Het gebruik van groeitaal, een krachtige hefboom voor verandering

De manier waarop sommige politici over onderwijs spreken, doet onze haren te berge rijzen. Ze hebben het over de lat die hoger moet, het niveau dat moet opgekrikt worden of leerlingen die moeten worden bijgespijkerd. Het zijn nochtans mensen die willen dat leerlingen het Nederlands goed beheersen maar die zelf qua taalgebruik niet altijd uitblinken. Het is taal die uitgaat van een kloof tot iets dat moet bereikt worden, van een afstand tot een norm. Het is vaak harde taal die uitgaat van een negatieve startsituatie en die voor de ontvanger kwetsend over komt. Gelukkig zijn er weinig onderwijsprofessionals die op die manier over hun leerlingen of collega’s spreken. Toch kunnen we daar allemaal nog stappen in zetten. Het ‘meerdere-mindere’-model kregen we immers van kindsbeen mee. We leerden ons in een meerdere positie te plaatsen ten opzichte van de ander, waardoor die in een mindere positie terechtkomt. En dat uit zich in ons taalgebruik. Het vergt elke dag inspanningen om vanuit een evenwaardig perspectief te communiceren. En ook al zijn we overtuigd van een groeimindset, onze woordkeuze volgt niet altijd. Communiceren via groeitaal is een kunst. En het heeft veel impact op het gedrag van collega’s.

De magische woorden ‘nog’ en ‘al’

Een zin als ‘ik kan dit niet’ klinkt helemaal anders dan ‘ik kan dit nog niet’. In de laatste zin ga je ervan uit dat je het ooit wel gaat kunnen. Het is een kwestie van tijd en inzet eer het zover is. Het woord ‘al’ zet de stappen die je al hebt genomen in de verf en geeft je energie. Het zorgt dat je kunt verder bouwen op wat je al gerealiseerd hebt. Het zijn woorden die bij het coachen van leerlingen en leraren heel veel effect hebben. Als een leraar zegt: ‘ik kan dit niet’, kun je vragen: ‘Kun je dit niet of kun je dit nog niet?’ en ‘Wat heb je nodig om het te kunnen?’. Dat kan het aanleren van een vaardigheid zijn of misschien gewoon meer tijd. Het gesprek zo voeren alleen al zorgt voor begrip en voor een mogelijke verschuiving in het denken van die collega. Gebruik daarom taal die zich richt op mogelijkheden in plaats van beperkingen. Spreek eerder over kansen en voordelen die een verandering biedt en minder over problemen of beperkingen die ze met zich meebrengt. Focus eerder op wat je gaat doen en minder op wat je niet (meer) gaat doen. Als je bijvoorbeeld wil aangeven dat je niet gaat hervallen in de fouten van het verleden, kun je beter aangeven wat je in de toekomst anders gaat doen. Met een zin als ‘het is niet onze bedoeling om …’ rij je je meestal snel vast.

Denk negatief klinkende woorden om

Als je in een gesprek met een collega zegt dat je begrijpt dat hij in weerstand gaat, dan activeer je pas die zogenaamde weerstand. Niemand wordt immers graag op die manier aangesproken. Die collega vindt van zichzelf waarschijnlijk dat hij helemaal niet in weerstand gaat. Hij denkt daar gewoon anders over, heeft misschien nog meer argumenten nodig om de voorgestelde vernieuwing te omarmen of vraagt zich af of hij wel de vaardigheden heeft om het gewenste in de praktijk te brengen. Als je denkt in woorden als draagvlak of veerkracht, dan kijk je helemaal anders naar de situatie en vertrek je van het idee dat je samen inspanningen levert om achter een nieuw idee te gaan staan.

Waarom niet een nieuw woord bedenken voor onze personeelsvergadering? Wie wordt graag behandeld als personeel?

Ook kunnen bepaalde begrippen door omstandigheden een negatieve weerklank hebben gekregen. Stel dat je een project binnenklasdifferentiatie hebt gelopen en dat heeft niet de gewenste resultaten opgeleverd, dan kun je die term in de toekomst het best vermijden. Je kunt het dan bijvoorbeeld hebben over hoe elke leerling zo goed mogelijk haar of zijn leerdoelenstellingen kan realiseren.

Gebruik actieve en waarderende taal

Zinnen met ‘worden’ zetten niet aan tot beweging. En net die dynamiek heb je nodig tijdens een veranderingsproces. Maar ook werkwoorden en adjectieven vervangen door krachtigere alternatieven zoals ‘doen’, ‘leren’ en ‘ontwikkelen’ in plaats van ‘zijn’ hebben meer impact. ‘Zijn’ impliceert dat de situatie blijft zoals ze is. Vermijd ook zoveel mogelijk ‘men’. Dit maakt je communicatie zeer onpersoonlijk en wekt weinig energie op bij de toehoorder. Collega’s willen zich tijdens een veranderingstraject persoonlijk aangesproken worden. Gebruik daarom positieve en krachtige woorden die medewerkers motiveren en tot actie stimuleren. Op synoniemen.net vind je vaak betere alternatieven voor je eerste woordkeuze. Het is verstandig om belangrijke toespraken goed uit te schrijven en daarna eens te zoeken op ‘worden’, ‘men’, ‘zijn’ of ‘gaan’ en die eruit te halen. Of ze door collega’s laten lezen en je communicatie met hun feedback aanpassen. Bij mondelinge communicatie is het een kwestie van aandacht en oefening. Wat daarbij helpt, is niet te snel spreken of eerst goed nadenken voordat je reageert of over wat je wil zeggen. Het is belangrijk om je mening te uiten maar denk na hoe, tegen wie en in welke omstandigheden je dat doet. Leer de impact van je woorden inschatten. Je boodschap met mildheid en tact formuleren, ontdek je meestal in de loop der jaren.

