Meer en meer mensen waaronder ook leraren en directies gaan met lichamelijke of psychische klachten naar hun huisdokter. Die vindt meestal geen oorzaak en verwijst hen door naar een specialist. Daar krijgen ze vaak te horen dat de geneeskunde geen verklaring en geen oplossing kan bieden voor hun probleem. ‘Hoe is het mogelijk dat zoveel mensen niet meer mee kunnen?’, vraagt Stephan Claes, Professor en Doctor aan de KU Leuven, zich af in zijn boek ‘De gestreste samenleving’. De auteur, expert in stemmingsstoornissen, vreest dat mensen hun veerkracht (die voor een heel leven bedoeld is) vandaag misschien te snel opgebruiken en dat de 21eeuwse uitdagingen voor velen moeilijk om dragen zijn.
Lichamelijke klachten
De lichamelijke klachten ontstaan rechtstreeks door de negatieve effecten van de chronische overmatige stress op het lichaam, waardoor biologische systemen zoals het stressresponssysteem en het immuunstelsel ontregeld raken. De chronische druk die veel mensen ervaren, doet zich rechtstreeks voelen in hun lichaam, dat daar niet tegen opgewassen is. Dat uit zich in verhoogde spierspanning wat kan leiden tot pijn in de schouders, hals, hoofd en lage rugpijn. Volgens Stephan Claes komt die druk vaak voort uit zaken die we zelf graag willen en waar we voor gekozen hebben maar het lichaam kan niet volgen en laat het afweten. Het lichaam spreekt dan op zijn eigen manier. Het komt er dan op aan om de draaglast te verminderen en de grenzen van de draagkracht te verleggen. Dat betekent vaak de werk- en levensstijl aanpassen. En als dat niet tijdig gebeurt, dan kan het leiden tot een depressie of burn-out. De laatste wordt gekenmerkt door zijn drie grote symptomen: uitputting, cynisme en een lager zelfbeeld.
Lichaam en geest vormen één systeem
Lichaam en geest spreken hun eigen taal en zijn sterk verweven met elkaar. Het is een systeem waarbij het ene aspect niet noodzakelijk het andere veroorzaakt of voorafgaat. We moeten ons volgens de schrijver hoeden voor te eenvoudige redeneringen als dat wat eerst komt de oorzaak is van wat volgt. Onderzoek toont aan dat psychische factoren zoals angst en depressiviteit niet enkel het gevolg maar ook de oorzaak kunnen zijn van darmstoornissen. Het effect gaat in beide richtingen, het is een systeem van wederzijds beïnvloeding. Lichamelijke en psychologische symptomen hangen sterk met elkaar samen. Lichaam en brein hebben elkaar heel hard nodig in alles wat ons tot mens maakt: denken, voelen, willen en handelen. Ze vormen daarin één geheel vormen. We zijn geen brein, ondersteund door een machinaal lichaam. We zijn een brein-lichaam.
Ons prachtig stresssysteem
Ons stresssysteem is uitermate geschikt om met druk om te gaan: heel kort of redelijk kort in actie komen, om dan weer tot volle rust te komen. Dat soort reacties van ons lichaam hebben we nodig om de uitdagingen in ons leven succesvol aan te gaan. De psychische en lichamelijke veranderingen die ermee gepaard gaan, zijn niet altijd aangenaam, maar ze zijn de prijs die we betalen om de bedreigingen van het leven het hoofd te bieden zoals het houden van een belangrijke voordracht, een mondeling examen of een gevaarlijk dichterbij komende wagen.
Dit systeem komt niet alleen in actie in het gezelschap van belangrijke presentaties, aanstormende auto’s of lastige examinatoren. Het is het enige antwoord dat ons lichaam kent als het moet omgaan met zoveel andere dingen die bedreigend zijn: deadlines, relationele problemen, onzekerheid over wie we zijn en over wat we willen. Als je stresssysteem langdurig overbelast is, raakt het ontregeld, en dan kan het best zijn dat die cortisolstijging niet optreedt na de normale zeven uur slaap maar al na een uur of vier. Je stressysteem gaat dan in alarmmodus op het verkeerde moment, je bent wakker en geraakt niet meer in slaap.
Onze weerbaarheid tegen stress is voor een kleine helft al vastgelegd bij onze geboorte, bepaald door variaties in het DNA. Het overige deel valt te verklaren door wat we meemaken vroeg in ons leven. Mensen die op jonge leeftijd moeten opgroeien in moeilijke omstandigheden, zullen later veel minder goed bestand zijn tegen langdurige stress. Het lichaam houdt als het ware een boekhouding bij van de dingen die je overkomen zijn.
Je kunt ook je lichaam het zwijgen opleggen met allerlei middelen zoals pijnstillers, alcohol en kalmeermiddelen. Op die manier demp je je lichaam zodat het geen hinderpaal vormt. Maar zo kan je lichaam je ook niets meer vertellen.
