er in slagen om van de tijd los te komen en op te gaan in de tijd, dan vliegt de tijd. Joke Hermsen pleit er in haar boeken voor om een balans te vinden tussen chronos en kairos. Regelmatig uit de tijd zijn - en niet alleen op vakantie - zorgt dat je weer tot rust komt en uit de tredmolen van het routinematige, dagelijkse leven stapt.

HORZONTALE EN verticale tijd

Christine Cayol sluit daar in haar boek Hoe de Chinezen de tijd mee hebben bij aan:

“Hoe kunnen we ons bevrijden van deze dodelijke angst, die ons ertoe brengt de tijd te vrezen als een homogeen en kwantificeerbaar element, een start- en finishlijn waarop zich een wedren afspeelt, waarin we allemaal gedoemd zijn achterstand op te lopen?”

Een interessante gedachte in het boek van deze Franse filosofe is de horizontale en verticale indeling van tijd:

“De horizontale tijd stimuleert onze lichamen en hersenen om zich in een wedren van plannen, prestaties en constante verbeteringen te storten. De verticale tijd is gevoelsmatig, innerlijk, kostbaar en nuttig. Waarin we met onze liefde en met onze gedachten in onszelf keren. Momenten die gewijd zijn aan verdieping, verbondenheid en creativiteit.”

Het is een eenvoudige voorstelling van tijd. Snel en oppervlakkig tegenover traag en diep. Neen, niet tegenover maar met elkaar:

“De cultus van de horizontale en technische tijd stelt ons niet zozeer voor de vraag of het allemaal trager moet, maar of wij in staat zijn om volgens spirituele tijden te leven en of wij voelen hoe essentieel het voor ons leven is dat we horizontale en verticale tijden elkaar laten ontmoeten. De tijd lijkt zowel op een opgewonden jongeman als een grijsaard die aan de oever van de rivier zit”

Het gaat volgens de schrijfster over balans en variatie naargelang de activiteiten. Op je horloge kunnen kijken, vaart maken als het moet, maar er ook zijn voor anderen, overdenken en spirituele tijd hebben.

Kwali-tijd

Voor Steven Poelmans is kwalitijd het optimaliseren van je tijd in termen van efficiëntie, en belangrijker nog, in termen van geluk, zowel voor jezelf als voor degene die je dierbaar zijn, binnen de grenzen van je levensbestemming, doelstelling en prioriteiten. Hierbij is het ook belangrijk om te wachten op het juiste moment. Problemen en discussies steken de kop op omdat we niet het geduld hebben om te wachten op het juiste moment. Gewoon niets doen, in gedachten verzonken zijn en deze vrij te verkennen is beter voor onze zenuwen dan gelijk welk kalmeringsmiddel. Af en toe naar het vuur in de open haard kijken terwijl het buiten sneeuwt of hagelt, zorgt voor rust. Ook een hazenslaapje na het eten of een powernap zoals het ook nog genoemd wordt, kan wonderen doen. 

Reken af met tijdrovers op school

Tijdens het schooljaar lopen elke ochtend en avond veel mensen door de schoolpoort. Ongemerkt glippen er telkens enkele dieven mee. Zij zijn niet uit op materieel gewin, het gaat hen onze tijd. Brutaal en ongemaskerd sluipen ze dagelijks binnen. Waar zijn ze op uit? Zoveel mogelijk werkuren stelen. En dat lukt ze prima. Hoewel iedereen ze kent, mogen ze op veel plaatsen gewoon hun gang blijven gaan. Nochtans hebben we allemaal tijd te kort en worden we dagelijks door de tijd ingehaald. Bovendien hebben deze tijdrovers ook een negatieve impact op ons welbevinden. Tijdrovers zijn immers meedogenloos en verslavend. En het zijn broertjes van elkaar. De eerste letter van hun naam begint met een m en ze roven ook graag samen tijd.

Drawify illustratie

Tijdrover 1: Multitasking

Af en toe horen we tijdens begeleidingen leraren zeggen dat zij wel kunnen multitasken. En niet kort daarna iemand die zegt dat vrouwen dat wel kunnen. Een mythe. Je kunt wel autorijden en ondertussen aan iets denken. Dat lukt omdat we het autorijden hebben geautomatiseerd en ons denkend brein - bij rustig verkeer - beschikbaar is. Tegelijkertijd aan twee dingen denken, lukt niemand. En toch blijven velen het dagelijks proberen. Multitasken leidt tot veel concentratieverlies en belast je brein intensief waardoor je snel moe wordt en je productiviteit fel zakt.