Als je het over kinderen met een andere thuistaal hebt die het Nederlands minder goed beheersen, zeg dan dat ze meertalig zijn in plaats van dat ze een taalachterstand hebben  

Ga op zoek naar betekenis

Een verandering brengt emotie teweeg bij medewerkers. Ze gaan daarbij door een rouwcurve. Door het gebruik van groeitaal, kunt je hen helpen om de betekenis van de verandering voor zichzelf te ontdekken. Laat hen nadenken over wat de verandering voor hen inhoudt en hoe deze verandering hun persoonlijke ambities en die van hun leerlingen kan ondersteunen. Bijvoorbeeld door leren en ontwikkelen te benadrukken. Het veranderingstraject biedt een kans om nieuwe skills te leren en om als persoon te groeien. Tijdens een veranderingstraject heb je zeker rationele argumenten nodig maar het is vooral de emotie die zal zorgen voor de gewenste gedragsverandering. Je daarbij kwetsbaar opstellen en eerlijk zijn en dit via betekenisvolle communicatie ondersteunen, kan collega’s helpen om zelf ook hun gevoelens te durven delen.

Creativiteit en humor

Een taal gebruiken die mooier en creatiever is, die energie geeft of die poëtisch is. Woorden of zinnen ‘omdenken’, zodat ze beter klinken en meer effect hebben. Zo was er in Duitsland in een woud een mooi bord: ‘Voorbehouden voor reeën’. Er had evengoed ‘verboden toegang’ kunnen staan. Het eerste is verrassend en spreekt ons veel meer aan.

Foto - MPI ‘t Craeneveld Oudenaarde

Kijk eens naar de website van je school en bedenk ideeën om wat humor en creativiteit toe te voegen

Bedenk ideeënboosters

We hebben soms de neiging om te snel  ‘ja maar’ te zeggen als we een nieuw idee aanhoren. We kennen waarschijnlijk allemaal idea killers zoals ‘dat past niet in het rooster’, ‘dat doen we allemaal al’, ‘dat wordt chaos in mijn klas’ of ‘dat mag niet van de inspectie’. Je kunt deze ook omdenken tot quotes die energie en goesting geven om uitgesproken ideeën een kans te geven.

Maak eens posters met eigen ideeënboosters en hang die op in de leraarskamer en in vergaderlokalen

Communiceer geweldig

Marshall Rosenberg zegt dat we als mensheid een taalprobleem hebben, omdat we getraind en opgevoed worden in een taal die ons leert om te analyseren en te veroordelen, en die ons wegleidt van onze behoeften. Daarom definieerde hij geweldloze communicatie als een bewustzijn om onze taal te ondersteunen zodat we ons helder en duidelijk kunnen uitdrukken en kunnen luisteren naar wat er echt toe doet. Om dat te illustreren gebruikt hij de metafoor van de giraf en de jakhals. De giraf omdat het een dier is met een groot hart dat goed kan luisteren. Bovendien is het een herbivoor en een van de meest vredevolle dieren. Hij kan door zijn lange nek ook goed het overzicht houden. De giraf zorgt voor verbondenheid en is gevoelsmatig. De jakhals is een roofdier dat resultaatgericht is, oordeelt, vergelijkt en controleert. Hij is zeer rationeel en durft agressie, manipulatie en macht te gebruiken. Rosenberg pleit voor een goede balans tussen de jakhals en de giraf zonder de jakhals voorrang te geven. De giraf kan de jakhals daarentegen helpen om zich op een verbonden manier te uiten waardoor die minder meedogenloos is en meer empathie vertoont. Rosenberg noemt dit geweldloze communicatie: een manier van interactie die het mogelijk maakt op vreedzame wijze informatie uit te wisselen en verschillen te overbruggen, waarbij menselijke waarden en behoeften centraal staan. Deze wijze van communiceren wil taalgebruik stimuleren dat tot wederzijds begrip leidt en woordkeuzes vermijden die mensen kwetst en in hun waarde aantast.

De manier waarop je communiceert, helpt je om als school je dromen en doelen te verwezenlijken. Door hier samen aandacht aan te besteden, zorg je voor een positief en motiverend klimaat en werk je aan een ondersteunende schoolcultuur die veranderingen vlotter mogelijk maakt.

Wil jij ook aan de slag met groeitaal?

Samen met je schoolteam creatief nadenken over het taalgebruik op je school en via een brainstorm concrete ideeën bedenken en visualiseren? Dat kan via een workshop out-of-the-box denken waarbij je samen met collega’s via enkele creativiteitstechnieken concrete ideeën voor je school of klas bedenkt. Contacteer hiervoor Dirk De Boe op 0474/949448 of mail naar dirkdeboe@edunext.be

Misschien wel de grootste uitdaging tijdens een veranderingstraject Hoe krijg je iedereen mee?

Bij een veranderingstraject is het belangrijk is om voldoende draagvlak te creëren in het lerarenteam. Je wacht daarmee best niet tot er al een of meerdere proeftuinen lopen. Voor de collega’s die niet rechtstreeks bij deze innovaties betrokken zijn, wordt het nadien zeer moeilijk om zich achter de vernieuwing te scharen die enkele collega’s onder elkaar hebben bedacht.