“Veel patiënten zijn boos op hun lijf omdat het in hun ogen dienst weigert of minstens onberekenbaar is. Ze kijken naar hun lichaam als naar een kapotte auto en naar de arts als een garagist. Wat mindfulness hen kan leren is om dat vermoeide en pijnlijke lijf niet meer te zien als een weerbarstige machine maar als een deel van zichzelf dat de moeite waard is om te ontdekken - Stephan Claes.”
De auteur raadt aan om de signalen van je lichaam ernstig te nemen. Je lichaam laten spreken als het aangeeft dat het de plannen van je ambitieuze en rusteloze brein niet meer kan en wil volgen. Het spreekt en zal desnoods roepen, ook als je het probeert het zwijgen op te leggen.
Drie belangrijke eigenschappen van ons mens-zijn
Volgens de auteur doet onze maatschappij een beroep op een paar belangrijke en op zich positieve eigenschappen van mensen: de drang naar volmaaktheid, de mogelijkheid om onszelf te ontwerpen en de noodzaak om de toekomst te zien.
De drang naar volmaaktheid kan zich uiten in perfectionisme. Jezelf bijvoorbeeld voortdurend afvragen of je wel goed genoeg bezig bent en wat anderen van je denken. Het is niet zozeer het streven naar perfectie dat gepaard gaat met overmatige stress en uitputtingssyndromen maar wel het zich zorgen maken over perfectie, het zelfkritisch perfectionisme. Het is dus niet gewoon mensen erop wijzen om het wat rustiger aan te doen maar hen helpen om milder te zijn voor zichzelf. Maar ook doorgedreven kwaliteitsbeleid op het werk kan een reden van overbelasting zijn. Registritis of evaluitis geeft mensen de indruk dat hun gezond verstand en hun competenties niet meer vertrouwd worden waardoor hun werkplezier fel afneemt. Ze geloven niet meer dat wat ze moeten registreren de kwaliteit van hun werk verhoogt. Ze hebben het gevoel niet ernstig genomen te worden in hun competenties en hun goede bedoelingen. De druk die dat veroorzaakt, maakt dat dat ze uitgeput raken, cynisch worden en beginnen te twijfelen over hun eigen capaciteiten.
“Leraren die bij Stephan Claes op consultatie komen melden niet dat ze hun vak beu zijn of dat ze het contact met jonge mensen niet meer leuk vinden. Ze geven ook niet aan dat hun collega’s hen het bloed van onder de nagels halen. Ze zijn doodmoe van de druk die ze voortdurend voelen door de administratieve overlast, het registreren en evalueren, en vooral door het gebrek aan vertrouwen dat ze ervaren vanwege directies, overheden en ouders. ”
De mogelijkheid om onszelf te ontwerpen is fantastisch maar we zijn daarbij wel degelijk aan beperkingen onderworpen zoals onze aanleg en onze talenten. Het feit dat levenskeuzes, die vroeger in grote mate bepaald werden door maatschappelijke en sociale regels, nu bij de persoon zelf komen te liggen, maakt dat het individu voor de verantwoordelijkheid geplaatst wordt om te ontdekken wie hij eigenlijk is en wat bij hem past. Dat op zoek gaan naar de eigen identiteit kan de persoon die zich gaat spiegelen aan anderen, onzeker en kwetsbaar maken. Mensen willen er immers bij horen en zijn geneigd om te denken dat hun waarde bepaald wordt door wat anderen over hen denken. Als anderen hen bevestigen in hun keuzes en gedrag, zijn ze goed bezig. De goed- of afkeuring van anderen over ons en doen kan een nuttige leidraad zijn. Maar tegelijk een valstrik als we er ons laten door leiden en het verlangen koesteren om anderen te overtroeven. Dan dreigt het in sommige gevallen een (zware) verplichting te worden.
De wil om zich te kunnen projecteren in de toekomst. Ons mentaal welzijn hangt niet alleen af van onze huidige situatie of van wat we in het verleden hebben meegemaakt maar ook van de vraag hoe we onze toekomst zien, als veilig of als bedreigend. Het creëren van een algemeen gevoel van uitzichtloosheid vanuit doemdenken over het klimaat en andere problemen draagt bij tot een verhoogd stressniveau bij mensen die daar gevoelig voor zijn. Optimisme is volgens de schrijver niet alleen een morele plicht, het is een psychologische noodzaak.
Professor - doctor Stephan Claes
Wat kunnen we eraan doen?
Je kunt je stressysteem gezond houden via lichaamsoefeningen, een gezond dieet, een regelmatig slaappatroon, matig tot minimaal alcoholgebruik en niet roken. Door fysiek te bewegen komen endorfines vrij, wat pijnklachten kan verminderen en je slaap kan verbeteren. Je moet niet noodzakelijk meer slapen of op een vast uur in bed kruipen maar gewoon beter slapen, dieper, meer ontspannen. Mindfullness kan daarbij helpen. Door met aandacht te kijken naar wat er zich in je lichaam en geest afspeelt, kunnen mensen terugvinden wat ze verloren waren: contact met hun eigen lichaam, emoties en gedachten. Ze voelen opnieuw wat zich in hun lichaam en geest afspeelt, mild en niet-oordelend. Je kan ook tot meer spierontspanning komen door relaxatie of ademhalingsoefeningen. De auteur is er zich wel van bewust dat het niet is door enkele sessies te volgen dat je in staat bent om dit vlot toe te passen in je dagelijkse praktijk. Het vergt discipline – zeker als het terug wat beter gaat – om deze technieken en oefeningen vol te houden.
