‘Weet je wat je doet, mevrouw? Berg die Chromebooks veilig op in de kast.’

Toen we onlangs een schoolleider aan de lijn hadden die vertelde dat ze via haar schoolbestuur enkele honderden Chromebooks had kunnen scoren, was dat het antwoord dat we gaven. We stellen tijdens onze contacten met directies, leraren en coördinatoren vast dat er veel enthousiasme is voor de Digisprong waarbij de Vlaamse regering in ICT-infrastructuur op school investeert.

Zijn er wel voldoende wifi-punten?

We constateren dat de klemtoon nog te vaak en veel te snel ligt op het technische aspect van de digitalisatie:

-      Welk toestel gaan we kopen of huren?

-      Welke infrastructuur hebben we hiervoor nodig?

-      Hoe zorgen we dat onze toestellen steeds goed opgeladen zijn?

-      Hoe gaan we dat financieren en wie is de eigenaar van de toestellen?

-      Hoe zorgen we dat toestellen niet verdwijnen?

-      Hoe geven we opleiding aan leerlingen en leraren?

Dit zijn heel belangrijke vragen en moeten zeker een plaats krijgen. Maar deze komen pas aan bod als je eerst een sterke en gedragen visie hebt ontwikkeld over hoe je deze toestellen met pedagogische meerwaarde gaat inzetten in de school. Dit mag geen aparte ICT visie zijn. Ze maakt deel uit van een schoolvisie waarin alle belangrijke elementen van het leren geïntegreerd zijn. De digisprong is overigens een ideaal moment om je huidig pedagogisch concept onder de loep te leggen. Voldoet het nog aan de talrijke uitdagingen waarmee leraren momenteel in hun klas geconfronteerd worden zoals diversiteit, hoogbegaafdheid, leerlingen met achterstanden en vakoverschrijdende sleutelcompetenties? Het zou jammer zijn om je bestaande pedagogische concept - als dat niet meer voldoet - te digitaliseren en leerlingen te laten werken met numerieke invulboeken.  

Het leermateriaal als ingangspoort

Om te komen tot een nieuw pedagogisch concept waarin digitaal leermateriaal een centrale plaats krijgt, kun je het transformatierad gebruiken.

Dit is een denkmodel waarbij leerlingen centraal staan in hun leerproces en waar ze autonomie en eigenaarschap krijgen over hun leren. Dit laat toe om systemisch en integraal te kijken naar alle belangrijke elementen die voor kwalitatief onderwijs nodig zijn: de leerinhouden, de manier van lesgeven, het bijsturen van het leren, de tijd tijdens de welke leerlingen leren, de infrastructuur, het leernetwerk, het leermateriaal en de organisatie van het leren. Hierbij kun je bestaande vastgeroeste patronen in vraag stellen en er zinvolle alternatieven voor bedenken. Om er daarna één samenhangend geheel van te maken dat elkaar complementair versterkt. Er is niets mis om de digitalisatie als ingangspoort te nemen en van daaruit na te denken over de overige elementen van het transformatierad:

-      Welke leerinhouden gaan we op die toestellen zetten?

-      Hoe en in welke mate gaan we met deze toestellen lesgeven?

-      Hoe kunnen we gebruik maken van deze apparaten om het leren van onze leerlingen bij te sturen?

-      Hoe kan de digitalisatie zorgen dat leerlingen volgens hun eigen leertempo en niveau kunnen leren?

-      Welke leeromgeving hebben we nodig om de nieuwe manier van werken optimaal te laten renderen?

-      Hoe kunnen we alle betrokkenen op en rond de school bij dit project betrekken? Hoe kunnen zij mee zorgen dat digitalisatie een meerwaarde wordt?

-      Hoe gaan we onze organisatie hierop aanpassen?

De vraag die zich in elk van de wielen ook stelt is: hoe gaan we leerlingen daarbij betrekken? Hoe geven we hen daarbij autonomie? Hoe zorgen we dat ze tijdens hun leren voldoende keuzes kunnen maken?

CATCH 22

Een dergelijke visie bedenk je niet op een namiddag. Als je het hele schoolteam er wil bij betrekken en ervoor zorgen dat ze er achter staan, dan zal je hiervoor tijd moeten voorzien. Tijd om het samen te bedenken maar om zich het nieuwe concept eigen te kunnen maken. Tijd om te experimenteren, tijd om de nodige vaardigheden aan te leren. De timing van aankoop of schenking van de toestellen kan hiermee dus wel eens conflicteren. Scholen kunnen daardoor in een moeilijk parket terechtkomen. Als ze hun kans laten voorbijgaan, missen ze de kans op gratis apparaten. Als ze het echter halsoverkop invoeren, kan het een fiasco worden. Vandaar onze reactie aan de schooleider om de toestellen op te bergen en eerst te werken aan een gedragen visie. Daarbij stelt zich nog een hamvraag: wat zal de school doen bij einde levensduur van de apparaten? Kan de school de implementatie van digitaal leermateriaal blijven continueren als de subsidie straks wegvalt? Het is twijfelachtig dat de Vlaamse regering hiervoor om de paar jaar in de geldbeugel zal tasten. Als je op deze vragen een antwoord hebt, dan pas is het tijd voor andere vragen zoals hoe je de aankoop verantwoordt, hoe je controle inbouwt en ja, of er ook voldoende wifi-punten zijn. Succes met de implementatie!

Hulp nodig?

Wil je meer weten hoe je tot een gedragen visie komt en hoe je die gedragen in de praktijk kunt brengen, neem dan contact op met EduNext. Mail daarvoor naar jorisvanwaes@edunext.be of bel Joris op 0474946800