Creeer draagvlak voordat je begint

1) Als een leraar de leraarskamer binnen komt en zegt dat hij zich precies een octopus voelt, dat hij geen drie of vier sporen nodig heeft maar een multisporenaanpak, dan is er bij deze leraar een levensechte urgentie om de situatie te veranderen. Als dit bij meerdere collega’s het geval is, kan dit voor de school de aanleiding zijn voor een veranderingstraject. Is de urgentie echter minder aanwezig bij het lerarenteam maar bestaat ze wel voor de school, dan zul je die moeten aanwakkeren. Bijvoorbeeld door vanuit trends te kijken hoe je leerlingeninstroom er over enkele jaren uit zal zien. Zo creëer je een interne motivatie. Die is vaak sterker dan een opgelegde urgentie zoals de Digisprong, een doorlichting of de modernisering. T

2) Werk dagelijks aan de condities om tot een geslaagde transformatie te komen zoals willen gaan voor één overkoepelend schoolproject en je schoolbestuur mee hebben. Daarnaast is het cruciaal om alle belanghebbende (leraren, leerlingen, ouders en coördinatoren) van in het begin te betrekken. En dat gaat ruimer dan informeren. Klim best enkele sporten hoger op de participatieladder.  En als je het ernstig meent, zorg ook voor voldoende gezamenlijke werktijd voor het lerarenteam. Bijvoorbeeld door leerlingen enkele uren per week volledig zelfstandig te laten werken of een samenwerking opzetten met een VZW die af en toe een halve dag leertijd voor hun rekening neemt.   

3) Breng een leidende coalitie op de been. Zoals een kernteam dat een goede representatie is van het hele lerarenteam. Zij kunnen als goede verkenners voorop lopen maar ook regelmatig terugkeren, overleggen, informeren en inspiratie opdoen bij hun collega’s. Voor kleinere lerarenteams valt het te overwegen om meteen met het hele team aan de slag te gaan. Voor de geloofwaardigheid en goede vertegenwoordiging is een juiste verhouding beleid/medewerkers in dit team nodig. Je kunt geen vijf beleidsmedewerkers hebben in een team van acht.  

Creëer draagvlak tijdens het veranderingstraject

4) Schenk aandacht aan de rouwcurve. Een significante verandering zoals het realiseren van een nieuw pedagogisch concept, is ook het oude loslaten. Volgens Elisabeth Kübler-Ross gaan we daarbij allemaal door een aantal emoties die beginnen bij een shock om dan x tijd later te  eindigen bij het omarmen van het nieuwe.

Gebaseerd op rouwcurve Elisabeth Kübler-Ross

Elke betrokkene gaat het best op eigen snelheid door deze curve. Forceer dit niet en geef mensen de tijd. Innovatoren zijn er pijlsnel door, een aantal andere collega’s zullen daar meer tijd voor nodig hebben. Dat kan te maken hebben met niet kunnen, niet durven of niet willen. In elk van de gevallen is coaching nodig. Uiteraard zijn er op een bepaald moment grenzen aan acceptatie van weerstand.

5) Herhaal en visualiseer: leerlingen hebben herhaling nodig om leerstof onder de knie te krijgen. Hetzelfde geldt voor leraren. Het is niet omdat ze enkele keren per jaar in een pv geïnformeerd zijn over het veranderingstraject dat ze mee zijn in het verhaal. Herhaal regelmatig en op verschillende manieren, zowel online als fysiek. Plaatsen waar leraren veel komen zoals de leraarskamer, het secretariaat of bij het binnen komen van de school zijn daarbij zeer geschikt. Laat het team zelf eens nadenken hoe ze de vooruitgang van het traject creatief kunnen visualiseren.

6) Werk met tussenstappen. Op een bepaald moment in het traject definieer je een aantal leidende pedagogische principes die aangeven hoe het onderwijs er in de toekomst uit zal zien. Het kan best zijn dat een aantal leraren een van de principes nog niet met de nodige intensiteit of diepgang kan toepassen. Stel dat je bijvoorbeeld de ambitie hebt om coachingsgesprekken met leerlingen te organiseren. Finaal doel wil je die om de veertien dagen houden. Maar voor een aantal leraren kan dit te hoog gegrepen zijn. Dan kun je starten met een gesprek per trimester en het jaar nadien de frequentie verhogen. Op die manier voelt het minder bedreigend aan en hebben leraren tijd om zich de vaardigheden eigen te maken die je ervoor nodig hebt. Door zo bepaalde uitdagende leidende pedagogische principes terug te denken, vergroot je het draagvlak en hou je toch het einddoel voor ogen.

Creëer draagvlak na het veranderingstraject

Een veranderingstraject is nooit af. Maar op een bepaald moment kom je wel in een nieuwe fase terecht. Waar je gaat opschalen en borgen. Ook dan is het belangrijk om voortdurend aandacht te schenken aan het creëren van draagvlak.

7) Zorg voor een duidelijke rolverdeling: het zijn vaak dezelfde mensen die in werkgroepen zitten. Die onbalans knaagt aan het draagvlak en ook aan de draagkracht van deze mensen. Breng eens de belangrijkste taken van het team in kaart en kijk welke kennis, expertise, vaardigheden en talenten je daarvoor nodig hebt. Als je daarna ook het aanwezige potentieel van het schoolteam in kaart brengt, kun je de match te maken tussen beide. Het valt aan te raden dat teamleden elkaar zelf nomineren voor een taak of rol omdat ze ervan overtuigd zijn dat die collega het wel goed zal uitvoeren. De voorwaarde hierbij is vertrouwen.

8) Werk aan de teamvaardigheden van het schoolteam. Vaak ontstaat draagvlak ook doordat mensen zich competenter voelen. EduNext heeft via een tweejarig praktijkonderzoek een aantal vaardigheden in kaart gebracht die leraren nodig hebben om een onderwijsconcept waarbij leraren eigenaarschap over hun leren nemen, te kunnen realiseren.