Drawify illustratie

Tips

  • Werk je taken na elkaar af. Weersta aan de drang om van hier naar daar te flippen.

  • Zorg dat enkel ziet of hoort wat je nodig hebt. Neem verleidingen weg en ontloop stoorzenders

  • Richt bewust je aandacht en ban aanlokkelijke nevengedachten

  • Zet jezelf een tijdsdoel voor een werkstuk dat je af wil hebben

  • Beloon jezelf na het singletasken

 Tijdrover 2: Mail

We mailen ons te pletter. Voor je het weet, besteed je een halve dagtaak aan het lezen en beantwoorden van mails. Er zijn nog altijd veel mensen die een lege inbox willen hebben. Dat kan voordelen hebben maar het kost ons veel tijd en het is vaak dweilen met de kraan open.

Drawify illustratie

Tips

  • Voorzie tweemaal per dag een tijdsblok waarin je mails beantwoordt

  • Sluit je mailbox steeds af na gebruik

  • Gun jezelf max x minuten mailtijd per dag. Analyseer je huidig aantal minuten en zet wekelijks een scherper doel

  • Reduceer het aantal mails per dag en verminder het aantal lijnen per mail

  • Laat je mails in cc in een aparte folder binnenkomen en bekijk die twee keer per week

  • Laat je mails die je verzendt enkele minuten in je ‘postvak uit’ waarna ze automatisch verzonden worden. Zo kun je nog correcties doen

Tijdrover 3: Meetings

Te veel. Te lang. Niet voorbereid. Niet efficiënt. Geen agenda. Geen verslag: vergaderingen, we kennen ze allemaal. En toch blijven we eraan deelnemen. En ja, we hebben natuurlijk onze laptop mee zodat we ons kunnen bezighouden met de vorige tijdrover terwijl de directeur of een  collega aan het woord is. Als je bij online meetings je video en je microfoon afzet, lukt dit je vast ook.

Drawify illustratie

Tips

  • Halveer de vergadertijd of verminder de frequentie.

  • Check of iedereen (de hele tijd) aanwezig moet zijn

  • Installeer een nieuwe regel: iedereen mag de meeting verlaten als het niet meer interessant is

  • Vergader af en toe staand

  • Voorzie een ‘bullshit’ knop. Als iemand te lang aan het woord is, kun je daar op drukken

https://www.pilz.com/nl-BE

Tijdrover 4: Minuutje?

Meestal vragen mensen het niet eens. Ze onderbreken je zomaar. Probeer in de gemiddelde leraarskamer – meestal ingericht als landschapsbureau – maar eens te werken. Je moet al een geoefende mediterende monnik zijn om je in een dergelijke omgeving te kunnen focussen. Er loopt wel altijd iemand langs of er komt een whatsappje binnen. En ben je dan toch even geconcentreerd aan het werk, dan komen enkele collega’s in jouw buurt een mini-vergadering houden.

 TIPS

  • Voorzie in stilleruimtes of vergaderboxen of zoek een plek waar je rustig kunt werken.

  • Durf pratende mensen erop aan te spreken om hun gesprekken in een afgesloten ruimte verder te zetten.

  • Zet je pop-ups af. Zorg dat je een tijdje onvindbaar bent

  • Plaats een bordje ‘niet storen’ of zet een koptelefoon op

Tijdrover 5: Multimedia

Zo sociaal zijn ze vaak niet. Ze kunnen je lang bezig houden waardoor je nadien je werk mag inhalen. Eens je er aan begint, kun je erin verdwalen. Voor je het weet is er een uur voorbij. Of je gaat toch gauw nog eens  checken hoeveel likes je intussen op je meest recente post hebt.

Drawify illustratie

 TIPS

  • Leg je smartphone weg of zet hem op stil.

  • Voorzie een telefoontas in vergaderruimtes

  • Plan je sociale mediamomenten in, bijvoorbeeld als beloning na een flink stuk werk.

  • Sluit al je sociale media vensters en schakel pop-up’s uit

  • Neem je GSM niet mee naar toilet

Tijdrover 6: Matig plannen

Ook deze tijdrover kan gigantisch veel tijd stelen. Heel wat mensen brengen geen of weinig structuur aan in hun werk. Of ze beschikken over geen goede tool. Daarnaast leert onderzoek dat we te optimistisch zijn in onze planning.