Daarnaast zijn er ook heel wat mogelijkheden om je lichaam te monitoren. Het systematisch meten van parameters zoals hartslag, hartritmevariabiliteit, huidtemperatuur, huidgeleiding en ademhalingsfrequentie kan een indicatie geven voor de biologische stressrespons. Dus in principe kun je ook zo je stress reguleren. Maar ook dat heeft nog zijn beperkingen.
Vergeten vaardigheden
Stephan Claes kijkt in het boek ook naar de maatschappij. Hij vindt dat we een brede reflectie nodig hebben waarin experten in arbeid, opvoeding en onderwijs, antropologen, filosofen en werkers uit het levensbeschouwelijke veld, mee betrokken worden. Een verandering van de maatschappij is maar mogelijk vanuit een veranderende kijk op de wereld van de mensen die de maatschappij vormen. Hij komt uit bij vergeten vaardigheden. Vaardigheden die al eeuwen bestaan en die ons nu meer dan ooit van pas komen.
1) Mededogen: in eerste instantie voor het eigen lichaam: begrip hebben voor het feit dat de druk voor het lichaam te groot is geweest en dat het tijd en rust moet krijgen om te herstellen. Dat lichaam niet meer zien als een te bedwingen hindernis maar als een waardevolle bondgenoot. Daarnaast ook mededogen voor jezelf als persoon. De mate waarin we geneigd zijn om op moeilijke momenten vriendelijk en mild te blijven voor onszelf en aan zelfzorg te doen. Zelfmededogen beschermt tegen negatieve mentale toestanden zoals angst en depressiviteit, leidt tot minder negatieve gedachten, tot minder piekeren en tot minder schuld- en schaamtegevoelens. Deze vaardigheid kan je aanleren en ontwikkelen. Tot slot ook mededogen voor anderen.
2) Zelfkennis: jezelf aanvaarden met al je beperkingen. Dat betekent soms afstand doen van lang gekoesterde doelen en verlangens. De opdracht is om van je troon af te komen, je eigen begrenzingen ruiterlijk te aanvaarden en er vrede mee te nemen. Met de nodige mildheid maar met de voeten op de grond. Nederigheid met vertrouwen, zelfzekere bescheidenheid, weten wat je kunt en wat niet. Opvoeding en onderwijs dienen om kinderen te leren ontdekken waar ze goed in zijn maar ook waar ze niet goed in zijn.
3) Vergeving: kunnen vergeven leidt ertoe dat het stresssysteem minder fel reageert op allerlei prikkels, zeker die welke te maken hebben met het geleden onrecht. Kunnen vergeven is essentieel, niet alleen vanuit ethisch standpunt maar om lichamelijk en geestelijk gezond te blijven. Dat kan op voorwaardelijke en onvoorwaardelijke wijze. De auteur krijgt in zijn praktijk vaak te horen dat een gemiste promotie een negatieve impact heeft op het stressniveau van een patiënt. Die voelt zich tekort gedaan omdat een collega de job gekregen heeft. Een optie die bij haar of hem meestal niet opkomt is dat die collega misschien wel over bepaalde competenties beschikt die cruciaal zijn voor die job en die hij of zij zelf in mindere mate heeft. Je collega kunnen vergeven en haar of hem steunen is essentieel om terug je draai te vinden in je werk en er weer bovenop te komen. Daarbij moet je volgens de auteur ook het moeilijkste van allemaal kunnen: jezelf vergeven.
4) Dankbaarheid voor wat er is. Het waarderen van anderen, de focus op wat je wel hebt, verwondering over het mooie van de natuur, de neiging om anderen in woord en daad te bedanken, het belang van af en toe stil te staan en blij te zijn met wat er is, je regelmatig realiseren hoeveel geluk je hebt gehad in vergelijking met veel anderen. Dankbaarheid zorgt voor een meer positieve stemming en beschermt tegen depressie. De auteur raadt aan om een lijst van dingen te maken waarvoor je dankbaar bent. Het lijkt zeer eenvoudig maar het helpt bijna altijd. Als we het allemaal op een rijtje zetten, hebben we meestal heel veel om te bedanken.
Conclusie
‘De gestreste samenleving’ is een zeer onderhoudend en lezenswaardig boek. Door de vele geanonimiseerde casussen uit zijn eigen psychiatrische praktijk is het boek zeer concreet. Stephan Claes schrijft vlot en richt zich doorheen het boek continu tot de lezer. Je kunt de vele inzichten ook heel goed toepassen in de onderwijscontext. En op die manier technieken en tools in handen krijgen om jezelf en collega’s proactief te helpen. Uitermate belangrijk in een sector die zo onder druk staat. ‘De gestreste samenleving’ is uitgegeven bij LannooCampus.