Kies er jaarlijks een of twee uit – niet meer – en kijk wat je ervoor nodig hebt. Maak daar een plan van aanpak voor. Een nascholing alleen is vaak niet de oplossing. Werk er gericht een heel schooljaar aan en zorg dat je de vertaling maakt van theoretische inzichten naar de context van de klas of school.

9)     Kom tot een gedragen meerjarenplan. Niets zo motiverend voor een schoolteam om te weten waar ze samen naartoe gaan en op welke manier ze dat gaan bereiken. Dat meerjarenplan bevat pedagogisch-didactische keuzes, pilootprojecten, de aanpak van metingen, aanpassingen van infrastructuur, keuzes m.b.t. teamvaardigheden of schoolcultuur. Een dergelijk plan is een houvast en ook een filter voor het al dan niet toelaten van nieuwe initiatieven. Door het plan jaarlijks bij te sturen, zorg je ook dat het actueel blijft en dat je nieuwe ontwikkelingen mee neemt. Zonder dat je de essentie te veel verandert.

Het is dus belangrijk om continu aandacht te hebben voor het realiseren van draagvlak, zowel in de voorbereidingsfase, implementatiefase als verduurzamingsfase van een veranderingstraject.

Wil je hier graag meer over weten?

Naast de bovenvermelde tips zijn er nog heel wat andere manieren om aan draagvlak te werken. Je leest er meer over in het boek De ultieme gids voor transformatie van je school en in onze andere blogs. Tijdens onze masterclass transformatiecoaching is het creëren van voldoende draagvlak een centraal thema.

We gaan hierover met jou ook graag in gesprek. Contacteer Dirk De Boe op 0474/949448 of mail naar dirkdeboe@edunext.be

Van individuele opleidingen naar gezamenlijke competentieontwikkeling of hoe belangrijk het ontwikkelen van teamvaardigheden is voor een geslaagde schooltransformatie

De huidige uitdagingen in het onderwijs nopen directies en leraren om een nieuw pedagogisch concept te vinden. Daarbij ontstaan ideeën zoals leerlingen eigenaarschap geven over hun leren, in team lesgeven en het doorbreken van afremmende pedagogisch-didactische patronen. Het gebeurt dat enkele leraren het voortouw nemen om dit nieuw pedagogisch concept samen uit te proberen. Aangezien deze leraren veel goesting hebben, extra inspanningen doen en goed overeenkomen, is deze proeftuin in veel gevallen een succes. De moeilijkheid is om het daarna ook schoolbreed te implementeren. Dat dit niet altijd lukt, heeft met heel wat factoren te maken (lees er meer over in een andere blog). Eén belangrijk factor is de mate waarin de teamvaardigheden in het lerarenteam al dan niet sterk ontwikkeld zijn.  

Vaak beschikken de innovatoren uit de proeftuin al over een aantal sterke competenties. Zowel op vlak van kennis, vaardigheden en attitudes, scoren ze bovengemiddeld. Dat geeft hun de wendbaarheid om met moeilijke situaties om te gaan, elkaar feedback te geven, elkaar te coachen, over hun functioneren te reflecteren en hun handelingen bij te sturen. Bij het uitbreiden van de proeftuin, lijken andere leraren, die nog niet over deze vaardigheden beschikken, in weerstand te gaan. Terwijl ze zich vaak nog niet competent genoeg voelen om het nieuw concept van hun collega’s te omarmen. De kans is groot dat ze snel zullen teruggrijpen naar het vroegere onderwijsmodel. Ook al weten ze dat het niet meer werkt.

Tijdens ons tweejarig Vlaio praktijkonderzoek, hebben we 28 directies geïnterviewd en hen gevraagd welke lerarencompetenties volgens hen belangrijk zijn tijdens een transformatie. Daarnaast deden we ook een uitgebreide literatuurstudie en leerden we via onze begeleidingen op de schoolvloer ook welke kennis, vaardigheden en attitudes leraren daarbij nodig hebben. We kwamen uit op volgende competenties:

Kenniscompetenties

Sommige scholen wachten voorlopig met een diepgaande transformatie omdat hun leraren nog niet over bepaalde basiscompetenties beschikken om gewoon al goed les te kunnen geven, laat staan dat ze dat volgens een nieuw pedagogisch concept zouden kunnen. Drie belangrijke kenniscompetenties voeden elkaar.

Didactisch handelen

De manier waarop de leerstof het best kan onderwezen worden. Zoals leerlingen in de zone van naaste ontwikkeling kunnen brengen, in staat zijn om verkorte instructies zonder kwaliteitsverlies te ontwerpen of vakoverstijgende leerinhouden slim kunnen samenstellen. Maar leraren moeten ook het metacognitieve niveau van hun handelen kunnen ontwikkelen. Aanvullend op hun lespraktijk kunnen reflecteren in welke mate het lesgeven heeft gewerkt en waarom. Daarop kunnen bijsturen en zo theoretische kennis contextualiseren en koppelen aan hun eigen lespraktijk.

In welke mate beheersen onze collega’s de bouwstenen van effectieve didactiek?

Breinvriendelijk leren

Stel dat je als leraar niet goed zou weten hoe het brein van je leerlingen werkt. Hoe kun je dan in godsnaam goed lesgeven? Eén facet daarvan is weten dat leerlingen over een denkend/bewust brein en een associatief/onbewust brein beschikken. Het onbewuste brein is zeer belangrijk voor het verwerken van leerstof. Maar het werkt op de achtergrond, als leerlingen niet bewust aan het nadenken zijn. Leraren moeten dus weten dat ze het brein van hun leerlingen af en toe rust moeten gunnen. Zo kunnen leerlingen onbewust belangrijke verbanden leggen. En aangezien het denkend brein veel energie verbruikt, plannen ze leeractiviteiten waarbij leerlingen veel aandacht en denkvermogen nodig hebben, het best in de ochtend.