Drawify illustratie

TIPS

  • Plan lege ruimte in je agenda in. Vermom het desnoods als een taak

  • Voorzie blokken van tijd om geconcentreerd te werken

  • Verzamel alle informatie voor je begint

  • Overschat de benodigde tijd voor een taak met een factor twee

  • Verdeel je werk in vier categorieën (dringend, onbelangrijk, niet dringend, belangrijk). Spendeer meer tijd aan niet dringende, belangrijke taken

Gedragsverandering

Deze tijdrovers aanpakken, vergt een gedragswijziging. En dat is niet eenvoudig. Veel mensen blijven vaak in intenties steken en vallen snel terug op hun vroegere gewoontes. Om voorgoed af te rekenen met tijdrovers zal je bovenstaande en andere tips minstens 21 dagen moeten volhouden (sommige onderzoeken spreken over 63 dagen), dan pas worden het nieuwe gewoontes.

Hulp nodig?

Wil je de tijdrovers in je school eens en voorgoed uitschakelen? Dit kan via een begeleidingstraject op maat. Neem voor een vrijblijvend intakegesprek contact op met Dirk (dirkdeboe@edunext.be - 0474/949448).  

Hoeveel procent van je tijd werk je in je school en hoeveel procent aan je school?

Tijdens onze begeleidingen durven we aan directies, beleidsmedewerkers en coördinatoren de vraag stellen hoeveel van hun tijd ze in hun school en aan hun school werken. Daarna vragen we wat voor hen de ideale verdeling zou zijn. En wat ze dan nodig hebben om de balans te verbeteren. De eerste twee vragen beantwoorden ze vlot, de derde vraag is lastig. We horen toch wel straffe percentages. Zo zijn er veel directies die 90% van hun tijd in hun school werken en slechts 10% aan hun school. En die niet meteen zien hoe ze uit die vicieuze cirkel raken. Nochtans is het in een context van ingrijpende veranderingen - zoals in het onderwijs vandaag - nodig om voldoende tijd te besteden om aan je school te werken. In hun boek Navigate zeggen Philippe Bailleur en Annette Meulmeester dat leidinggevenden de helft van hun tijd aan de organisatie zouden moeten kunnen werken. Maar wat verstaan we nu onder beide begrippen?

In en aan je school werken

Activiteiten waarbij je ‘in je school’ werkt, kunnen de volgende zijn:

-        Roosters van leraren maken, vervangingen regelen en zorgen dat lessen kunnen doorgaan

-        Klachten of storingen snel oplossen of aanpassingen doorvoeren ten gevolge van een incident

-        Personeelsvergadering voorbereiden en voorzitten

-        Zorgen voor invulling van pedagogische studiedagen en andere activiteiten op school

-        Bijwonen van vakvergaderingen en klassenraden

-        Gesprekken met ouders, leerlingen, CLB, leersteuncentrum en ouderraad

-        Schoolbestuur informeren en vergaderingen bijwonen

-        Verbouwing of infrastructuurwerken opvolgen

Onder ‘aan de school’ werken, kunnen volgende activiteiten vallen:

-        Trends en uitdagingen vertalen naar de eigen schoolcontext en er betekenis aan geven

-        Werken aan een gedragen lange termijn toekomstplan

-        Een gedegen H.R. beleid op school uitwerken en realiseren

-        Weerkerende problemen en klachten in de kern oplossen

-        Structureel overlegtijd creëren voor teamleden

-        Zorgen voor performante processen en systemen

-        Autonomie en zelfsturing in het schoolteam stimuleren

-        Deel uit maken van een lerend netwerk

Maak gedurende een maand een overzicht van je belangrijkste activiteiten en classificeer ze daarna in ‘in je school werken’ en ‘aan je school werken’.

Zowel ‘in je school’ als ‘aan je school’ werken zijn nodig. Ze beïnvloeden elkaar trouwens wederzijds en continu. Door gericht ‘aan je school’ te werken, kan ‘in je school’ werken vergemakkelijken. Door efficiënter ‘in je school’ te werken, krijg je meer ruimte om ‘aan je school’ te werken. ‘Aan je school’ werken is investeren op lange termijn om er daarna plezier aan te hebben tijdens de dagelijkse werking van je school.  Zo doorbreek je die vicieuze cirkel.