In welke mate hebben leraren inzichten in hoe het brein van hun leerlingen evolueert met hun leeftijd?

Executieve functies

Heel wat leraren denken dat leerlingen geen eigenaarschap over hun leren kunnen opnemen. Dat klopt, leerlingen moeten dat leren. En dat kan door de regelfuncties van hun hersenen, essentieel voor doelgericht en aangepast gedrag, te stimuleren. Zoals leerlingen leren hoe ze afleiding en stoorzenders kunnen uitschakelen, hoe ze de volgorde van hun acties kunnen plannen en het effect van hun handelen kunnen controleren. Maar ook dat ze capabel worden om hun emoties, motivatie en alertheid te reguleren. Of hoe ze er hun aandacht bij kunnen houden. En natuurlijk kunnen leraren dat enkel aanleren als ze hierover zelf over voldoende kennis en ervaring beschikken.

In welke mate beschikt het lerarenteam zelf over sterke executieve vaardigheden?

Vaardigheidscompetenties

Elkaar kunnen coachen

Als je leerlingen eigenaarschap wil geven over hun leren en verwacht dat leraren hen daarbij goed begeleiden, dan is het essentieel dat het ganse schoolteam over voldoende coachingsvaardigheden beschikt. Toen ze in de vrije basisschool in Blankenberge in grote units gingen werken, kregen de alle leraren een meerdaagse opleiding in coaching. Aangezien ze het geleerde daarna meteen konden toepassen, was het leereffect groot. Ga dus eerder voor een vormingstraject in plaats van een opleidingsmoment. Zorg voor teamtijd waarin leraren samen kaders en inzichten kunnen opdoen, om het geleerde toe te passen, erop te reflecteren en te leren van wat werkt of niet. Op die manier schep je voorwaarden om te leren en te groeien en leren leraren elkaars potentiële kwaliteiten vrijmaken. En dan gaat het niet alleen over het coachen van leerlingen maar ook van elkaar.

In welke mate zien leraren coachen nog als iets extra boven op hun lesopdracht?

Feedback kunnen geven en ontvangen

Om een lerende organisatie te worden, is bij het schoolteam een mindset nodig om continu op zoek te gaan naar feedback. Daarbij is de eerste stap om feedback niet langer te zien als iets negatief of als een evaluatie. Zo legt de ontvanger van de feedback de oorzaak van zijn falen niet buiten zichzelf. Hij leert uit te zoeken waarom iets minder goed ging en hoe hij dit in de toekomst anders kan aanpakken. Maar alles begint natuurlijk met vertrouwen en eerlijkheid. Door elkaar veel waarderende feedback te geven, kunnen leraren een sterke voedingsbodem leggen waarna ze in tweede instantie ook meer open zullen staan voor corrigerende feedback.

In welke mate ervaren collega’s feedback eerder als kritiek?

Systeemdenken

Tijdens een veranderingsproces moeten leraren in staat zijn om het overzicht te behouden en tegelijk ook kunnen inzoomen. De kunst bestaat erin om die twee met elkaar te verbinden.  Door het geheel te leren zien in plaats van de onderdelen afzonderlijk, kun je patronen en relaties ontdekken. Een school is immers een levend ecosysteem en als onderwijsprofessional maak je daar deel van uit. Meer nog, je hebt er een rol in en je kunt er ook invloed op uitoefenen. Door regelmatig te kijken naar het groter geheel en de relaties tussen de verschillende elementen, vergroot je de impact op lange termijn, kom je tot betere besluiten en meer effectieve acties.

In welke mate evolueren jullie van korte termijn branden blussen naar duurzame oplossingen op lange termijn?

Over de 11 competenties kun je meer lezen in De ultieme gids voor transformatie van je school .

Hoe kun je aan deze teamvaardigheden werken?

Het eerste inzicht is om te evolueren van individuele opleidingen naar gezamenlijke competentieverwerving. Het blijft natuurlijk belangrijk dat leraren zichzelf blijven nascholen, de hefboom vergroot als ze dit ook samen in team doen. De valkuil hierbij bestaat er in om aan alle vaardigheden tegelijk te beginnen. Of om er helemaal geen structuur in te hebben zoals lukraak een interessante spreker op je pedagogische studiedag uitnodigen. Het is geweten dat leraren er niet altijd veel van onthouden of toepassen. Het is daarom belangrijk om een selectie te maken van de teamvaardigheden die het meest prioritair zijn voor jullie toekomstig schoolproject en om daarvan een plan van aanpak te maken.

hoe weet je nu op welke vaardigheden je gaat focussen?

Je hebt als directie, beleidsmedewerker of innovatieve leraar wellicht een vermoeden waar je school goed op scoort en waar er groeikansen zijn. Maar jouw perceptie komt niet noodzakelijk over de hele lijn overeen met die van je collega’s. Daarnaast kun je ook een aantal blinde vlekken hebben. Het is dus goed om eerst een gezamenlijk beeld over de huidige competenties in het schoolteam te hebben om daarna te kijken welke de zinvolle focuspunten voor de toekomst zijn.

Dit kan via een vaardigheidsscan. EduNext heeft daarvoor een vragenlijst ontwikkeld die je samen met een aantal collega’s kunt invullen. Daarbij schaal je je per vaardigheid in op 4 niveaus: zwak, matig, sterk, uitmuntend.

Door telkens voorbeelden of verklaringen toe te voegen aan je score, krijg je een overzicht hoe sterk je al bent op elk van de vaardigheden. Door nadien de scores en vooral de voorbeelden en verklaringen te analyseren en te interpreteren, kom je tot een gezamenlijk beeld. De gesprekken die collega’s daarbij voeren zijn van onschatbare waarde. Daarna kun je er samen - bijvoorbeeld door erover te stemmen - enkele elementen uitkiezen en er verder op verdiepen. Dat kan via de voorbeelden die het team samen gegeven heeft maar ook door andere inspiratie toe te voegen. EduNext heeft daarvoor rubrics ontwikkeld die per element een aantal criteria bevat en die via indicatoren op elk van de vier niveaus invulling geeft aan die criteria.

Zo kom je per gekozen element tot een actieplan. Dit bevat een aantal concrete elementen om voor de gekozen vaardigheden als team een niveau te groeien. Voor executieve functies (EF) zou dit in volgende acties kunnen zijn:

  • Enkele personen van het team een intensieve opleiding EF laten volgen

  • Een kennismakingssessie voor het hele team organiseren

  • Teamtijd creëren voor het schoolteam voor de teamvaardigheid EF

  • Een leerlijn EF ontwikkelen

  • Workshops tijdens pedagogische studiedagen en pv’s organiseren

  • Samen met leerlingen executieve functies in de hele school visualiseren

  • Sterke EF voorbeelden een podium geven

  • Regelmatig reflectiemomenten over EF inbouwen

Het komt er op aan om met volgehouden aandacht en inspanning samen sterker te worden in een bepaalde vaardigheid. In een meerjarenplan kun je dan vastleggen om elk jaar op één vaardigheid grondig en duurzaam een niveau te stijgen.

samen met JE team een vaardigheidsscan doen?

Dit houdt in dat we de deelnemers – we raden tussen de tien en de twintig – voorafgaand aan de scan goed briefen. Ze krijgen dan een Survey Monkey vragenlijst die ze individueel invullen (scoren en argumenteren). Ze hebben daarvoor een half uur tot een uur tijd nodig. We verwerken de resultaten en sturen die vooraf door. In een interventie van een halve dag in de school bekijken we samen de resultaten en kiezen we enkele vaardigheden waarop we verdiepen. Het resultaat is een actieplan voor de gekozen teamvaardigheden.

Neem contact op met anboone@edunext.be  of bel An op 0472344976

Op 1 en 2 maart brandt de lamp in Flanders Expo. Jij komt toch ook naar Sett Gent?

We zijn heel fier dat we samen met het Sett team opnieuw curator mochten zijn van het grootste onderwijsevent in Vlaanderen. Lees hier in vogelvlucht waarom je best snel je ticket boekt.

Praktijkvoorbeelden uit het Vlaamse onderwijs

EduNext geeft al jaren een podium aan sterke voorbeelden van scholen in transformatie. Dit jaar zijn dat basisscholen XPlow! Beringen, Het Paviljoen in Schaarbeek en Vrije Basisschool Scheldewindeke. Voor het secundaire onderwijs zijn dat Atheneum Sint-Truiden, A-Maze Beringen, De Nova Kessel-Lo, BuSO Sint-Franciscus Roosdaal, BuSO De Karwij Lokeren en Tangram Vilvoorde. Als tienerschool hebben we het Atheneum in Bree.

Onderwijstransformatie

Peter Van de Moortel en Dirk De Boe, transformatiecoaches bij EduNext vzw, gidsen je deskundig doorheen fases en stappen bij de transformatie van je school. Daniel Muijs, decaan school of education en co-auteur Wijze Lessen, geeft zijn visie weer over wat een excellente leraar nodig heeft voor nu en straks. Tjitske Bergsma (Stichting Leerkracht) en Rianne Neering (Stichting Nivoz), vertellen hoe je eigenaarschap bij leerlingen kunt creëren via leerpleinen en units. An Dumoulin en Sylvia Mommaerts, lerarenopleiders UCLL, hebben het over de O van Onderwijs: krachtig lesgeven en evalueren. Astrid Koelman en Eva Dierickx, respectievelijk onderzoeker en lerarenopleider AP hogeschool, ontkrachten de mythes in kleuteronderwijs en geven je tips hoe je kleuters kunt leren delen en ongewenst gedrag afleren.

Personeelsbeleid

HR in onderwijs, het is in Vlaanderen relatief nieuw. Het krijgt terecht meer en meer aandacht, ook op Sett. Auteurs Brigitte Vermeersch (VRT journaliste) en Greet Decin, (programmadirecteur lerarenopleiding UCLL), brengen warme, realistische verhalen van leraren waarom ze voor hun beroep kozen en tonen vele kanten van de job. Maarten Vansteenkiste, motivatiepsycholoog Ugent, brengt het leiderschapskompas mee als leidraad voor motivatie. Steffie De Baerdemaeker, onderwijsinspirator werkgeluk en diversiteit, vertelt hoe je een motor voor onderwijskwaliteit kunt creëren door meer in te zetten op werkgeluk en minder op werkdruk. Jan Royackers, coach bij Schoolmakers, zal het hebben over hoe je als leraar in je sterkte voor de klas kunt staan. Virginie März, hoofddocent Louvain-La-Neuve, onderzocht hoe startende leraren een meerwaarde kunnen zijn voor je school en hoe andere leraren van hen kunnen leren. Filip Raes, hoogleraar psychologie, schreef een prima boek over hoe we kunnen ophouden met piekeren. Hij doet ons de voornaamste inzichten uit de doeken. Yves Larock, coach bij Schoolmakers, geeft zijn visie weer op schoolleiderschap als een verhaal van samen groeien.