Niet enkel voor directies, coördinatoren of beleidsmedewerkers!

Het is voor een school gezond en nodig dat alle teamleden meedenken en meewerken aan haar toekomst. Maar nog veel leraren zien ‘aan je school werken’ als een taak voor de directie. Terwijl hun eigen motivatie en zingeving nochtans afhangt van het mee vorm kunnen geven aan hun werk en werkomgeving. Dit vergt een omslag in hun denken en in de cultuur van de school. Zodat op een bepaald moment alle collega’s ‘aan de school werken’ als even waardevol aanzien en dit als een taak van iedereen beschouwen, ook al verschillen de percentages tussen een leraar en een directeur natuurlijk. Het is belangrijk dat het besef groeit dat je samen verantwoordelijk bent voor het uitbouwen van de school. Hierover individueel en gezamenlijk in gesprek gaan is een eerste stap. En samen nadenken over hoe je dat gaat vormgeven.

Het betekent ook dat je een structuur maakt waarin ‘aan de school’ werken mogelijk wordt. Als het er eventjes bijkomt als een werkgroepje over de middag, dan zal dat wellicht van korte duur zijn of weinig opleveren. Het maakt dat je structureel tijd zal moeten creëren bij het hele team, niet alleen bij directie, beleidsmedewerkers en coördinatoren. En dat je samen tot een visie komt van wat dat ‘aan de school werken’ dan precies inhoudt. Waar willen we over drie jaar zijn? Hoe creëer je een school die duurzaam en persoonsonafhankelijk om kan gaan met nieuwe uitdagingen? En samen nadenken over de noden van leerlingen, ouders en leraren, over nieuwe ontwikkelingen en er betekenis aan geven. Of met een aantal collega’s reflecteren over een inspirerend onderwijsboek, bij de schoolburen gaan gluren en mogelijke toekomstscenario’s bedenken.

Systemische aanpak NODIG

Nog te vaak is de werklast gebaseerd op ‘in de school’- activiteiten. Werken ‘aan de school’ komt er dan bovenop. Bij het denken over werken ‘in en aan je school’, kom je ontegensprekelijk uit bij de taken en rollen van de teamleden. Door deze anders te gaan verdelen, hen daarbij intensief te betrekken en te zorgen dat hun taken in lijn zijn met hun competenties, ervaring en talenten, zorg je voor motivatie, efficiëntie en teamgeest. Een ander belangrijk element is de manier waarop je op school besluiten neemt. Hebben mensen die nadien met de besluiten geconfronteerd worden, voldoende impact op de manier waarop ze tot stand komen? Hoe maak je het besluitvormingsproces inclusiever? Dat brengt je dan weer bij het verbreden van het leiderschap in de school. Zorgen dat meer collega’s initiatief (kunnen) nemen en ondernemerschap vertonen. Of misschien is het nodig om de (vak)vergaderingen en klassenraden anders en efficiënter te organiseren? Dat kan dan weer kan leiden tot gericht inzetten op procescoaching. En wellicht heb je een kernteam nodig om het voortouw te nemen bij het ‘aan je school’ werken. Er zijn dus heel wat elementen die op elkaar inhaken. Om dit complexe samenspel van elementen eenvoudiger voor te stellen, heeft EduNext het vierledig transformatierad ontwikkeld:

Daarbij zie je – van buiten naar binnen – de elementen die bepalend zijn voor de processen, de schoolcultuur en de competenties van het lerarenteam. Om zo tot een nieuw pedagogisch concept te komen dat een antwoord biedt op de uitdagingen waar de school voor staat. En helemaal centraal in het vierledig transformatierad staat de leerling.

In welke mate worden onze leerlingen hier beter van?

Dus je kan het transformatierad ook van binnen naar buiten doorlopen. Starten met het pedagogische en samen tot leidende pedagogische principes komen om daarna in te zetten op de andere kringen.

Hoe bekom je nu een betere balans ‘in’ en ‘aan’ je school werken?

Misschien hebben jullie in jullie school de behoefte om gerichter en duurzamer ‘aan je school’ te kunnen werken. Wil je hierover een vrijblijvend gesprek? Neem contact op met Dirk (dirkdeboe@edunext.be of 0474/949448).