Zelfregulerend leren en executieve functies

Het ontwikkelen hiervan is een van de belangrijke voorwaarden voor kinderen en jongeren om eigenaarschap over hun leren te kunnen opnemen. Sanne Feryn, docente bij Odisee, heeft het over hoe je kleuters kunt laten groeien in executieve functies. Jeltsen Peeters, professor onderwijsinnovatie, schreef een helder boek over zelfregulerend leren en zal ons tonen hoe je dit bij leerlingen kunt activeren. Esther Heinze, coach in Tienerschool Bree, brengt haar EF toolbox mee en licht toe hoe hun schoolteam leerlingen tussen 10 en 14 executieve vaardigheden aanleert.

Taalbeleid

Een van de belangrijkste aspecten om tot goed leren te komen, mag niet ontbreken op Sett. Ohan Agirdag, professor pedagogische wetenschappen, geeft tips hoe we kunnen werken aan kansengelijkheid in een meertalige samenleving. Lidy Peeters, docente Academia universiteit in Nederland, heeft het over de aanwezige moedertaal als hefboom voor het aanleren van een nieuwe taal. Jordi Casteleyn, hoogleraar vakdidactiek Nederlands, leert ons hoe je het best om kunt gaan met taalontwikkelingsachterstanden en taaldoelen. Robbe Wulgaert, leraar informatiewetenschappen, heeft het over hoe je artificiële intelligentie kunt in zetten bij klassieke en moderne talen.

Scholenbouw

Nicolas Ramaekers van OSK-AR architecten (expert in scholenbouw) zal uitleggen hoe je het leerlandschap als actieve pedagogische tool kunt inzetten. En hoe je dit in verschillende stappen, samen met alle belanghebbenden, kunt ontwerpen en implementeren. Zowel in nieuwbouw als in verbouwing.

De kracht van het zonderzoeken

In de televisiereeks ‘De Columbus’ geniet Wim Lybaert van de kracht van het onverwachte. Niet is geënsceneerd en het toeval bepaalt hoe de dagen verlopen. Laurens Verbeke, televisiemaker en bedenker van het programma, leert ons hoe we ook in onderwijs het toeval kunnen omarmen, hoe we ons denken af en toe op pauze kunnen zetten en via doe-doelen weer volop verwondering vinden. Geniet van deze a-typische lezing.

Slim omgaan met technologie

Sett staat ook voor ICT. Wilfred Rubbens, Nederlands expert in blended learning, leert ons hoe we goed kunnen kiezen tussen Asynchroon Online Leren, Synchroon Online Leren en fysiek onderwijs. Eveneens uit Nederland komt Gino Camp, professor Onderwijswetenschappen aan de Open Universiteit. In zijn lezing daagt hij ons uit om verder te kijken dan het online onderwijs in COVID tijd en na te denken over hoe we online en blended leren effectief kunnen gebruiken. Natalie Provost, pedagogisch ICT coördinator scholengroep Inigo, vertelt hoe je tot een duurzaam ICT-beleid komt in het lager onderwijs. Stephanie Vervaet, lector en onderzoeker Vives, toont hoe je STEM in de kleuterklas met succes kunt aanpakken. ICT coördinatoren Inge Decleyn en Wouter Willems, geven concrete tips voor een functioneel ICT-beleidsplan. Steven Ronsijn, pedagogisch directeur scholengroep SKOG, licht kritische succesfactoren toe om tot pedagogische meerwaarde te komen tijdens je technologische transformatie. Lander Van der Biest, expert in gamekunde, vertelt hoe je verantwoord kunt gamen in onderwijs. David Minne van Fourcast for Education laat ons kennismaken met Smart Symbols om in de kleuterklas doordacht te innoveren. Pascal Penta, leraar in De Oester, zet ons op weg naar een mediawijze leerlijn.

Jongeren graag zien en veerkrachtig maken

Hanne Rosius, pedagogisch onderwijswetenschapper PXL en leraar van het jaar 2022, geeft een persoonlijke reflectie over graag zien als hefboom voor alle leerlingen. Schoolmaker Stijn Rooms toont hoe jongeren veerkrachtig kunnen worden dankzij zelfinzicht.

Marketing en authentieke communicatie

Joeri De Blauwe, algemeen directeur Óscar Romeroscholen, vertelt hoe zij als scholengroep inzetten op authentieke communicatie met échte verhalen van leerlingen en leraren. Zo is de school een sterk merk naar leerlingen en ouders én ook naar toekomstige leraren.

Workshops

Dit jaar zijn er ook terug heel wat workshops over technologie en transformatie. Verschillende workshops zijn al volzet zoals deze over Leren durven coachen (Johan De Wilde en Tom Vandenberghe – docenten Odissee), De cirkel van hoop (Elke Gybels - UCLL), Hoe komen tot een duidelijke, efficiënte en transparante rolverdeling (An Godart - EduNext), Bouwen aan krachtige teams (Lisa Verhelst), Inspirerend en motiverend transformationeel leiderschap (Goele Luyts - EduNext) en Teken je les (Axelle Vanquaillie). Je kunt je hiervoor nog wel aanmelden voor de wachtlijst. Voor een aantal workshops zijn er wel nog plaatsen beschikbaar. Meer details in het workshopprogramma.

Pop-up toekomstklassen

Wij zijn blij om terug twee innovatieve scholen met hun leerlingen en leraren naar Sett Gent te kunnen brengen. Gedurende twee dagen kun je er de super innovatieve kleuterwerking van GO! De Springplank Brugge voelen en proeven.

Klik op deze link om de video te bekijken

Daarnaast kun je ook meemaken hoe het Sint-Lievenscollege in Gent het officiële curriculum verrijkt met nieuwe vakken als design thinking, artificiële intelligentie, digiwiskunde, virtual reality en digital storytelling. En zo een levensechte duurzame invulling geeft aan de nieuwe eindtermen van het secundair onderwijs. Ook kun je hun Minecraft Learning Lab bewonderen.

Hoe kiezen?

Het is onmogelijk om zelf alle sessies waar je interesse in hebt, bij te wonen. Maar samen met je collega’s lukt dit vast wel! Bij deze een warme oproep om je (als team) in te schrijven. Naast de lezingen en workshops loont het ook de moeite om de beursruimte te bezoeken en te netwerken. Er zijn heel wat interessante stands over technologie en transformatie.

We nodigen je ook graag uit voor een vrijblijvend gesprek op de EduNext stand! Dit is de meest oranje stand 😉

De provocatie- en terugdenkmethode, een techniek om hardnekkige patronen in je school te doorbreken

Vastgeroeste patronen in je school, waarschijnlijk heb je er wel enkele. Gewoontes die al heel lang bestaan en die je moeilijk kunt doorbreken. En dat is ook niet nodig als het over goede patronen gaat. Negatieve patronen daarentegen kunnen het veranderingsproces in je school danig afremmen. De provocatie- en terugdenktechniek kan zorgen dat je toch een uitweg vindt voor zo’n nefaste gewoonte. Edward de Bono, creativiteitsexpert en bedenker van onder meer de 6 denkhoeden ontwikkelde met de provocatie een laterale denktechniek die zorgt dat je bestaande logische denkpaden verlaat en zo tot verrassende ideeën komt. Het probleem met dergelijke provocatieve ideeën is dat ze vaak niet gerealiseerd worden omdat er nog geen draagvlak voor is, omdat de technologie nog niet rijp is of omdat het idee te gewaagd is. Door vanuit de provocatie terug te denken (nieuw werkwoord!) kunnen we wel tot haalbare ideeën komen. Deze techniek pasten we intussen met succes in talloze workshops, brainstorms en begeleidingen toe en jij kunt hem ook gebruiken in je school.

Beweging creëren door te provoceren

Door te provoceren komen mensen uit hun comfortzone, verlaten ze platgetreden paden en komen ze tot verrassende ideeën. Die kunnen echter te radicaal zijn. Als ze bij dat extreme idee blijven, zullen ze het nooit realiseren. Ze kunnen het gewaagde idee wel terugdenken tot een idee dat wel haalbaar is zonder terug in de box te belanden.

Saaie lEeromgeving

Stel dat we op onze fysieke leeromgeving provoceren en we nodigen Walt Disney uit? Wat als we van onze school een pretpark maken? Wellicht gaat dit toch wel een beetje te ver en is er trouwens weinig kans dat het schoolbestuur dit goedkeurt. Je kunt dit extreme idee terugdenken en zo kom uit op ideeën die meer kans maken om te landen zoals muziek bij het binnenkomen van de school, een zintuigelijke route op de speelplaats of gedecoreerde traptredes:

De techniek zorgt ervoor dat je brein via een omweg tot ideeën komt waar je in eerste instantie niet altijd aan denkt. Om het helemaal duidelijk te maken, passen we het toe op twee andere uitdagingen.

Toezicht houden

Niemand doet het graag en toch moet het gebeuren. Maar moet het wel op dezelfde manier? Wat als we de toezichten zouden afschaffen? Tja, chaos en gevaarlijke situaties willen we natuurlijk niet, dus denken we dat provocatieve idee terug tot ideeën die wel kans maken:

Leraren krijgen megaveel mails en Smartschool berichten

In elke school kampen ze er mee. Maar stel nu dat we geen controle meer zouden hebben over onze mailbox en Smartschool? Stel dat onze computer in onze plaats zou beslissen hoe en wanneer we mails lezen? Dat willen we waarschijnlijk niet. Maar als we erop terugdenken, kan het wel mooie ideeën opleveren zoals mailetiquette, een maximum aantal woorden per mail of je mail enkele minuten later automatisch laten versturen zodat je er nog fouten kunt uithalen die je nog invallen of een annex toevoegen die je vergeten was.  

Hoe provoceren en hoe terugdenken?

Provoceren kun je door aan onmogelijke of onwaarschijnlijke zaken te denken, door flink te overdrijven of een keer het omgekeerde te doen. De ‘Wat als’ filmpjes van Tim Van Aelst maken daar veel gebruik van. Je mag ook dingen verbieden, afschaffen of verplichten. Terugdenken doe je door de tijd te beperken (v.b. vergaderingen van 1 uur i.p.v. 2 uur), het idee gedeeltelijk door te voeren (v.b. we geven bepaalde leerlingen een coach i.p.v. alle leerlingen) of door de ruimte te verkleinen (v.b. we richten één ruimte in à la Disney i.p.v. de volledige school).

Voor veel uitdagingen toepasbaar

Deze methodiek kan je toepassen op allerlei uitdagingen op school (vakwerkgroepen, speelplaats, wachtrijen leerlingen, de studie, klassenraden, oudercommunicatie …) maar ook op pedagogisch-didactische patronen zoals frontaal lesgeven, methodes, jaarklassensysteem of de manier van toetsen. De methodiek brengt mensen in een context waarin ze gemakkelijker tot ideeën komen en waarbij ze op een andere manier naar het patroon kijken.

Wil je er zelf ook mee aan de slag?

Dan kun je de provocatie- en terugdenkmethode zelf uitproberen. EduNext heeft ook een workshop out-of-the box denken ontwikkeld waarbij de provocatie- en terugdenkmethode een van de technieken is. Wil je creatief denken als gangmaker van innovatie structureel inbedden in je school, dan is er ook een begeleidingstraject out-of-the-box denken mogelijk. Neem daarvoor contact op met dirkdeboe@edunext.be of bel Dirk op 0474/949448